Nederlandse gewoonten, feestdagen

Nederlandse gewoonten
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Beroepsopleiding

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Nederlandse gewoonten

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Thema 2 -Nederlandse gewoonten

2.1 Gewoonten
2.2 Feestdagen
2.3 Het Wilhelmus
2.4 Familiedagen

Slide 2 - Tekstslide

doelen

Ik weet een paar gewoontes en feestdagen in Nederland in Nederland.


Ik ken het Wilhelmus.


Ik kan iets vertellen over familiedagen en vrije dagen.






Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

2.1  Gewoonten
Wat betekent dat?

Wat vind jij typisch Nederlands?


Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn gewoonten in jouw land?

Slide 6 - Open vraag

Welke gewoonten vind jij typisch Nederlands?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de raarste Nederlandse gewoonte?

Cadeaus meteen uitpakken.
Vragen hoeveel je voor iets betaald hebt.
Iedereen feliciteren op een verjaardag.
In een kring zitten op een verjaardag.
1 koekje of stukje taart  bij de koffie. 
Om 18.00 uur eten. 
Voor alles een tikkie willen sturen. Alle kosten altijd willen delen.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is de raarste Nederlandse gewoonte?

1-Iedereen feliciteren op een verjaardag.
2-Voor alles een tikkie willen sturen. Alle kosten altijd willen delen.
3-Vragen hoeveel je voor iets betaald hebt.
4-In een kring zitten op een verjaardag.
5-Cadeaus meteen uitpakken.


Snacks halen uit de muur.
Een afspraak maken voor een bezoek.

Slide 9 - Tekstslide

2.2  Feestdagen

Slide 10 - Tekstslide

Feestdagen in
Nederland

Slide 11 - Woordweb

Op welke dag van
de week zijn
de feestdagen dit jaar?

Slide 12 - Woordweb

 Vaste Feestdagen
 Wat zijn de feestdagen in Nederland?
* Oudjaarsdag            : 31 december
* Nieuwjaarsdag       :    1 januari
* Koningsdag              : 27 april
* Dodenherdenking :   4 mei
* Bevrijdingsdag        :   5 mei 
* Sinterklaas                 :   5 december



Slide 13 - Tekstslide

Vrije Christelijke feestdagen
  • Kerst:  25 en 26 december: geboorte van Jezus. 
  • Pasen: in maart of april: Jezus is opgestaan. Vieren het begin van de                              lente. Paaseieren. 
  • Hemelvaart: donderdag in mei: 40 dagen na Pasen. Jezus gaat naar de                                    hemel. Muziekfestivals en markten. 
  • Pinksteren: in mei of juni: 50 dagen na Pasen. Begin van de kerk

Slide 14 - Tekstslide

Wat doe jij op een Nederlandse feestdag?

Slide 15 - Open vraag

Andere feestdagen
  • Chinees nieuwjaar
  • Suikerfeest
  • Dag van de Arbeid 

Slide 16 - Tekstslide

2.3 Wilhelmus

Slide 17 - Tekstslide

2.3 Het Volkslied: Het Wilhelmus
Hebben jullie het wel eens gehoord?

Waar en wanneer?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Volkslied:  Het Wilhelmus
Het gaat over Willem van Oranje
* sinds 1932
* 15 coupletten
* meestal wordt alleen het eerste couplet gezongen
* feestdagen en bij sportwedstrijden

Slide 20 - Tekstslide

Eerste couplet Wilhelmus
Wilhelmus van Nassouwe
ben ik, van Duitsen bloed,
den Vaderland getrouwe
blijf ik tot in den dood. 
Een Prinse van Oranje
ben ik, onverveerd, 
den Koning van Hispanje
heb ik altijd geëerd. 


Slide 21 - Tekstslide

Volkslied
* Heeft jouw land een volkslied?
* Waar gaat het volkslied over?
* Wanneer wordt het volkslied gezongen? 

Slide 22 - Tekstslide

2.4 Familiedagen
  • Geboorte: beschuit met muisjes
  • Verjaardag: geboorte dag vieren  / naamdag vieren
  • Huwelijk: 2 mensen gaan trouwen                                                 Vieren 12,5 jaar,  25 jaar, 40 - 60 jaar getrouwd zijn.
  • Overlijden: rouwkaart.                                                                         Begrafenis of crematie.                                                                 Condoleren. 


Slide 23 - Tekstslide

Ben jij weleens op zo'n feest geweest? 
Wat vond je ervan?
trouwen
iemand is jarig = verjaardag
kraambezoek


Slide 24 - Tekstslide

Wat zijn de gewoonten in jouw cultuur? 
  • geboorte
  • verjaardag
  • trouwen
  • overlijden 

Slide 25 - Tekstslide

2.5 Vrije tijd
Wat doe jij in jouw vrije tijd?
Sport jij? 


Slide 26 - Tekstslide

Wat kun je doen in je vrije tijd?

  • club of vereniging (sport, zang, wandelen, kerk) 
       * contributie betalen
       * meehelpen als vrijwilliger
  • buurthuis
        * iets leren: koken, fietsen, schilderen, Nederlandse les, 
           samen koffie drinken en praatje maken.  
  • Uitjes: dierentuin, strand, kinderboerderij, pretpark, museum
  • Zwemles: Diploma A, B en C 

Slide 27 - Tekstslide

Vrijheid

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Vrijheid in Nederland
  • In de wet staat dat mensen in Nederland vrij zijn. 
       * geloof, met wie ze willen trouwen, kleding, werken.
  • Rechten van mannen en vrouwen zijn gelijk 

Slide 30 - Tekstslide

Wat ging goed?
Thema 2 -Nederlandse gewoonten




Huiswerk:

Computeropdrachten   2.1  t/m  2.4
Lezen 2.5 en 2.6 de blauwe woorden zoeken in de lijst.























Slide 31 - Tekstslide

Stellingen
  • Moeders moeten ook werken om geld te verdienen. 
  • Een man achter de kinderwagen is heel gewoon
  • Vrouwen kunnen technisch werk doen, mannen kunnen werken in de zorg.
  • Twee mannen samen kunnen goed voor een kind zorgen.
  • Een vrouw als baas is gewoon.  

Slide 32 - Tekstslide

Hoe reageer jij?
Je hebt een nieuwe baan gekregen. Je baas is homo. 
Wat doe jij ? 
a. je zoekt ander werk. Ik wil niet dat mijn baas homo is. 
b. ik vind het niet belangrijk of mijn baas homo is of niet. Het is         belangrijk dat hij een goede baas is. 
c. ik geef hem cadeautjes. Misschien doet hij dan extra aardig           tegen mij. 

Slide 33 - Tekstslide

Hoe is het in jouw vaderland? 
  • mogen vrouwen studeren?
  • mogen vrouwen / mannen eerder trouwen dan 18 jaar?
  • mag iedereen zelf zijn eigen partner kiezen? 
  • mogen vrouwen werken als ze kinderen heeft gekregen? 

Slide 34 - Tekstslide

Tot volgende week!

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Het kan anders...

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video