H8.3 - Hoge en lage tonen

8.3 hoge en lage tonen
Ga snel zitten. Pak je boek, pen en rekenmachine.
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

8.3 hoge en lage tonen
Ga snel zitten. Pak je boek, pen en rekenmachine.

Slide 1 - Tekstslide

Voor vandaag
  • Uitleg 10.3 IN 2 DELEN
  • Opdrachten maken
  • Opdracht bespreken
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Kun je gehoorbeschadiging genezen?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quizvraag

Bij welke geluidssterkte treed gehoorbeschadiging op
A
20.000Hz
B
60dB
C
80dB
D
100dB

Slide 4 - Quizvraag

Een drukke weg langs een woonwijk zorgt voor veel geluidsoverlast. Op welke manier verminder je geluidsoverlast?
A
Maximale snelheid auto's omlaag
B
Huizen isoleren, driedubbel glas
C
denken aan de lente
D
Geluidsscherm plaatsen

Slide 5 - Quizvraag

Om geluidsoverlast van snelwegen tegen te gaan worden er geluidsschermen geplaatst.

Hierbij verminder je de geluidsoverlast....
A
bij de bron
B
tussen de bron en ontvanger
C
bij de ontvanger
D
A,B en C zijn juist

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen 10.3 hoge en lage tonen
  • Wat bepaalt de hoogte van een toon?
  • Hoe bereken je de frequentie?
  • Hoe bereken je de trillingstijd?
  • Hoe verander je de toonhoogte?
  • Welke tonen kunnen mensen en dieren horen?
  • Wat is de gehoordrempel?

Slide 7 - Tekstslide

1. Wat bepaalt de hoogte van een toon?

Slide 8 - Tekstslide

Bron, tussenstof, ontvanger

Slide 9 - Tekstslide

Geluid = trillingen

Slide 10 - Tekstslide

Hoog en laag
  • Hoge toon --> snelle trilling 
  • Kleine voorwerpen trillen sneller dan grote voorwerpen
  • Muziekinstrumenten voor hoge tonen zijn klein en voor lage tonen zijn groot

Slide 11 - Tekstslide

Tonen gitaar
  • Dikke snaar --> hoge of lage toon?
  • Dunne snaar --> hoge of lage toon?
  • Dunne snaar trilt makkelijker
  • Hoe meer trillingen, hoe hoger toon

Slide 12 - Tekstslide

Toon
  • Hoge toon: meer trillingen
  • Meer trillingen per seconden

Slide 13 - Tekstslide

Toonhoogte = Frequentie 

= aantal trillingen in 1 seconde

Slide 14 - Tekstslide

Frequentie omrekenen
20 000 Hz = 20 kHz

Slide 15 - Tekstslide

Frequentie
  • Frequentie is het zelfde als toonhoogte
  • Het aantal trillingen per seconde

Slide 16 - Tekstslide

Hoe zie je een trilling?
Een berg en een dal samen is 1 trilling 

Slide 17 - Tekstslide

Toon
  • Aantal trillingen per 1 sec 

Slide 18 - Tekstslide

Rekenen met frequentie
Frequentie is aantal trillingen in 1 seconde
Voorbeeld: een gitaarsnaar maakt 2000 trillingen in 5 seconden. Bereken de frequentie.

Slide 19 - Tekstslide

2. Hoe bereken je de frequentie?

Slide 20 - Tekstslide

Frequentie berekenen met trillingstijd

Frequentie = aantal trillingen per seconde

Gebruik deze formule:



Slide 21 - Tekstslide

Trillingstijd

Slide 22 - Tekstslide

Trillingstijd vaak heel klein

Slide 23 - Tekstslide

Frequentie berekenen met trillingstijd

f   =  1  /  T

f is de frequentie in Hz
T is de trillingstijd in s



Slide 24 - Tekstslide

Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekening
Antwoord

Slide 25 - Tekstslide

3. Hoe bereken je de trillingstijd?

Slide 26 - Tekstslide

T = ....

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

frequentue (f) in Hz
trillingstijd (T) in s

Slide 29 - Tekstslide

Gegeven
Gevraagd
Formule
Berekening
Antwoord

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag 
Wat: Maken 10.3 BLZ 96 - 11 t/m 24
Hoe: Zelfstandig / samen 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent
Klaar: 1. Nakijken 
             2. Aan mij laten zien 

timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide

4. Hoe verander je de toonhoogte?

Slide 32 - Tekstslide

Toonhoogte veranderen
  • Niet alleen dikte van de snaar veranderd de toonhoogte
  • Snaarlengte veranderen met je vingers tijdens spelen
  • Korte snaar = hoge toon
  • Lange snaar = lage toon

Slide 33 - Tekstslide

Toonhoogte veranderen
  • Je kan de snaren ook aanspannen = spankracht veranderen 
  • Strakke snaar = hoge toon
  • Belangrijk om af te stemmen zodat zuiver klinkt

Slide 34 - Tekstslide

Toonhoogte veranderen
  • Blaasinstrument verschillende tonen door lange en korte buizen
  • lange buis = lage toon
  • korte buis = hoge toon
  • nog hoger door lippen strak te spannen

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag 
Wat: Maken 8.2 BLZ 81 opdracht 4 t/m 32
Hoe: Zelfstandig 
Hulp: 1. Boek  2. Directe buurman of buurvrouw 3. Docent 
Klaar: Lees vast de volgende paragraaf

timer
10:00
moet deze les af zijn!

Slide 36 - Tekstslide