2.1 Find Out & Grammar

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

	Vak: Engels Hoofdstuk: 2.1 Find out & Grammar
1.	Lesson opening
2.	Lesson goals
3.	Arrangements + Mini-check
4.	Instruction
5.	Supervised practice
6.	Work independently
7.	Evaluation

1. Lesson opening

Take your English book but keep it closed.

Homework check: 

-

2. Lesson goals

After this lesson: 

- can you use the grammar comparisons

- do you know how to use the grammar of much/many

- can you explain when you use many and when you use much.

3. Arrangements

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

Krystian, Gijs, Jochem & Jamie

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Jaysen, Jessica & Niek

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen en samen begeleid inoefenen.

n.v.t.

Verdiept arrangement:

Verdiept: Krystian, Gijs, Jochem & Jamie

Huiswerk noteren + maken:

les: 2.1 Find Out & Grammar

blz: 49 t/m 51 en 53/54

opdr: 1 t/m 4, 7 & 8

Mini-check

leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Welk rijtje is juist?

1. Big - bigger - biggest
2. Nice - Niceer - Niceest
3. Tall - Taler - Talest
4. Long - Longger - Longest

Do you think my hair looks ... (pretty) this way?

1. prettier
2. prettyer
3. more pretty
4. more prettyer

Much or many?
potatoes

1. much
2. many

Much or many?
children

1. much
2. many

Wie maakt wat:

4 vragen of meer goed? Ga zelfstandig aan de slag:

Je maakt zelfstandig 2.1 opdracht 1 t/m 4, 7 & 8 op blz. 49 t/m 51 en 53/54.

De rest doet mee met de instructie.

4. Instruction

Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Comparisons

In het Nederlands: trappen van vergelijkingen.

Gebruik: Om mensen of dingen te beschrijven/vergelijken

C

B

A

Box A is small.

Box B is smaller than box A.

Box C is the smallest of all.

Comparisons met 1 lettergreep

Woorden van 1 lettergreep:

- Vergrotende trap: -er

- Overtreffende trap: -est

old

older

oldest

woorden eindigt op -e of klinker en medeklinker

Spelling 1 lettergreep:
Woorden die eindigen op een -e 
Nice - Nicer - Nicest

Woorden die eindigen op een klinker + medeklinker
Fat - Fatter - Fattest 

2+ lettergrepen

Woorden van 2 lettergrepen of meer:

- Vergrotende trap: more 

- Overtreffende trap: most

expensive

more expensive

most expensive

Uitzondering 2 lettergrepen

Woorden die eindigen op een -y 

Lazy - Lazier - Laziest 
Happy - Happier - Happiest 

Onregelmatig 

Good - Better - Best
Bad - Worse - Worst 

Deze leer je uit je hoofd! 

Much or Many=veel

many

much

5. Supervised practice

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis & verdiept)?

Je gaat zelfstandig opdracht 1 t/m 4, 7 & 8 op blz. 49 t/m 51 en 53/54 maken. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig?

Intensief of begrijp je het niet? Dan maken we samen opdracht 7 & 8

6. Work independently

Je gaat zelfstandig 2.1 opdracht 1 t/m 4, 7 & 8 op blz. 49 t/m 51 en 53/54 maken. 

Ben je klaar?

1. Nakijken en verbeteren

2. Vocabulary 2.1 leren (via het boek, woordzoeker of Quizlet). 

7. Evaluation

How did the lesson go? 

Do you have questions or did you find something difficult? 

Lesson goals: 

- can you use the grammar comparisons?

- do you know how to use the grammar of much/many?

- can you explain when you use many and when you use much?

8. Homework & Tests

Homework:

Friday November 17th

2.1 opdracht 1 t/m 4, 7 & 8 

Tests: