Thema 4: Voortplanting en Seksualiteit

Vandaag
- Thema 4: Voortplanting en Seksualiteit
- 4.1: De puberteit
(- 4.2: Een vrouw)
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
- Thema 4: Voortplanting en Seksualiteit
- 4.1: De puberteit
(- 4.2: Een vrouw)

Slide 1 - Tekstslide

Thema 4: Voortplanting en seksualiteit

- Wat regels/opmerkingen vooraf
- Belangrijkste:  dit lokaal is een veilige plek (om over dingen te praten) en maken wij elkaar dus niet belachelijk om wat voor reden dan ook

Slide 2 - Tekstslide

Iedereen is anders
- Mannen zien er meestal anders uit dan vrouwen
- Jongens anders dan meisjes
- Maar ook tussen twee jongens of twee meisjes zijn er allerlei verschillen

- DUS: ben niet te hard voor jezelf en ben blij met wie je bent :)

Slide 3 - Tekstslide

4.1 De puberteit
- Je kunt primaire en secundaire geslachtskenmerken noemen
- Je kunt de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven

Slide 4 - Tekstslide

Geslachtskenmerken
- Primaire en secundaire geslachtskenmerken

- Het geslacht (jongen of meisje) van een baby herken je meteen aan de primaire geslachtskenmerken (penis/balzak of vulva)

- Soms is een baby intersekse: zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken

Slide 5 - Tekstslide

Puberteit
- Gemiddeld begint deze in het 12e levensjaar

- Je verandert lichamelijk, geestelijk én sociaal

- Deze veranderingen kunnen spannend of moeilijk zijn

Slide 6 - Tekstslide

Lichamelijke veranderingen
Sommige kan je zien:
- Snel groeien (groeispurt)
- Krijgen van okselhaar, schaamhaar, etc. 

Andere niet:
- Veranderingen in je lichaam: ontwikkeling van voortplantingsorganen

- Geslachtskenmerken die in de puberteit ontstaan, heten secundaire geslachtskenmerken

Slide 7 - Tekstslide

Je eigen tempo, je eigen lijf
- De veranderingen in de puberteit komen bij iedereen op een ander moment

- Bij sommigen blijven sommige veranderingen (bijna) helemaal weg

- De secundaire geslachtskenmerken van mensen kunnen daardoor heel verschillend zijn

- Iedereen ontwikkelt zich op zijn eigen tempo, dus je hoeft je absoluut geen zorgen te maken als je "laat" of "vroeg" bent met ontwikkelen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

"Het resultaat"
- Het resultaat is bij iedereen anders: iedereen ziet er anders uit

- Hoe jouw lichaam zich ontwikkelt, is bijzonder en uniek

- 'Perfecte' mensen op social media zijn vaak niet echt; trek je daar dus niet te veel van aan!

Slide 10 - Tekstslide

Geestelijke veranderingen
- Je wordt langzaam volwassen

- Meisjes worden gemiddeld eerder volwassen dan jongens

- Bij geestelijke veranderingen horen je gedachten, gevoelens, zelfstandigheid en sociale leven

- Meer belangstelling voor anderen; seksualiteit gaat een belangrijkere rol spelen 

Slide 11 - Tekstslide

Sociale veranderingen
- Anders opstellen tegenover ouders: "ik ben geen kind meer"

- Soms om niks erg boos

- De puberteit kan leuk, spannend, maar ook onzeker of verdrietig zijn; dit is normaal. Als je ouder wordt heb je hier minder last van

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Maken opgaven 1 t/m 3, 5 t/m 8 (blz. 11-14)

Slide 13 - Tekstslide

4.2 Een vrouw
- Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een vrouw noemen met hun functies en kenmerken
- Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven 

Slide 14 - Tekstslide

Baarmoeder en eierstokken
- Elke eierstok bevat 
honderdduizenden onrijpe eicellen
- Al vanaf de geboorte aanwezig

- 1x per maand wordt zo'n eicel rijp:
de ovulatie of eisprong
- De eileider vervoert de eicel naar
de baarmoeder

Slide 15 - Tekstslide

De eicel blijft 12-24 leven
Twee opties:
1) De eicel wordt niet bevrucht, sterft af en de restanten worden in de eileider opgenomen in het bloed 

2) De eicel wordt wel bevrucht en kan in leven blijven. Het nestelt zich in de baarmoeder en kan zich dan ontwikkelen tot een kind (de vrouw is zwanger) 


Slide 16 - Tekstslide

Fun fact
De eicel is de grootste menselijke cel

Het bevat namelijk uit heel veel
reservevoedsel voor de eerste
ontwikkeling na bevruchting

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Maatschappelijke misverstanden
- De clitoris
- Vagina vs vulva

Slide 19 - Tekstslide

De clitoris
- Bestaat niet alleen maar uit het kleine "knopje" wat van buiten zichtbaar is

Slide 20 - Tekstslide

Vagina vs vulva
- Iedereen gebruikt altijd de term vagina ook als ze eigenlijk de vulva bedoelen

- Vulva = alles wat je aan de buitenkant kan zien van het vrouwelijk geslachtsorgaan
- Vagina = "de binnenkant"; dus de buis die de vulva verbindt met de baarmoeder

Slide 21 - Tekstslide

Wassen met zeep? Doe maar niet
De reden die in je boek staat: als je met zeep wast, raken de slijmvliezen geïrriteerd

Maar dit is niet de enige reden:
- pH-waarde

Slide 22 - Tekstslide

De rest van de paragraaf komt maandag
Huiswerk: 
4.2: Maken opgaven 1ade, 2, 8 (blz. 21-25)
4.1 Maken opgaven 1 t/m 3, 5 t/m 8 (blz. 11-14)

