Examentraining m4

Examentraining GS
Staatsinrichting/Historisch overzicht
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examentraining GS
Staatsinrichting/Historisch overzicht

Slide 1 - Tekstslide

Opdrachten
Maak de opdrachten zelfstandig of in tweetallen
Probeer de opdrachten zonder de leertekst te maken

Slide 2 - Tekstslide

De bron gaat over een belangrijk politicus. Noem deze.

Slide 3 - Open vraag

Waarom besloot Koning Willem II in 1848 een nieuwe grondwet aan te nemen?

Slide 4 - Open vraag

Geef een voorbeeld van de grondwetswijziging van Thorbecke

Slide 5 - Open vraag

Een feministe wilde in 1916 met de publicatie van deze bron een politiek
doel bereiken. De vraagtekens heeft zij bewust laten staan.
Wat wilde zij met de vraagtekens duidelijk maken?

Slide 6 - Open vraag

Waarom is de F-D oorlog een oorzaak voor WO1?

Gebruik een element uit de bron.
Spotprent

Slide 7 - Open vraag

Uit welk land zou de tekenaar komen? Leg uit waarom.
Spotprent

Slide 8 - Open vraag

Over welk historisch onderwerp gaat de spotprent? Hoe weet je dat?
1
Heeft de spotprent een titel of een bijschrift?
2
Weet je iets over de tekenaar? Bijvoorbeeld bij welke groep hij hoorde of uit welk land hij kwam?
3
In de verdrukking' (1917)
Wie stellen de personen op de spotprent voor?
4
Zijn de personen positief of negatief afgebeeld? Hoe zie je dat?
5
Wat doen de personen?
6
Welke dingen zie je op de spotprent?
7
Wat stellen deze dingen volgens jou voor?
8
Legenda
Andere delen van de spotprent
De personen op de spotprent
Algemeen
Wat is de boodschap van de maker van de spotprent? Hoe weet je dat?
9
Conclusie

Slide 9 - Tekstslide

Hoe wordt het Duitse idee genoemd om een tweefrontenoorlog te voorkomen in WOI?

Slide 10 - Open vraag

Deze spotprent mocht tijdens de Eerste Wereldoorlog niet gepubliceerd worden van de Nederlandse regering.
Geef een politieke reden hiervoor.

Slide 11 - Open vraag

Leg uit, met behulp van een onderdeel van de bron, welke
propagandaboodschap de Amerikaanse regering wilde overbrengen.
1. De boodschap is...
2. Te herkennen aan...

Slide 12 - Open vraag

Hoe loopt het af met de tsaar en zijn familie?

Slide 13 - Open vraag

Stelling: ''In 1917 waren er in Rusland twee revoluties''.
Beargumenteer of de stelling klopt.

Slide 14 - Open vraag

Op de poster staat: "Leve de Sovjet-Unie!"

Is deze bron bruikbaar als je wil weten of er sprake was van
propaganda in de Sovjet-Unie?
Waarom wel of waarom niet. Leg je antwoord uit!

Slide 15 - Open vraag

Over welk historisch onderwerp gaat de spotprent? Hoe weet je dat?
1
Heeft de spotprent een titel of een bijschrift?
2
Weet je iets over de tekenaar? Bijvoorbeeld bij welke groep hij hoorde of uit welk land hij kwam?
3
“Voor mij is er geen honger 
in de Sovjetunie.” (1928)
Wie stellen de personen op de spotprent voor?
4
Zijn de personen positief of negatief afgebeeld? Hoe zie je dat?
5
Wat doen de personen?
6
Welke dingen zie je op de spotprent?
7
Wat stellen deze dingen volgens jou voor?
8
Legenda
Andere delen van de spotprent
De personen op de spotprent
Algemeen
Wat is de boodschap van de maker van de spotprent? Hoe weet je dat?
9
Conclusie

Slide 16 - Tekstslide



De foto is gemaakt als propaganda voor het economisch beleid in de jaren dertig in de Sovjet Unie. Geef de naam van dit economisch beleid:

Slide 17 - Open vraag

Een foto van een Goelagkamp

Is deze bron bruikbaar als je wil weten of het leven in een Goelag
kamp zwaar was?
Waarom wel of waarom niet. Leg je antwoord uit!

