Les 13 (3 februari, week 6)

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Montag, 3. Februar

Woche 6

Heute

• Werken uit het boek 

Aan het einde van de les kan je:

• vertellen welke voorzetsels er bij de 4e naamval horen.
• de hoofdlijnen begrijpen van eenvoudige teksten over leren.

 

Lernziele

Grammatik C

persoonlijk voornaamwoorden 

Je hebt voorzetsels die altijd samen met de 4e naamval gaan. Zie je deze , weet je dat je de vierde naamval moet gebruiken

Voorzetsels 4e naamval

Duits	Nederlands
durch	door
ohne	zonder
für	voor
gegen	tegen
um	om
bis	tot

persoonlijk voornaamwoorden 

Staat een van deze voorzetsels voor een persoonlijk voornaamwoord? Dan staat het persoonlijk voornaamwoord in de 4e naamval.

persoonlijk voornaamwoord 4e naamval

	mij	jou	hem	haar	het	ons	jullie	hen	u
4e nv	mich	dich	ihn	sie	es	uns	euch	sie	Sie

Arbeit aus dem Buch

Aufgabe 11 (S. 18)

We maken opdracht 11 samen.

Arbeit aus dem Buch

Aufgabe 12 und 13 (S. 19)

Maak opdracht 12 en 13. Je mag met elkaar overleggen. Na 8 minuten bespreken we de antwoorden.

Klaar? Leer Wörterliste B (S. 40)

Arbeit aus dem Buch

Aufgabe 18 (S. 22)

Lees eerst zelfstandig de tekst. Beantwoord daarna de vragen van opdracht 18.  Je hebt hiervoor 10 minuten de tijd.

Klaar? Leer Wörterliste B (S. 40)

Dictee

Huiswerk

• Leren Wörterliste B (S. 40)
• Leren Grammatik C (S. 18)

woensdag 12 februari