Meetkunde: Vlakke figuren

• Wiskunde
• Secundair onderwijs

Meetkunde: 

vlakke figuren

vlakke figuren: 2 d (2 dimensies): breedte en hoogte

ruimtefiguren: 3 d ( 3 dimensies): breedte, hoogte en diepte

luister

Omtrek en Oppervlakte van een vierkant

breedte (b) = hoogte (h) = zijde (z)

breedte

hoogte

Omtrek = 4 x z = ......cm

Oppervlakte= z x z = z² =.................cm²

luister

Dit was allemaal herhaling....

Nu kijken we naar de ruit

kenmerken van een ruit:

- de zijden zijn even groot

- de overstaande hoeken (A en C, en B en D) zijn even groot

- de overstaande zijden zijn evenwijdig met elkaar

- de diagonalen staan loodrecht op elkaar en snijden elkaar in het midden

luister

kijk naar het filmpje en maak de oefeningen op p. 139-141-142

          Bladzijde 140 maak je niet

de laatste vierhoek van dit jaar: de rechthoek

de kenmerken of eigenschappen van een rechthoek zijn:

- de hoeken van een rechthoek zijn recht, of 90°

- de overstaande zijden zijn even lang en evenwijdig

Omtrek van een rechthoek = 

(2xb) + (2xh) =....................... cm of

2x(b+h) =........................cm

Stel: je hebt een rechthoek met een hoogte van 7 cm en een breedte van 3 cm...dan is de omtrek 

(2 x 7)cm + (2 x 3)cm = 14 cm + 6 cm = 20 cm

OF 2 x (7+3) cm = 2 x 10 cm = 20 cm

Oppervlakte van een rechthoek = 

b x h =....................... cm²

Stel: je hebt een rechthoek met een hoogte van 7 cm en een breedte van 3 cm...dan is de oppervlakte 

7 cm x 3 cm = 21 cm²

Maak nu oefeningen p 145 tot 147.

Test wat je van meetkunde kan met Kahoot!

https://kahoot.it/challenge/01792745?challenge-id=243a317d-ff91-4343-9524-e4d9fbc2e7cd_1592406188768  

Veel plezier in de zomervakantie en veel succes volgend jaar.