2.5 Het Britse rijk in India begint met de East India Company

2.5 Het Britse Rijk in India begint met
 de East India Company
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

2.5 Het Britse Rijk in India begint met
 de East India Company

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
1. Herhalen
2. Paragraaf 2.5
3. Opdrachten

Slide 2 - Tekstslide

De Amerikaanse Revolutie (1776) was gebaseerd op verlichtte idealen. Combineer de uitleg met het verlichtingsideaal.
John Locke: onvervreemdbare rechten & sociaal contract
Montesquieu: trias-politica / driemachtenleer

alle mensen zijn gelijk
recht op leven, vrijheid en het streven naar geluk.
de regering moet de mensenrechten garanderen
het gezag van de regering is gebaseerd op de instemming van het volk.
de staatsmacht is in verschillende handen.
Congres (senaat & Huis van Afgevaardigden), president en hooggerechtshof
wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht

Slide 3 - Sleepvraag

Sleep de juiste woorden en figuren naar de juiste macht.
timer
5:00
Wetgevende macht
Uitvoerende macht
Rechtsprekende macht
President
Congres
Hooggerechtshof
Huis van Afgevaardigden
Vice-president
Onafhankelijke rechters
Senaat

Slide 4 - Sleepvraag

Wat zijn marrons?

Slide 5 - Open vraag

Caraïbische koloniën
  • G-B kan de Caraïbische koloniën behouden. 
        - In 18e eeuw nog altijd behoorlijke winst voor G-B
 
  • Caraïbische elites hadden G-B nodig:
        - Winstgevende handel
        - Militaire steun om de slaven de baas te blijven 

- De druppel (om voor GB te kiezen) -> Kolonisten vallen Britse schepen aan met producten uit of voor het Caraïbische gebied. 

Slide 6 - Tekstslide

Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

Uitbouw van de Europese overheersing, met name in de vorm van plantagekoloniën en de daarmee verbonden trans- Atlantische slavenhandel, en de opkomst van het abolitionisme.
Kenmerkende Aspecten

Slide 7 - Tekstslide

Je kunt de Britse handelswijze in India in de 17e eeuw, met factorijen en handelsposten , beschrijven en verklaren

Je kunt uitleggen waarom het Verdrag van Allahabad het einde betekende van de invloed van de Mogolvorsten op het bestuur van India.
Leerdoelen

Slide 8 - Tekstslide

Britse Rijk
  • Eind 18e eeuw - Zwaartepunt Britse Rijk verschuift naar India
Amerika minder belangrijk:
  • 1776 - Amerika verklaart zich onafhankelijk
  • 1807 - Verbod op slavenhandel in Britse Rijk

Slide 9 - Tekstslide

Het ontstaan van Brits India
  • ±75% van India was in handen van de Mogol dynastie (sinds 16e eeuw)

  • Begin 17e eeuw vestigden zich handelaren van De Republiek, Portugal en Engeland zich aan de kust van India 

  • Ze stichtten factorijen om te handelen met de Mogol vorsten

Slide 10 - Tekstslide

Handel met India
  • Mogolvorsten voorstanders  factorijen; meer handel = meer winst
  • Britten kochten stoffen en tapijten in India. 
  • Deze werden geruild tegen goud, zilver en porselein.

Slide 11 - Tekstslide

EIC
  • In 1600 richten de Britten de East India Company (EIC
Bevoegdheden:
  • Alleen via de EIC handelen met India (handelsmonopolie)
  • EIC mocht verdragen sluiten met de plaatselijke bestuurders;
  • EIC moest Britse handelsbelangen in India beschermen, desnoods met geweld.
  • EIC kreeg het bestuur over de overzeese gebieden

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Gedurende de negentiende eeuw verschoof het zwaartepunt binnen het Britse Rijk van Amerika naar India.
 
Geef twee redenen voor het verminderd belang van Amerika.

Slide 14 - Open vraag

Welke compagnie hadden de Britten opgericht om te handelen in India?

Slide 15 - Open vraag

Wat is een handelsmonopolie?

Slide 16 - Open vraag

Wat maakte de EIC nog meer tot een bijzondere onderneming?

Slide 17 - Open vraag

De EIC sticht in India factorijen. Wat zijn factorijen?

