Politiek- 3.6 De parlementaire democratie

Klaar voor de les?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Klaar voor de les?

Slide 1 - Tekstslide

3.6 Parlementaire democratie
3GT maatschappijleer

Slide 2 - Tekstslide

To Do
Vandaag:
Wat is een parlementaire democratie?

En hoe werkt het?

Slide 3 - Tekstslide

Democratie NL
Kenmerken:

1. Grondwet
2. Macht verdeeld 
3. Door de burgers gekozen parlement heeft hoogte macht

Slide 4 - Tekstslide

Grondwet
Rechten en plichten van de burgers en de overheid

Voorbeelden van grondrechten (mensenrechten):
1. vrijheid van meningsuiting
2. Recht op gelijke behandeling
3. Recht op een eerlijke rechtszaak
4. Recht om te stemmen bij verkiezingen.

Slide 5 - Tekstslide

Plichten
Iedereen in NL heeft ook plichten.

Voorbeelden zijn:
1. Belasting betalen
2. Naar school (leerplicht)

Slide 6 - Tekstslide

In Nederland is er sprake van een
Trias politica, wat is dat?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

Maak nu online opdracht 2!
Ga naar:

1. Politiek
2. Paragraaf 3.6 Parlementaire democratie
3. Maak opdracht 2- A & B

Slide 9 - Tekstslide

Scheiding der machten
Nederland kent 3 politieke machten: Trias politica

1. wetgevende macht --> parlement
2. uitvoerende macht --> regering
3. rechtsprekende macht --> rechters

Slide 10 - Tekstslide

Macht van het parlement
Volksvertegenwoordigers hebben hoogte macht binnen parlement.  (gekozen door het volk)

Elke wet moet door het parlement worden goedgekeurd.
Invloed hierop heet daarom Parlementaire democratie.

Slide 11 - Tekstslide

De optelsom...
Nederland is ook een rechtsstaat
Dit betekent: een land waarin de rechten en plichten van de burgers + overheid in de grondwet zijn vastgelegd en wordt nageleefd.

Rechtsstaat= Parlementaire democratie + Grondwet + Trias Politica.

Slide 12 - Tekstslide

Aan het werk
Paragaaf 3.6 – De parlementaire democratie
➔ Lees blz. 50 en 51 / Maak opdracht 1- 3, 11 en 12.

Slide 13 - Tekstslide