Ademhaling, zuurstof toedienen en medisch rekenen

Ademhaling + 
zuurstof toedienen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ademhaling + 
zuurstof toedienen

Slide 1 - Tekstslide

Programma 
  • Lesdoelen doornemen
  • Hoe werkt de ademhaling?
  • Wat is zuurstof?
  • Verschijnselen van zuurstoftekort
  • Indicaties zuurstof toediening
  • Rekensommen zuurstof toedienen
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van deze les..
Kun je de anatomie en fysiologie van de ademhaling benoemen.
Kun je indicaties en contra-indicaties voor zuurstof benoemen.
Weet je hoe je een zuurstoftekort kunt herkennen.
Rekenen met zuurstof toedienen.

Slide 3 - Tekstslide

Ademhaling

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Lucht bestaat uit?
Zuurstof CO2 21%
Stikstof 78 %
Waterdamp 4%
en sporen van andere gassen

Slide 6 - Tekstslide

Verschijnselen zuurstof tekort
(hypoxie)
  • Kortademigheid
  • Onrust
  • Prikkelbaarheid
  • Hoge hartfrequentie
  • Bloeddrukstijging
  • Blauwe verkleuring van lippen en slijmvliezen
  •  Bewustzijnsstoornissen
  • Desoriëntatie
  • Wanen en hallucinaties

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kan je de zuurstof meten bij een zorgvrager?

Slide 8 - Woordweb

Hoe meet je het zuurstof gehalte in het bloed?
  • Zuurstof saturatie met saturatiemeter: zuurstof gehalte in bloed
  • capillaire astrup/veneus bloedgas : hiel/vinger/oorlel/ venapunctie: pH, O2, CO2, HCO3-, BE en O2-sat
  • arteriele astrup: pH, O2, CO2, HCO3-, BE en O2-sat worden daarbij gemeten. Dit bloedgas wordt afgenomen in de pols (arteria radialis) of de lies (arteria femoralis).

Slide 9 - Tekstslide

Zuurstofmaskers
1. Neusbril                           2. Masker                   3.  NRB                                                                                                               (Non-Rebreathing Masker)

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn redenen om
zuurstof toe te dienen?
A
Hart en vaatziekten
B
Tijdens en na een operatie
C
Longziekten
D
Plotselinge ademnood

Slide 11 - Quizvraag

Zuurstof toedienen 
Voorbehouden 
of 
Risicovolle handeling 

Slide 12 - Tekstslide

Aan welke voorwaarden moet je voldoen om zuurstof te mogen geven?

Slide 13 - Open vraag

Contra-indicatie voor (veel) zuurstof

Ernstige COPD

PO2 graad (bloedgasaanvraag) stijgt, ademhalingsprikkel stopt.
CO2 hoopt op in het lichaam.

Slide 14 - Tekstslide

                                                        zuurstof toedienen


Voordelen 

Zuurstoftekort wordt opgeheven



Nadelen

- Teveel zuurstof kan leiden tot stoppen ademhalingsprikkel en koolzuurstapeling 
in het bloed.
- Droge slijmvliezen
- Drukplekken in neus
- Niet meer roken

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link



Oefenen aansluiten zuurstof 

Slide 17 - Tekstslide

Rekensommen

 zuurstoftoedienen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Je beschikt over een cilinder van 20 L de manometer geeft 170 Bar aan.
Hoeveel zuurstof zit er in de cilinder?
A
20 L
B
340 L
C
170 L
D
3400 L

Slide 21 - Quizvraag

Je hebt 1260 L zuurstof in de cilinder.
Een zorgvrager gebruikt 1,5 L / min.
Na hoeveel uur moet je de cilinder vervangen?
A
14 uur
B
840 uur
C
31 uur
D
36 uur

Slide 22 - Quizvraag

Voorbeeld som  zuurstof naar minuten  
Vraag: Hoeveel zuurstof is er nog aanwezig in de cilinder?
Formule is: Cilinder inhoud x manometer = ... L zuurstof in cilinder
Vraag: Hoeveel uur kan de bewoner met de zuurstoffles doen?
Formule: Liters zuurstof in de cilinder / aantal liters zuurstof x 60 min = 
Voorbeeld: 
cilinder van 10 L en 130 bar = 1300 L zuurstof aanwezig
ZV gebruikt 4 L p/m hoelang kan hij met de fles doen?
1300/4L = 325 
325/60 min = 5,4
5 uur x 60 min = 300 
325 - 300 = 25 min over dus 5 uur en 25 min.



Slide 23 - Tekstslide

Op de afdeling staat een zuurstofcilinders van 5 liter met 145 bar. Meneer Blauw heeft dringend zuurstof 5 liter nodig met een zuurstofmasker.
Vraag a: hoe lang kan meneer Blauw deze cilinder gebruiken? Bereken de uren en de minuten.
A
7 uur en 25 min
B
2 uur en 25 min
C
24 uur
D
3 uur en 5 min

Slide 24 - Quizvraag

Op de afdeling heeft mevrouw de Bruin zuurstof nodig ter ondersteuning. Het voorschrift van de arts is 1 liter.
De cilinder is 10 liter, de manometer staat op 80 bar,
Vraag a: hoe lang kan mevrouw de Bruin deze cilinder gebruiken? Bereken de uren en de minuten.
A
8 uur
B
13 uur
C
13 uur en 20 min
D
1 uur en 3 min

Slide 25 - Quizvraag

Er zit nog 2150 L zuurstof in een cilinder van 50 L.
Wat is de stand van de manometer?
A
40 Bar
B
42 Bar
C
41 Bar
D
43 Bar

Slide 26 - Quizvraag

Een nieuwe cilinder van 10 liter en de manometer staat op 350 bar. De zorgvrager krijgt 1L P/M hoelang gaat de cilinder mee?
A
58 uur
B
580 uur
C
5,8 uur
D
58 uur en 20 min

Slide 27 - Quizvraag

Weetjes:
  • Het gemiddelde gebruik is één á twee liter per minuut. 
  • Niet alleen te weinig, maar ook te veel zuurstof kan schadelijk zijn.
  • Je ademt uit door de ontspanning van de spieren tussen de ribben en in het middenrif. Er gaat per dag zo'n 10.000 liter lucht naar de longen! 
  • Een volwassene ademt gemiddeld 0,5 liter lucht met een frequentie van 12 tot 15 keer per minuut (zittend, zonder inspanning), komen we tot volgende som: 0,5 * 12 * 60 = 360 liter per uur.

Slide 28 - Tekstslide

Heb je nog vragen over medisch rekenen en/of zuurstof toedienen?

Slide 29 - Open vraag

Einde leerpad :-) 

Slide 30 - Tekstslide