V6 Examentraining 2025

V6 Examentraining 2025
Introductie 
8:45 - 9:30: Samen maken we tekst 1, 2 en 10 (10 vragen, 12 punten) 
9:30 - 11:00: Zelf examen maken: tekst 3, 4, 5 en 6 (22 vragen, 25 punten). 
Je mag tussendoor 15 minuten pauze nemen.
11:00 - 12:00: Nabespreken: tekst 3, 4, 5 en 6 (half examen) + cijfer berekenen.
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 46 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 210 min

Onderdelen in deze les

V6 Examentraining 2025
Introductie 
8:45 - 9:30: Samen maken we tekst 1, 2 en 10 (10 vragen, 12 punten) 
9:30 - 11:00: Zelf examen maken: tekst 3, 4, 5 en 6 (22 vragen, 25 punten). 
Je mag tussendoor 15 minuten pauze nemen.
11:00 - 12:00: Nabespreken: tekst 3, 4, 5 en 6 (half examen) + cijfer berekenen.

Slide 1 - Tekstslide

Examen 2023 (tijdvak I)
Hoeveel tijd heb je en hoeveel vragen/punten zijn er te behalen?

Slide 2 - Open vraag

Tekst 1:
Titel: Bahnbrechende Neuheit + plaatje
Vertaling + wat zie je?

Slide 3 - Open vraag

1: Welcher Satz aus dem Text macht deutlich, wozu die "Bahnbrechende Neuheit"(Titel) dient?
Lees/zoek en beantwoord vraag 1.

Slide 4 - Open vraag

Wat weet je al door ALLEEN de vraag te lezen? Dat...

Slide 5 - Open vraag

"Een baanbrekend nieuw "iets" dient ergens toe. Waartoe? Het dient...

Slide 6 - Open vraag

2: Er worden 2 doelgroepen beoogd. Waar denk je aan?
Zoek woordgroepen (dus NIET één woord) die doelgroepen weergeven.
Citeer! Welke taal?

Slide 7 - Open vraag

Tekst 2:
Titel: Verrückt nach guten Krimis + plaatje
Vertaling + wat zie je?

Slide 8 - Open vraag

3: Wat weet je al door ALLEEN de vraag te lezen? Dat... Waar staat je antwoord? Welk synoniem zie je in het antwoord staan?

Slide 9 - Open vraag

3: Wat is een "existentielle Frage" (antwoord C)? Geef een voorbeeld.

Slide 10 - Open vraag

4: Deze ervaring, waar zoek je de ervaring? In de tekst en in het antwoord staat een synoniem. Welk?

Slide 11 - Open vraag

5: Beweringen. Hoe pak je dit aan?

Slide 12 - Open vraag

6: Waar staat de mening van Sebastian Fitzek in de tekst? Hoe herken je dit?

Slide 13 - Open vraag

7: De laatste zin heeft een functie. Welke functie?

Slide 14 - Open vraag

Tekst 10: Vraag 41: Wat is het standpunt (regel 7-8)?
Wat is een "Wende"?
Het standpunt wordt ontkracht, is dus niet waar. Waarom?

Slide 15 - Open vraag

Vraag 41:
De steps hebben een korte levensduur/zijn belastend voor het milieu.

Slide 16 - Open vraag

Vraag 42:
Lees de zin vóór en de zin mét het gat.

Slide 17 - Open vraag

Vraag 42:
Denn = want... de grootste bedreiging in het verkeer is nog steeds de auto (PersonenKraftWagen). Elk stepgebruik, dat ... (dat) kan vervangen, kan levensverlengend werken.

Slide 18 - Open vraag

Vraag 42: B

Slide 19 - Open vraag

Vraag 43:
Dabei wäre (zou zijn) alles heel eenvoudig.
Let op de :

Slide 20 - Open vraag

Vraag 43: B
Na de dubbele punt staat een voorstel, namelijk een oplossing (die heel eenvoudig is).

Slide 21 - Open vraag

Ga nu aan de slag met tekst 3 t/m 6:
vraag 8 t/m vraag 29. Je hebt hiervoor 75 minuten tijd. Neem zelf tussendoor 15 minuten pauze.
Viel Erfolg!

