V5 11-11 Examenstrategie 1: Gap-Fill Vragen

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Examenstrategie:
Gap-Fill Vragen


Slide 2 - Tekstslide

Waarom?
- Examenstrategieën kun je nu al bij leesteksten gebruiken

- Helpen je sneller/makkelijker een tekst te begrijpen

- In de examenklas heb je ze dan allemaal al een keer gehad

Slide 3 - Tekstslide

Gap-Fill Vragen
- Komen veel voor in examens: 

Which of the following fits the gap ( _______ ) in paragraph 4?
       a. Consequently
       b. Furthermore
       c. Instead
       d. Similarly 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Soorten Gap-Fill Vragen:
- Functiewoorden (however, indeed, yet) = zoeken naar
   verbanden.
- Werkwoord (cheered, ignored, yawned) of bijvoeglijk
   naamwoord (stupid, triumphant) = zoeken naar de 
   positieve / negatieve toon van de tekst/woorden.
- Zelfstandig naamwoord (actors, audiences) = zoeken naar 
   verwijzing naar eerder genoemde personen/dingen.

Slide 6 - Tekstslide

Strategie:
1. Hele tekst = gap-fill vragen? Scan eerst de tekst om te weten 
    waar het over gaat. 
2. Begin met lezen tot je de eerste "gap" tegenkomt: wat zijn 
    de antwoordmogelijkheden?
3. Weet je wat de mogelijkheden betekenen: zo nee, zoek de 
    vertalingen op. 

Slide 7 - Tekstslide

Strategie:
4. Lees de zin voor en na de zin waar de "gap" in staat: bijna 
    altijd staat de oplossing tot het antwoord daarin. 
5. Bedenk wat voor soort woord je zelf zou invullen. 
6. Streep antwoordmogelijkheden weg (zijn er bijv. positieve 
    woorden terwijl het iets negatiefs moet zijn, enz.)
7. Kies het antwoord dat het beste past. 

Slide 8 - Tekstslide

Tips:
- Als de tekst bestaat uit alleen gap-fill vragen: ga na het 
  maken van de hele tekst terug naar de eerste paar vragen, je 
  hebt nu namelijk een beter idee van waar de tekst over gaat. 
- Let extra op signaalwoorden: "so" en "therefore" geven bijv. 
   aan dat er een verklaring komt, dus zal de "gap" een reden 
   bevatten, net zoals "but" en "however" een tegenstelling
   aankondigen. 

Slide 9 - Tekstslide

Tips:
- Als er tussen de 4 antwoordmogelijkheden 2 antwoorden 
   zitten die een tegenstelling vormen (groot-klein, positief-
   negatief) dan is 1 van die twee het antwoord, de andere 
   antwoorden zijn 'onzin-antwoorden'. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

timer
1:30

Slide 12 - Tekstslide

Welk 'phrase' past in gat 7?
A
others will follow
B
protests will increase
C
the costs will drop
D
they will be taxed

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

timer
1:30

Slide 15 - Tekstslide

Welk woord past in gat 16?
A
Furthermore
B
Instead
C
Likewise

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

timer
1:30

Slide 18 - Tekstslide

Welk woord past er in gat 25?
A
dependence
B
fascination
C
indifference
D
irritation

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Homework 
Homework for Friday:
Text 3&4: read the texts and answer the questions
(all available on itslearning)

Important: als je te weinig tijd hebt om beide teksten goed te lezen, focus je dan eerst op tekst 4 en beantwoord de bijbehorende vragen. 

Slide 21 - Tekstslide

timer
1:30

Slide 22 - Tekstslide

Which of the following fits the gap?
A
Consumed
B
Promoted
C
Rejected

Slide 23 - Quizvraag

timer
1:30

Slide 24 - Tekstslide

Which of the following fits the gap?
A
As
B
If
C
Unless

Slide 25 - Quizvraag

Thank you!
Thank you!

Slide 26 - Tekstslide