Past simple/cont. 23A-B

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Doel van de dag

Aan het einde van de les kan je de past continuous uitleggen

Aan het einde van de les kan je de past simple uitleggen

Today's Planning

• Grammar past continuous (10 minutes)
• Grammar past simple (5 minutes)
• Assignments (20 minutes)
• Practice irregular verbs (25 minutes)

Difference?

1. Last summer, my family and I travelled to Europe. We explored historical landmarks, tasted delicious local cuisine, and met friendly locals who shared fascinating stories about their culture.
2.  Last summer, my family and I were travelling in Europe. We were exploring historical landmarks, were tasting delicious local cuisine, and were meeting friendly locals who were sharing fascinating stories about their culture.

Past continuous

Gebruik je om aan te geven dat iets:

•  op een bepaald moment in het verleden aan de gang was. 

- I was eating a pizza last night. (+)

• Als twee dingen tegelijkertijd plaatsvonden:

- I was watching football while my girlfriend was cooking.

• Onderbroken acties:

- I was cooking dinner when the phone rang.

Past continuous

was / were + werkwoord + ing

• was gebruik je bij enkelvoud (I, he, she, it)
• were gebruik je bij meervoud (we, you, they)

- We were planning our holiday last week. (+)

- We weren't planning our holiday. (-)

- Were we planning our holiday? (?)

Opdracht - past continuous

1. Julie______(sleep) at three o'clock.

2. You_______(study) at three o'clock.

3. Luke_____(read) at three o'clock.

4. I________(work) at three o'clock.

5. They_______(eat) chocolate at three o'clock.

6. John_________(play) tennis at three o'clock.

7.  He_______(use) the internet at three o'clock.

8.  You________(cook) lunch at three o'clock.

9. We________(travel) to London at three o'clock.

10. The dogs_____(not/play) outside when the murder happened.

https:

Grammar

Regelmatige werkwoorden krijgen een -ed in de past tense.

Play --> Played

Watch --> watched

Woorden die eindigen met een -y, krijgen -ied.

Try --> tried

Grammar

Vragen en ontkenningen in de past simple krijgen vaak een hulpwerkwoord.

Het hulpwerkwoord is vaak did (not).

Ontkenningen ( onderwerp + didn't + hoofdwerkwoord)

Hij fietst niet naar school --> He didn't cycle to school.

Zij las niet veel boeken --> She didn't read many books.

Grammar

Vragend (Did + onderwerp + hoofdwerkwoord)

Fietste hij naar school? --> Did he cycle to school?

Las zij veel boeken? --> Did she read many books?

Assignments

Wat: je gaat de worksheetopdracht maken.

Hoe: individueel

Tijd: 20 minuten

Uitkomst: je kan de past simple en past continuous gebruiken

Klaar: ga aan de slag met de onregelmatige werkwoorden

https://studygo.com/nl/learn/groups/254664/join?key=4ed7381  

studygo.com

https: