1V ww-spelling H5 deelwoorden als bn

H5 ww-spelling 
Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

H5 ww-spelling 
Deelwoorden als bijvoeglijk naamwoord 

Slide 1 - Tekstslide

Werkwoordsvormen: 
PVTT - persoonsvorm tegenwoordige tijd
PVVT - persoonsvorm verleden tijd
VD - voltooid deelwoord
OVD - onvoltooid deelwoord
VD. BIJV. GEBRUIKT - voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt 
OVD. BIJV. GEBRUIKT - onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt 

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 5 blz. 133
Maak een zin van de werkwoordsvormen: verplichtte, verplicht en verplichte

Slide 3 - Open vraag

Startopdracht 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Waar denk je aan bij:
Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt?

Slide 7 - Woordweb

PVTT 
PVVT
VD
OVD
VD.BIJV.GEBR. 
OVD.BIJV. GEBR. 
Loopt
Liep 
Heeft gelopen
Lopend
Lopende band 
Gelopen afstand 

Slide 8 - Sleepvraag

Werkwoordsvormen op een rijtje
PVTT 
Loop
PVVT 
Liep 
VD
Heeft gelopen
OVD
Lopend 
VD. BIJV. GEBR. 
De gelopen afstand
OVD. BIJV. GEBR. 
De lopende band 

Slide 9 - Tekstslide

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt 
- Zegt iets over een zelfstandig naamwoord en lijkt op een voltooid deelwoord. 

VB: Het schip strandde op de kust. (gewoon verleden tijd)
Het schip is gestrand. (voltooid deelwoord)
Het gestrande schip trekt veel aandacht. (bijvoeglijk gebruikt)

Regel: zo kort mogelijk schrijven. 

Slide 10 - Tekstslide

1. De vijand verwoestte het gebouw.
2. Het gebouw is verwoest.
3. Het verwoeste gebouw staat er verlaten bij.

In welke zin is werkoord verwoesten een voltooid deelwoord?
A
1
B
2
C
3
D
Zit er niet bij

Slide 11 - Quizvraag

1. De vijand verwoestte het gebouw.
2. Het gebouw is verwoest.
3. Het verwoeste gebouw staat er verlaten bij.

In welke zin is werkoord verwoesten een voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt?
A
1
B
2
C
3
D
Zit er niet bij

Slide 12 - Quizvraag

Opdracht 1 
timer
1:00

Slide 13 - Tekstslide

Regels op een rijtje
Vul het schema in: 
Werkwoordsvorm
Regel
Spelling ww
PVTT
PVVT
VD
OVD
VD. BIJV. GEBR. 
OVD. BIJV. GEBR. 

Slide 14 - Tekstslide

Onvoltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt 
- Zegt iets over een zelfstandig naamwoord en lijkt op een onvoltooid deelwoord. 

VB. De huilende kinderen. 

Regel: + de 

Slide 15 - Tekstslide

OVD. BIJV. GEBR. 
VD. BIJV. GEBR. 
Teleurgesteld mens 
Een teleurstellende uitslag
Een verwoestende orkaan
Het verwoeste huis

Slide 16 - Sleepvraag

Maken opdracht 3 
+ bespreken 
timer
1:00

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk opdracht 4 en 5 

Slide 18 - Tekstslide