Slide 18 - Open vraag

Over welk historisch onderwerp gaat de spotprent? Hoe weet je dat?
1
Heeft de spotprent een titel of een bijschrift?
2
Weet je iets over de tekenaar? Bijvoorbeeld bij welke groep hij hoorde of uit welk land hij kwam?
3
Och, het zou mij niets verwonderen als Hitler werd gekozen.
Wie stellen de personen op de spotprent voor?
4
Zijn de personen positief of negatief afgebeeld? Hoe zie je dat?
5
Wat doen de personen?
6
Welke dingen zie je op de spotprent?
7
Wat stellen deze dingen volgens jou voor?
8
Legenda
Andere delen van de spotprent
De personen op de spotprent
Algemeen
Wat is de boodschap van de maker van de spotprent? Hoe weet je dat?
9
Conclusie

Slide 19 - Tekstslide

Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde van vroeger naar later. Noteer alleen de nummers.
1 Hitler komt aan de macht in Duitsland
2 Duitsland valt Nederland binnen
3 De Tweede Wereldoorlog begint
4 Duitsland capituleert
5 De slag om Stalingrad

Slide 20 - Open vraag

Na de Tweede Wereldoorlog is er in Nederland sprake van toenemende amerikanisering. Een voorbeeld hiervan is de rock-and-roll-muziek.

Geef een ander concreet voorbeeld van amerikanisering.

Slide 21 - Open vraag

Waarom riep Soekarno na WOII meteen de onafhankelijkheid uit?

Slide 22 - Open vraag

Soekarno werd door sommige Nederlanders vergeleken met Anton Mussert (de leider van de NSB). Leg uit waarom.

Slide 23 - Open vraag

Welke mening heeft de tekenaar van de prent?

Slide 24 - Open vraag

Welk begrip past bij deze foto?

Slide 25 - Open vraag

Over welk historisch onderwerp gaat de spotprent? Hoe weet je dat?
1
Heeft de spotprent een titel of een bijschrift?
2
Weet je iets over de tekenaar? Bijvoorbeeld bij welke groep hij hoorde of uit welk land hij kwam?
3
Toelichting
Op de borden staan teksten als: Goelag en Das Kapital. Verder is er een borstbeeld van Stalin en een portret van Lenin te zien.
Wie stellen de personen op de spotprent voor?
4
Zijn de personen positief of negatief afgebeeld? Hoe zie je dat?
5
Wat doen de personen?
6
Welke dingen zie je op de spotprent?
7
Wat stellen deze dingen volgens jou voor?
8
Legenda
Andere delen van de spotprent
De personen op de spotprent
Algemeen
Wat is de boodschap van de maker van de spotprent? Hoe weet je dat?
9
Conclusie

Slide 26 - Tekstslide

Wat betekent glasnost?

Slide 27 - Open vraag

Welke volgorde is juist??

A
EGKS, EU, EG, euro
B
euro, EU, EG, EGKS
C
EGKS, EG, EU, euro.
D
EGKS, EG, euro, EU

Slide 28 - Quizvraag

Welk Europese instelling hoort bij de omschrijving?

Voert het Europese beleid uit
A
De Europese Commissie
B
Het Europese Parlement
C
De Raad van Ministers
D
geen van deze instellingen

Slide 29 - Quizvraag

Hoe is de Europese samenwerking ontstaan?
Zet de cijfers 1, 2, 3, 4 voor de zinnen zodat ze in de juiste volgorde komen te staan.
Dat wat het eerst gebeurde geef je cijfer 1.
….. Na de Tweede Wereldoorlog wilden Europese landen geen oorlog meer.
….. Ze hoopten zo de vrede te bewaren.
….. Ze spraken af om samen kool en staal te produceren.
….. Hierdoor konden de landen elkaar controleren.

Slide 30 - Open vraag




Sleep de audiofragmenten naar de juiste gebeurtenis of persoon.

Slide 31 - Tekstslide