Slide 22 - Open vraag

Vraag 8: B
r. 2 Ouders bekommeren zich om...
sogar = zelfs = Steigerung (SSL lijst)

Slide 23 - Open vraag

Vraag 9: B
fordern/fördern (SSL lijst)
Wat eist de organisatie?
Auch; er komt dus iets bij nl. ook de bescherming van kinderen die werken via internet.

Slide 24 - Open vraag

Vraag 10: B
Lees de zin vóór en de zin mét het gat.
Kinderarbeid is negatief, het is een verwijt.

Slide 25 - Open vraag

Vraag 11: B
Welke twee synoniemen in het antwoord staan in de tekst? lohnend=finanziell... besser + zwingen, funktioniert nicht = freiwillig

Slide 26 - Open vraag

Vraag 12: C-A-B
C moet op A aansluiten (2x Ausnahme(...)) A sluit aan op B: allerlei instellingen worden genoemd

Slide 27 - Open vraag

Vraag 13: C
Synoniem in het antwoord?
Klarheit? (Alles klar?) brauchen mehr Deutlichkeit

Slide 28 - Open vraag

Vraag 14:
1. niet (staat er niet in)
2. niet (staat er niet in)
3. wel (derzeit = op dit moment in Frankrijk)

Slide 29 - Open vraag

Vraag 15: B
einerseits... andererseits = tegenstelling (SSL lijst)
Produzent <> Eltern
geld verdienen <> opvoeden

Slide 30 - Open vraag

Vraag 16: 3 punten (één fout = 2 punten, 2 fouten = 1 punt)

1. niet ("...mich interessiert das ... nicht...") 4. niet (".Nur... Unnahbarkeit...")
2. niet ("...er seine 30 Minuten Ruhe...") 5. wel ("... fasziniert und...Hiddensee")
3. wel (... unsere, Heimat Stralsund...") 6. wel ("... fand ...verantwortungslos...")

Slide 31 - Open vraag

Vraag 17: Titel + ondertitel!
Alinea 1: "Wir... schauen" "Und gleichzeitig... länger"
Aan de ene kant willen we rust, aan de andere kant plannen we alles helemaal vol.

Slide 32 - Open vraag

Vraag 18: B
Hij wil ons ergens op attenderen, nl. op ons onvermogen.
Wat kunnen we niet? Rode lijn, (onder)titel!

Slide 33 - Open vraag

Vraag 19: A
Lees de zin vóór en de zin mét het gat.
Na de : staat belangrijke info! Veeleisende chef + kinderen, dus: niet alléén B (chef) óf D (kinderen). Irreëel? N-N

Slide 34 - Open vraag

Vraag 20: A
daadwerkelijk = versterkend (SSL lijst)
Erkenntnis: inzicht, besef, kennis

Slide 35 - Open vraag

Vraag 21: B
regel 26-27 "...begegnen... Angst machen..."

Slide 36 - Open vraag

Vraag 22:
1. wel (aus der Zeit herauszufallen)
2. niet (doch r. 42=tegenstelling SSL)

Slide 37 - Open vraag

Vraag 23: C
r. 53 Uns für eine Weile freimachen von Plänen, ...

Slide 38 - Open vraag

Vraag 24: C
Advies: also=dus: bezoek musea... (r. 55)

Slide 39 - Open vraag

Vraag 25: A
Lees de zin vóór en de zin mét het gat.
alinea 2: wetenschappers meten DIT (taal, religie, etniciteit = cultuur)

Slide 40 - Open vraag

Vraag 26: Het aantal voornamen is gestegen / er bestaat nu een grotere diversiteit aan voornamen / er wordt een Frans onderzoek aangehaald / argumentatie op basis van autoriteit

Slide 41 - Open vraag

Vraag 27: B
r. 23 (laatste):
öffentliche Debatte/Kommunikation

Slide 42 - Open vraag

Vraag 28: D
r. 32 (laatste):
Gerne... nicht zu nah.

Slide 43 - Open vraag

Vraag 29: A
unpassend verwendet = wenn jeder für alles das Wort benutzt

Slide 44 - Open vraag

Slide 45 - Tekstslide

Heel erg bedankt voor het harde werken en onwijs veel succes gewenst!
Jullie kunnen het!

Slide 46 - Open vraag