Meester van de hoofdletters en interpunctie (Intake)

Hoofdletters, punten en komma's.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MuziekSpeciaal OnderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdletters, punten en komma's.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel van de les
Aan het einde van de les kun je hoofdletters, punten en komma's goed toepassen in Nederlandse zinnen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over hoofdletters en punten?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
Wat is een hoofdletter?
Een hoofdletter is de grotere versie van een letter.

Bijvoorbeeld:     a, b, c      (kleine letters)
                                 A, B, C      (grote letters)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters
Waar gebruiken we hoofdletters?

Hoofdletters worden gebruikt aan het begin van een zin, bij namen van personen, plaatsen en feestdagen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Punten en komma's
Punten worden gebruikt aan het einde van een zin.


Komma's
worden gebruikt om een pauze aan te geven of om dingen te scheiden.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Zinnen overschrijven
Schrijf de volgende zinnen over met de juiste hoofdletters en een punt.

1.  mijn naam is maria
2. ik woon in amsterdam
3. op 5 mei vieren we de bevrijdingsdag

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldzin 1
Mijn naam is Maria.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldzin 2
Ik woon in Amsterdam.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeldzin 3
Op 5 mei vieren we de Bevrijdingsdag.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Schrijf de zinnen over van het papier in je eigen schrift.

Let op! De zinnen hebben nog geen hoofdletters, punten of komma's.

Ben je snel klaar?
Kijk of je alle zinnen begrijpt. Schrijf woorden op die je niet kent.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Kijk nu de zinnen van een andere leerling na.
Zijn er nog hoofdletters, komma's of punten vergeten?

Verbeter de fouten van de andere leerling.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.