Slide 18 - Open vraag

Machtsuitbreiding EIC
  • 17e eeuw: EIC bezat factorijen in India

  • 18e eeuw: macht Mogolvorst nam af -> lokale vorsten kregen meer macht. Ze sloten zelf verdragen met de EIC

  • EIC gebruikt machtsverlies Mogolvorst en breidde met militair geweld haar macht in India uit 

Slide 19 - Tekstslide

Handelaren uit FR. en NL. handelen ook in het gebied Bengalen.

-> Dit ondanks Britse handelsafspraken met de Mogolvorst. -- > Daarom verovering Britse leger voor de EIC 

Slide 20 - Tekstslide

Verdrag van Allahabad: 1765
  • Mogolvorst moet gedwongen het Verdrag van Allahabad te tekenen.
--> EIC gaat belastingen innen in de Bengalen.

  • Hiermee betaalden de Britten hun leger en investeerden ze in de handel van indigo, katoen, opium en thee.

Slide 21 - Tekstslide

Ondertekening van het Verdrag van Allahabad, door  Shah Alam II en Sir Robert Clive 

Slide 22 - Tekstslide

Gevolgen Verdrag van Allahabad
  • Grotere Britse invloed  (en de macht) op India.

  • India werd steeds belangrijker binnen het Britse Rijk. Het Verdrag is het formele begin van het Britse Rijk.

  • India werd indirect bestuurd vanuit Engeland; de EIC bestuurde India namens het moederland.

Slide 23 - Tekstslide

Uitbreiding Britse macht (tot 1886)
Controle/bescherming van de handel door:

- De Royal Navy
- Snellere verbindingen:
    -> Suez kanaal gaat open 1869 (niet meer om Afrika heen)
     -> Gebruik van stoomschepen
   + De aanleg van het spoorwegennetwerk vanaf 1857
   + Brits - Indisch leger 


Slide 24 - Tekstslide

Maken
- Basisvragen 19 en 20 (blz. 59) 
-  Basisvragen 21 t/m 23
- W8

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Directe oorzaak of aanleiding
Indirecte oorzaken
Gevolg
V.S. wordt onafhankelijk van Engeland
Suikerplantages op Jamaica en Barbados zijn niet meer winstgevend
Mogolvorsten verliezen macht aan de lokale vorsten
Verhouding tussen Engeland en India verandert. Engeland gaat India koloniseren.
Verdrag van Allahabad
Engeland wil meer grip krijgen op binnenlandse handel in India

Slide 27 - Sleepvraag

Bron 1
In het Verdrag van Allahabad stonden elf afspraken. Deze afspraken waren gemaakt tussen de East India Company en twee Indiase vorsten. Een aantal van deze afspraken:
  • Er zal een eeuwigdurende en universele vrede, oprechte vriendschap en een hechte vereniging tot stand worden gebracht tussen Zijne Hoogheid Sujah al Dowlah en zijn erfgenamen, enerzijds, en Zijne Excellentie Najim al Dowlah, en de Engelse East India Company anderzijds.
  • Hiermee zullen de genoemde contracterende partijen hun grootste aandacht besteden aan het handhaven tussen henzelf, hun heerschappijen en hun onderdanen, deze wederzijdse vriendschap, zonder aan beide zijden enige vorm van vijandelijkheden toe te staan om welke reden of onder welke pretentie dan ook te worden begaan.
     En alles zal zorgvuldig worden vermeden, hetgeen hierna de nu gelukkig gevestigde unie zou kunnen schaden.
  • Zijne Hoogheid zal de Engelse Compagnie toestaan om handel te drijven, belastingvrij, gedurende al zijn heerschappijen.

Slide 28 - Tekstslide

Hier staan twee van de elf afspraken van het Verdrag van Allahabad. Een van deze afspraken laat de echte motivatie van de East India Company zien.
- Geef deze afspraak;
- Leg uit hoe je tot je antwoord kwam.

Slide 29 - Open vraag

Geld dat wordt verdiend aan belasting, wordt meestal weer gebruikt in de samenleving. Er worden wegen of andere voorzieningen van betaald. De Britten dwongen in het Verdrag van Allahabad af dat ze belastingvrij konden handelen. Leg uit wat hier een gevolg van is voor India.

Slide 30 - Open vraag