2022 3HV H4.2 Bezittingen en schulden

H4.2 Bezittingen en schulden
Leerdoelen:
  • Je kunt een balans lezen.
  • Je kunt beredeneren welke posten op een balans veranderen bij gegeven financiële feiten.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H4.2 Bezittingen en schulden
Leerdoelen:
  • Je kunt een balans lezen.
  • Je kunt beredeneren welke posten op een balans veranderen bij gegeven financiële feiten.

Slide 1 - Tekstslide

BalanS
Debet (Bezittingen)
  • Inventaris
  • Voorraad
  • Geld in kas
  • Banksaldo
  • Debiteuren
Credit (Schulden)
  • Leningen
  • Eigen vermogen
  • Crediteuren

Slide 2 - Tekstslide

BalanS
Debet (Bezittingen)
Vaste activa (>1 jaar)
  • Inventaris
Vlottende activa (<1 jaar)
  • Voorraad
  • Debiteuren
Liquide middelen
  • Geld in kas
  • Banksaldo
Credit (Schulden)
Eigen vermogen
Schulden lange termijn (>1 jaar)
  • Lening bank
Schulden korte termijn (<1 jaar)
  • Crediteuren

Slide 3 - Tekstslide

herhaling paragraaf 1

Welke 2 soorten begrotingen zijn er?

  • investeringsbegroting
  • resultatenbegroting

Slide 4 - Tekstslide

investeringsbegroting
  • hiermee kan je een inschatting maken hoeveel geld je nodig hebt om een eigen zaak te beginnen.

Slide 5 - Tekstslide

het financieringsplan


  • Dit is een plan dat uitlegt hoe de onderneming aan het geld komt om te kunnen starten.

Slide 6 - Tekstslide

resultatenbegroting
  • de resultatenrekening geeft een overzicht van de verwachte toekomstige kosten en opbrengsten.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe bereken je de nettowinst?

  • brutowinst- bedrijfskosten = nettowinst

Slide 8 - Tekstslide

Hoe bereken je de brutowinst?

  • Omzet - inkoopwaarde van de omzet = brutowinst

Slide 9 - Tekstslide

Resultatenbegroting (of W&V)
  • Omzet
  • Inkoopwaarde van de omzet (ingekocht ijs, ingrediënten)
  • Brutowinst = Omzet - Inkoopwaarde van de omzet
  • Bedrijfskosten (huur, lonen, rente, afschrijving, energie)
  • Nettowinst = Brutowinst = bedrijfskosten
Ondernemingsplan. Voor de investeerder: wat gaat de investering opbrengen?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Debet (bezittingen)
Vaste activa
grond 
gebouw
inventaris

Vlottende activa

voorraad goederen
debiteuren

Liquide middelen

betaalrekening
kas
Credit (schulden)
Eigen Vermogen

Lang Vreemd Vermogen
Hypothecaire Lening
Leningen>  1 jr

Kort Vreemd Vermogen
Crediteuren
Leningen <  1 jr
te betalen BTW

Slide 12 - Tekstslide

Aantekening
De balans laat een momentopname zien (op datum).
De linkerzijde van de balans noemen we de debetzijde. Ofwel de activa-zijde.
De recherzijde van de balans noemen we de creditzijde. Ofwel de passiva-zijde.
Beide zijdes moeten altijd met elkaar in evenwicht zijn, de balans is altijd in balans!

Slide 13 - Tekstslide

Een balans bestaat uit

  • bezittingen
  • schulden


Een resultatenrekening bestaat uit

  • kosten
  • opbrengsten

Slide 14 - Tekstslide