Intervisie

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapsonderwijsHBOStudiejaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het? 
- Gestructureerde bijeenkomst waarin je van elkaar leert
- Er worden vraagstukken/situaties ingebracht 
- Je leert van vragen en problemen van medestudenten uit de praktijk 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden
• Veiligheid;
• Geheimhouding;
• Vertrouwen in elkaar;
• Openheid;
• Motivatie;
• Feedback kunnen geven en ontvangen;


Slide 4 - Tekstslide

Don'ts ook bespreken! 

Slide 5 - Tekstslide

Er zijn veel verschillende intervisiemethoden. In deze workshop behandelen we er drie. Op de volgende slides volgt meer informatie en op het werkblad is deze informatie ook terug te vinden. Studenten gaan hier mee oefenen.
1. De incidentmethode
Deze methode is te gebruiken wanneer je een situatie aan medestudenten voor wil leggen vanuit de nieuwsgierigheid om te leren en/of te toetsen hoe zij in dezelfde situaties zouden handelen.
2. De roddelmethode
Deze methode is te gebruiken om een oplossing te krijgen voor het ingebrachte vraagstuk. De student die het vraagstuk inbrengt, gaat op een gegeven moment buiten de groep zitten, waardoor hij/zij alleen kan luisteren.
3. De vier je succesmethode
Deze methode is in te zetten als een deelnemer een succes wil delen. Het zorgt er ook voor dat de inbrenger meer inzicht krijgt in waarom de succesvolle situatie daadwerkelijk een succes was. De inbrenger krijgt feedback en kan zo achterhalen wat ervoor gezorgd heeft dat hij/zij de situatie tot een succes heeft gebracht.

Slide 6 - Tekstslide

De incident methode
Inbreng: Breng een “incident” (situatie) in. Vertel in het kort wie, wat, waar en hoe etc. Je houdt je bij de feiten en vertelt niets over de gebeurtenissen na het incident.
Vragenronde: De overige deelnemers stellen vragen aan de inbrenger over de feiten voorafgaand en samenhangend met het incident. Vragen moeten gericht zijn op informatieverzameling om gefundeerd een mening te kunnen vormen over de gebeurtenis. Stel zo veel mogelijk open vragen (hoe, wat, wanneer, waar...)
Situatie-analyse: Een ieder analyseert de situatie voor zichzelf. Luisteren, samenvatten en doorvragen is mogelijk, maar mag nog geen oplossingen of meningen aanbieden!
Formulering: Ieder kiest een besluit, mening, oplossing of actie en formuleert dat voor zichzelf met daarbij de belangrijkste overwegingen.
Uitwisseling: Ieder legt zijn besluit of oplossing voor en geeft daarbij de overwegingen aan.
De aanpak: Inbrenger geeft aan welke overwegingen aanspreken, vertelt hoe hij gehandeld heeft of zou handelen. Gezamenlijk kan naar overeenkomsten en verschillen in de verschillende meningen worden gezocht.

Slide 7 - Tekstslide

De roddelmethode
Introductie De inbrenger vertelt zijn vraag en geeft een korte toelichting.
Verkenningsfase De groepsleden verkennen met gerichte, open vragen het probleem op inhoud, relatie. gevoel en procedure.
Roddelfase De inbrenger gaat buiten de kring zitten. De groepsleden roddelen 15 minuten met elkaar over de mogelijke achtergronden van het probleem en de oplossingen. De inbrenger bemoeit zich niet met de roddel, luistert en maakt aantekeningen over wat opvalt of raakt.
Ervaring De vraagsteller komt terug in de groep en vertelt wat hij heeft ervaren. Hoe het was om buiten de groep te zitten, wat raakte hem en wat vindt hij van de oplossing.
Evaluatie Inbrenger en groepsleden kijken samen terug op het proces. Wat heeft het opgeleverd en hoe is het door iedereen ervaren

Slide 8 - Tekstslide

De vier je succesmethode
 
1 Inbreng: Bespreek in de groep een situatie (op school / bijbaan) die erg goed verliep. Wat gebeurde er en wat heeft volgens jou tot dit succes geleid? Welke factoren speelden een rol? Vertel de overige deelnemers welk aandeel jij in het geheel had.
 
2 Positieve feedback: Inbrenger luistert en geeft geen reactie. De andere deelnemers geven positieve feedback over:
Wat zij denken dat tot het succes heeft geleid.
Wat op hen indruk heeft gemaakt over jouw aanpak, acties en gedrag.
Positieve effecten van jouw verhaal op hen (wat ging er in hen om, wat dachten en voelden zij terwijl er naar jou geluisterd werd?)
Gebruik zinnen als: “Ik was onder de indruk van…..…” / “Ik vind het tof om te horen………” / “Het was goed dat jij……………...”
3 Respons: Als inbrenger geef je een reactie op de verkregen feedback. Welke feedback heeft je het meeste geraakt? Welke feedback maakt je trots op jezelf?

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht: Oefenen met intervisie.
Deel de klas in groepen van vier studenten en geef hen de volgende opdracht mee:
Bedenk een situatie waarover je graag met medestudenten van gedachten wil wisselen (zie werkblad). Geef aan welke intervisie-methode je wil gebruiken. Gebruik het werkblad ook voor informatie over de methoden.
Oefen met je groepje minimaal twee methoden. Houd daarbij de intervisieregels in acht.
Verwerk het resultaat op het werkblad: in je actieplan (uit eerdere workshop “POP-PAP”)
Bespreek plenair: wat zijn de ervaringen? Was de ene methode waardevoller, leuker, makkelijker dan de andere?
Ga de mat op – volgende slide
Suggesties voor inbreng van situaties – gebruik de Lumina profielschets:
Pak je profielschets erbij en ga naar de pagina van de sterretjes en blokjes.
Willen ze graag een eigenschap ontwikkelen die voor zichzelf laag hebben gescoord (blokje) en willen ze daar advies over? Gebruik bv. de roddelmethode
Kunnen ze een situatie bedenken waarin ze heel bewust een eigenschap hebben ingezet die ze voor zichzelf heel hoog hebben gescoord (sterretje). Succes: gebruik bv. de vier je succesmethode.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies