Schreibwerkstatt 1. Zeit und HÄufigkeit

• Duits
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 5

Was machst du manchmal?

Was machst du ab und zu?

Zeitangaben:
1. Het Nederlandse woord 's nachts vertaal je met....

1. im Abend
2. 's Abends
3. am Abend
4. auf Abend

Zeitangaben:
2. Het Nederlandse woord 'al' vertaal je met....

1. schon
2. alle
3. all
4. schön

Zeitangaben:
3. Het Nederlandse woord 'vervolgens' vertaal je met....

1. anschließend
2. schließlich
3. verfolgens

Zeitangaben:
4. Het Nederlandse woord 'eerst' vertaal je met....

1. passt
2. erst
3. zunächst

Zeitangaben:
5. Het Nederlandse woord 'daarna' vertaal je met....

1. danach
2. daarnach
3. da nach

Zeitangaben:
6. Het Nederlandse 'op 1 september' vertaal je met....

1. in 1e September
2. auf 1e Settember
3. auf 1 september
4. am 1. September

Zeitangaben:
7. Het Nederlandse woord 'uiteindelijk' vertaal je met....

1. endlich
2. ausendlich
3. schließlich
4. ausschließlich

Zeitangaben:
8. Het Nederlandse woord 'toen' vertaal je met....

1. pas
2. erst
3. zuerst
4. damals

Zeitangaben:
8. Het Nederlandse woord 'nooit' vertaal je met....

1. machmal
2. immer
3. nie
4. einmal