Spelling 1

Spelling 1
hoofdletters en tekens: afkortingen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling 1
hoofdletters en tekens: afkortingen

Slide 1 - Tekstslide

Afkortingen die we al kennen

Slide 2 - Woordweb

Afkortingen
Er zijn twee soorten afkortingen:
1. afkortingen die mensen zelf bedenken zoals "ff"
2. afkortingen die officieel bestaan. Deze zijn goed

Hoe kort je officieel af?
1. een woordengroep
Je schrijft steeds de eerste letter van een woord, gevolgd door een punt.
i.p.v. = in plaats van
d.w.z. = dat wil zeggen
2. één woord
Je schrijft een gedeelte van het woord, gevold door een punt
bijv. = bijvoorbeeld
prof. = professor



Slide 3 - Tekstslide

Je schrijft de eerste letter van elke lettergreep, gevolgd door een punt.
a.u.b. = alstublieft
Soms hoef je geen punten te schrijven. Als de afkorting veel gebruikt wordt of als het een maat is
tv = televisie
wc = watercloset
ml = milliliter
cm = centimeter
havo = hoger algemeen vormend onderwijs
info = informatie
3. een naam
Je schrijft de eerste letter van elk woord als een hoofdletter zonder punten.
PSV
EU
ANWB

Slide 4 - Tekstslide

De afkorting van:
onder andere

Slide 5 - Open vraag

De afkorting van:
bijvoorbeeld

Slide 6 - Open vraag

De afkorting van:
met betrekking tot

Slide 7 - Open vraag

De afkorting van:
zo goed als nieuw

Slide 8 - Open vraag

De afkorting van:
en dergelijke

Slide 9 - Open vraag

De afkorting van:
ten behoeve van

Slide 10 - Open vraag

De afkorting van:
Koninklijke Luchtvaart Maatschappij

Slide 11 - Open vraag

De afkorting van:
met uitzondering van

Slide 12 - Open vraag

De afkorting van:
informatie

Slide 13 - Open vraag

De afkorting van:
Nederland

Slide 14 - Open vraag

De afkorting van:
pagina

Slide 15 - Open vraag

De afkorting van:
bladzijde

Slide 16 - Open vraag

Zelfstandig werken
Maak blz. 55 van je werkboek (niks overslaan)

Klaar? 3* werkwoordpaard (30*) en 2* spellingsmol (20*)
Klaar? Junior Einstein weektaak
Klaar? TaalBlobs
Klaar? 3* grammaticaklussers erbij

Succes :-)

Slide 17 - Tekstslide