V3 - Hoofdstuk 4 oefentoets - Ken jij de stof?
1 / 22
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
ZZP is een vorm van
A
Loondienst
B
Eigen onderneming
Slide 2 - Quizvraag
Als ik bij de Jumbo werk als vakkenvuller, ben ik
A
Werknemer
B
Werkgever
Slide 3 - Quizvraag
Deze berekening is...
A
Correct
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
De pannenkoeken kosten voor de inkoop geen €0,50 per stuk maar €0,55.
A
Je brutowinst stijgt
B
Je brutowinst daalt
C
Je brutowinst blijft gelijk
Slide 6 - Quizvraag
Er worden geen 100 maar 120 pannenkoeken verkocht.
A
Je nettowinst stijgt
B
Je nettowinst daalt
C
Je nettowinst blijft gelijk
Slide 7 - Quizvraag
De stroomkosten vielen duurder uit dan verwacht; geen €40 maar €50.
A
Je brutowinst stijgt
B
Je brutowinst daalt
C
Je brutowinst blijft gelijk
Slide 8 - Quizvraag
Je moet 2 personen €5,- meer betalen voor het overwerken.
A
Je nettowinst daalt
B
Je nettowinst stijgt
C
Je nettowinst blijft gelijk
Slide 9 - Quizvraag
Als ik een bedrijf wil opstarten ga ik naar de:
A
PTT
B
Overheid
C
KvK
D
Benelux
Slide 10 - Quizvraag
Welke van onderstaande namen is onjuist in de SWOT-analyse?
A
Strengths
B
Welcomes
C
Opportunities
D
Threats
Slide 11 - Quizvraag
Welke van onderstaande onderdelen van de SWOT-matrix is geen externe factor?
A
Threats
B
Strenghts
C
Opportunities
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Schaatsen raakt uit de mode; steeds meer mensen kiezen voor skiën en snowboarden.
A
Sterkte (strengths)
B
Zwakte (weaknesses)
C
Kansen (opportunities)
D
Bedreigingen (threats)
Slide 14 - Quizvraag
De schaatsen die je verkoopt gaan zelden kapot
A
Sterkte (strengths)
B
Zwakte (weaknesses)
C
Kansen (opportunities)
D
Bedreigingen (threats)
Slide 15 - Quizvraag
De mensen in jouw omgeving vinden jouw schaatsen een gaaf logo hebben
A
Sterkte (strengths)
B
Zwakte (weaknesses)
C
Kansen (opportunities)
D
Bedreigingen (threats)
Slide 16 - Quizvraag
Het is oktober en het vriest nu al. De voorspellingen zijn dat het de koudste winter in jaren gaat worden.
A
Sterkte (strengths)
B
Zwakte (weaknesses)
C
Kansen (opportunities)
D
Bedreigingen (threats)
Slide 17 - Quizvraag
Welke van onderstaande hoort niet bij de 4 P's?
A
Promotie
B
Product
C
Potentie
D
Plaats
Slide 18 - Quizvraag
Je verkoopprijs op €2,99 zetten in plaats van op €3,- is een voorbeeld van:
A
Tactisch handelen
B
Concurrentiebeding
C
Marketinginstrument
D
Psychologische prijsbepaling
Slide 19 - Quizvraag
Wat is geen vorm van massamedia?
A
Tijdschriften
B
Internet
C
Radio
D
E-mails
Slide 20 - Quizvraag
Slide 21 - Tekstslide
Bonus: Meneer Roosen moet van zijn €52.000 per jaar €20.000 afstaan aan de belasting. Meneer van Dinther betaalt €17.000 aan belasting en zegt dat hij in verhouding nog meer belasting betaalt dan Meneer Roosen. Hoeveel verdient Meneer van Dinther dan?
A
Minimaal €42.270
B
Maximaal €44.270
C
Meer dan Mr Roosen
D
Minder dan Mr Roosen
