Present Simple

The Present Simple
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

The Present Simple

Slide 1 - Tekstslide

Kijk eens goed naar deze zinnen uit de tekst. Kun je ontdekken waarom er soms een S achter het werkwoord staat en soms niet?

Slide 2 - Open vraag

Present simple
De Present Simple gebruik je om te vertellen dat jij of iemand anders iets vaak - altijd - soms - altijd doet, of als je het over een feit hebt. 
For example: 
A lot of people live in New York.
I visit the Empire State Building every week. 
She travels to New York every year. 


Slide 3 - Tekstslide

Present Simple
The SHIT-Rule 
She - He - It: staat dit in de zin? Dan komt er een S achter het hele werkwoord. 
(She talks - My mother talks) 

Staat dit er niet?: Dan het hele werkwoord gebruiken. 
(I talk - My mother and I talk)

Slide 4 - Tekstslide

Let's practice!
Make the exercises on the next page :) 

Questions? Ask your teacher or watch the YouTube clip on the next page. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

He ___________to New York every year
A
Travel
B
Travels

Slide 7 - Quizvraag

I __________ to watch a musical at Times Square.
A
Love
B
Loves

Slide 8 - Quizvraag

He _______________ happy in New York
A
feel
B
feels

Slide 9 - Quizvraag

You _________the subway at Times Square
A
enter
B
enters

Slide 10 - Quizvraag

She ___________the bus each morning at the Flatiron Building
A
Get on
B
Gets on

Slide 11 - Quizvraag

How do you feel right now?
Geef antwoord in een hele zin (dus gebruik: I feel......)

Slide 12 - Open vraag

How does your mother or father feel?
Schrijf weer een hele zin.

Slide 13 - Open vraag

How did it go? Do you think you can use the present simple now? How do you know (hoe weet je dat)?

Slide 14 - Open vraag