Slide 23 - Tekstslide

Vandaag
- Bespreken huiswerk opgaven
- 4.2 part 2: de menstruatiecyclus
- 4.3: Een man

Slide 24 - Tekstslide

Bespreken huiswerkopgaven
4.1: opgaven 5 t/m 7 (blz. 13-14)
4.2 Opgave 8 (blz. 25)

Slide 25 - Tekstslide

4.2 part 2: de menstruatiecyclus
- Je kunt de menstruatiecyclus beschrijven

Slide 26 - Tekstslide

Maar eerst: het maagdenvlies
- De fabel van het maagdenvlies
- Maagdenvlies is bij elk meisje anders qua vorm
en hoeveel het de vagina afsluit; sommige meisjes
hebben er überhaupt geen

Slide 27 - Tekstslide

Menstruatie
- De baarmoeder bestaat uit een dikke laag spieren bedekt met slijmvlies
- Het slijmvlies bevat veel bloedvaten
- Ongeveer 1x per maand laat het baarmoederslijmvlies gedeeltelijk los
- Hierdoor komt ook bloed vrij; door
samentrekking van de spierlaag wordt
het slijmvlies met bloed afgevoerd
= de menstruatie of ongesteld zijn

Slide 28 - Tekstslide

De menstruatie
- Het samentrekken van de spieren in de baarmoederwand kan voelen als pijnlijke buikkrampen
- Meisjes kunnen zich vlak voor of tijdens de menstruatie ellendig of verdrietig voelen
- Chagrijnig, hoofdpijn, buikpijn, rugpijn en spierpijn

- Bij de een erger dan bij de ander; sommigen hebben nergens last van

Slide 29 - Tekstslide

De menstruatiecyclus
- Het opbouwen en afstoten van het baarmoederslijmvlies
- In het begin onregelmatige cyclus; na een paar jaar steeds regelmatiger

Slide 30 - Tekstslide

Wat kan je doen om het slijmvlies en bloed op te vangen?

Er zijn 3 opties

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Hormonen
- Hormonen zijn stoffen die de werking van organen regelen
- Hormonen zijn alleen werkzaam in de organen die gevoelig zijn voor dat hormoon 
- Hormonklieren geven hormonen af aan het bloed
- Belangrijke hormoonklier voor de voortplantingsorganen: de hypofyse

Slide 33 - Tekstslide

De hypofyse
- Begint in de pubertijd hormonen te produceren: eicellen en eierstokken beginnen zich daardoor te ontwikkelen
- Als een vrouw 50 is steeds minder hormonen 
--> de overgang 
- Na de overgang kan rijpen er geen eicellen meer 
--> vrouw kan niet meer zwanger worden en niet 
meer ongesteld

Slide 34 - Tekstslide

Maken opgaven 2 t/m 4, 6 en 7
(blz. 21-24) 

Slide 35 - Tekstslide

4.3: een man
- Je kunt de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken
- Je kunt de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen

Slide 36 - Tekstslide

- De teelballen maken elke dag miljoenen zaadcellen/spermacellen
- De teelballen zitten in de balzak
- De spermacellen worden opgeslagen in de bijbal

Slide 37 - Tekstslide

De mannelijke voortplantingsorganen part two

- De zaadleiders vervoeren het sperma vanuit de bijbal naar de penis
- De zaadblaasjes en de prostaat voegen vocht toe aan de spermacellen
- Het vocht uit de zaadblaasjes en prostaat samen met de spermacellen wordt sperma genoemd

- De zaadleiders komen uit in de urinebuis
- Sperma gaat dus via de urinebuis naar buiten

- De eikel, voorhuid
-Besnijden

Slide 38 - Tekstslide

Fun fact
De temperatuur in de balzak is ongeveer 2 oC lager dan je lichaamstemperatuur. Dit is gunstig voor de ontwikkeling van de zaadcellen

Invloed omgevingstemperatuur

Slide 39 - Tekstslide

Vandaag
- Terugblik op vorige week + HW bespreken
- 4.3: een man

Slide 40 - Tekstslide

Terugblik vorige week
Opgaven bespreken

Slide 41 - Tekstslide

Een erectie
- Zwellichamen: 1 aan de onderkant om de
urinebuis heen, 1 links en 1 rechts
- Ze kunnen zich met bloed vullen en groter
worden

-Erecties kunnen op zeer onhandige/vervelende
momenten komen
- Niet alleen door opwinding, maar ook als je 
ontspannen bent (bijv. als je wakker wordt)

Slide 42 - Tekstslide

De bevruchting
- Geslachtsgemeenschap --> zaadlozing --> sperma van de man in de vagina van de vrouw
- Spermacellen hebben een 
zweepstaart waarmee ze bewegen
- Ze "zwemmen" via de eileider
naar de eicel
- De eicel kan zelf niet bewegen
- Zaadcel de kleinste menselijke cel

Slide 43 - Tekstslide

Hormonen bij een man
Net als bij vrouwen: 
- Aan het begin van de puberteit gaat de hypofyse hormonen maken waardoor bij mannen zaadcellen worden geproduceerd

Verschil tov vrouwen:
- Bij mannen worden deze hormonen tot op hoge leeftijd aangemaakt
- Mannen komen dus niet in de overgang

Slide 44 - Tekstslide

Huiswerk
4.2 Een vrouw: maken opgaven 2 t/m 4, 6 en 7 (blz. 21-24)
4.3 Een man: maken opgaven 1 t/m 3, 5 t/m 9 (blz 30-33)

Slide 45 - Tekstslide

Huiswerk
4.3 Een man: maken opgaven 1 t/m 3, 5 t/m 9 (blz 30-33)

Slide 46 - Tekstslide

Het mannelijk geslachtsdeel is heel anders dan het vrouwelijke

Of lijken ze toch meer op elkaar dan we denken?

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide