4. Neerslag

Neerslag 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Neerslag 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 
BK
  • Je weet hoe neerslag ontstaat
  • Je weet hoe stijgingsneerslag ontstaat
  • Je weet hoe stuwingsneerslag ontstaat
KGT  TH
  • Je weet hoe neerslag ontstaat
  • Je weet hoe stijgingsneerslag en stuwingsneerslag ontstaan
  • Je weet waarom er neerslag ontstaat bij een koufront en bij een warmtefront

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 
HV 
• Je weet hoe neerslag ontstaat 
• Je weet hoe stijgingsneerslag ontstaat 
 • Je weet hoe stuwingsneerslag ontstaat 
• Je weet hoe frontale neerslag ontstaat

Slide 3 - Tekstslide

Kringloop van het water 
Wat betekent kringloop? 
De kleine en de grote kringloop 

Slide 4 - Tekstslide

verdamping 
1
neerslag 
2
afstroming 
3
condensatie 
4
wat ontstaat er bij condensatie?

Slide 5 - Tekstslide

De juiste volgorde is...
A
condenseren- verdampen- neerslag
B
verdampen - condenseren - neerslag
C
verdampen - neerslag - condenseren

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de goede volgorde bij de Korte Kringloop van water?
A
Neerslag, zeewater verdampt, waterdamp stijgt
B
Waterdamp stijgt, neerslag, zeewater verdampt
C
zeewater verdampt, waterdamp stijgt, neerslag
D
waterdamp stijgt, wolken regenen uit op het land, water via rivieren terug naar zee

Slide 7 - Quizvraag

Als neerslag infiltreert in de grond hoe heet dit water dan?
A
oppervlaktewater
B
grondwater
C
brak water
D
infiltratiewater

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Stijgingsneerslag 
- stijgt door de warmte, want warme lucht stijgt
- denk aan een pan met aardappels
- waar ter wereld gebeurt dit? 

Stuwingsneerslag 
- wolken worden omhoog gestuwd
- moet bij een berg omhoog 

Slide 10 - Tekstslide

loefzijde 
1
lijzijde 
2
een wolk wil altijd door, wat moet de wolk doen? 

Slide 11 - Tekstslide

Welke 3 begrippen horen bij stuwingsneerslag
A
warme vochtige lucht, condensatie, neerslag
B
koude droge lucht, condensatie, regen
C
stijgende lucht vanaf de lijzijde, neerslag, wolkbreuk
D
Wind vanaf land, weinig wolken, veel neerslag

Slide 12 - Quizvraag

Een gebergte kan neerslag en temperatuur tegenhouden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Stuwingsneerslag is neerslag die opstijgt tegen een gebergte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

BK mogen aan het werk

Slide 15 - Tekstslide

3 soorten neerslag
  1. Stijgingsneerslag (bij de evenaar)
  2. Stuwingsneerslag
  3. frontale neerslag

Slide 16 - Tekstslide

warmte front 
1
koufront

2

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Wat is neerslag?
A
Dauw, regen en sneeuw
B
Wind, storm en hagel
C
Wind, neerslag en temperatuur
D
Wind neerslag en mist

Slide 19 - Quizvraag

wat is geen neerslag
A
regen
B
wind
C
sneeuw
D
dauw

Slide 20 - Quizvraag

In Nederland komt de volgende neerslagvorm het meest voor
A
Stijgingsneerslag
B
Stuwingsneerslag
C
Frontale Neerslag
D
Geen van drie.

Slide 21 - Quizvraag

Hoe noemen we het proces van het 'in de grond zakken van water'?
A
Nuttige neerslag
B
Infiltratie
C
Grondwater
D
Evapotranspiratie

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noemen we de regen die ontstaat als vochtige lucht tegen een berg aanwaait
A
frontale regen
B
stijgingsregen
C
stuwingsregen
D
nuttige neerslag

Slide 23 - Quizvraag

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 24 - Tekstslide