Digiboek - HSM&D

Digiboek - "De heilige graal van de Graaf"
High School Media & Design
Illustreren
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Media, Vormgeving en ICTMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Digiboek - "De heilige graal van de Graaf"
High School Media & Design
Illustreren

Slide 1 - Tekstslide

20 april
Les 1

Slide 2 - Tekstslide



Bedenk een hoofdpersonage
Beschrijf zijn karakter, uiterlijk en bijzondere attributen

Benodigdheden: Ipad 
Duur: 15 minuten
Doel: Aan het einde van deze opdracht heb je een karakter bedacht
Les 1
20 april
Mini les Schrijven

Slide 3 - Tekstslide

De mini- schrijfopdracht:
Johan, de excentrieke hippie is je bijpersoon in het verhaal. Bedenk nu zelf een hoofdpersoon die in jouw verhaal een rol gaat spelen.

Hoe ziet jouw hoofdpersoon eruit? Beschrijf deze persoon heel gedetailleerd. Dus welke kleding draagt hij of zij? Draagt hij of zij dingen als een zonnebril, sieraden of andere opvallende gadgets?

Beschrijf ook het karakter van deze hoofdpersoon uitgebreid. Welke eigenschappen en gedragingen heeft hij of zij?

Maak een verhaaltje van ongeveer 10 zinnen waarin je dit beschrijft. Succes!

Slide 4 - Tekstslide


Na aanleiding van het karakter dat je beschreven hebt bij de mini opdracht schrijven. Ga je dit karakter nu uitwerken. Dit karakter teken je op de Ipad


Benodigdheden: Ipad, stylus/vinger, painter (app downloaden)
Duur: 15 minuten
Doel: Aan het einde van deze opdracht heb je een karakter ontworpen
Les 1
20 april
Mini les illustreren

Slide 5 - Tekstslide

Overdreven eigenschappen
Wanneer je de belangrijkste eigenschappen van je karakter overdrijft kan hij visueel sterker worden. Overdreven eigenschappen helpen om de hoofdeigenschappen te herkennen. Overdrijving is heel belangrijk in cartoon-karakters en helpt om bepaalde persoonlijke eigenaardigheden te onderstrepen.

Als je karakter sterk is, geef hem dan geen normale gespierde armen, maar blaas ze op totdat ze vijf keer zo groot zijn als in ‘real life’.

Slide 6 - Tekstslide

Persoonlijkheid
Een interessante look is niet altijd voldoende voor een goed karakter. Zijn persoonlijkheid is ook  belangrijk. 

De persoonlijkheid van je karakter hoeft niet perse  acceptabel te zijn, maar het moet interessant zijn (tenzij je karakter ongelofelijk saai is). 

Persoonlijkheid kan ook tot uiting komen in de manier waarop het karakter is getekend.

Slide 7 - Tekstslide

Accessoires
Voorwerpen en kleding kunnen helpen om karaktereigenschappen van karakters en hun achtergrond aan te duiden. Versleten en vieze kleding horen bij een arm karakter, diamanten en bling-bling bij een rijke. 


Accessoires kunnen ook een meer letterlijke uitbreiding op je karakter zijn: bijvoorbeeld een papegaai op de schouder van een piraat en een made in de schedel van een griezel.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Stap 1: Download de app "Painter"
Stap 2: Maak je tekening met het potlood gereedschap op 1 laag.
Stap 3: Maak snelle schetsen en uitprobeersels om het karakter te tekenen. 
Stap 4: Maak fouten, daar leer je van en krijg je nieuwe ideeën door. 
Stap 5: Trek op een tweede laag je schets tekening netjes over en kleur in.
Stap 6: Klik laag 1 weg... "en klaar is kees"
Stap 7: Exporteer je tekening als vrijstaand PNG document

Tip: Houd het simpel en overdrijf de werkelijkheid.
Aan de slag

Slide 10 - Tekstslide

Nu je de tekst geschreven hebt, en een karakter hebt uitgewerkt is het tijd om alles samen te brengen in Scratch. Je import de illustratie(s) en maakt nieuwe Sprites aan voor onder andere de teksten. Ook laat je Sprites verdwijnen en verschijnen aan de hand van een voorwaarde.

Benodigdheden: Ipad, scratch account, 
Duur: 20 minuten
Doel: Aan het einde van deze opdracht heb je kennis over hoe je van "scratch", het begint, tot het einde naar een eind product kunt werken.
Les 1
20 april
Mini les Scratch

Slide 11 - Tekstslide

Leren importeren
Naast het opzoeken van afbeeldingen of deze te maken in Scratch, kun jij ook je eigen plaatjes toevoegen. Dit doe je met de upload button bij het icoon met de kat. De Sprites namen geven is ERG belangrijk anders raak je verdwaald.

Zorg ervoor dat Sprites een logische naam hebben. Dus niet "Sprite1" zoals dat bij de oranje kat. Maar dus: "Bear", "Taco", "Abby", of "Tekst_pagina_1a", "Txt_pg1a", "Txt_pg1b".

Slide 12 - Tekstslide

Teksten of Sprites aanpassen
In de tab uiterlijken pas je jouw Sprites aan.
De tool T, in het blauw, gebruik je voor de teksten. Maak elke keer een ander blok aan voor elke alinea en zet de blokken op de juiste plek van het speelveld. 



Let op: Als je de blokken tekst bij uiterlijken al op juiste plek zet, zorg er dan voor dat de X en Y posities beide op nul staan.
Uiterlijken

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf de Matrix
Code schrijven hoeft niet echt lastig te zijn. Tenminste, niet als je in stappen goed na denkt wat je wilt maken. Begint altijd klein en dan pas maak je de code groter en langer. Code bestaat vaak uit losse blokjes die samen in elkaar hangen.

De computer leest de code altijd van boven naar beneden en doet dit maar 1 keer totdat hij niets meer leest, in een herhaal functie zit. Of dat jij de computer nieuwe acties geeft.
Stap 1
Stap 2
Stap 3
klein
groter
Stap 4
Wel 1 gehele blok code

Slide 14 - Tekstslide

Stap 1: Log-in op Scratch en maak een nieuw project. En deel deze alvast.
Stap 2: Importeer je illustratie door deze te uploaden als nieuwe Sprite.
Stap 3: Maak genoeg tijdelijke Sprites, bestaande uit plaatjes en tekst waardoor het hele speelveld gevuld is en werk in lagen. 
Stap 4: Laat met knopjes verschillende Sprites verschijnen of verdwijnen.
Stap 5: Denk goed na wat je stappen zijn die je wilt maken. 
Stap 6: Begin klein en breid daarna pas je code uit.
Stap 7: Maak weer fouten, daar leer je van en probeer ze op te lossen. Misschien weten je klasgenoten meer.

Tip: Houd het simpel en overdrijf de werkelijkheid.
Aan de slag

Slide 15 - Tekstslide

18 mei
Les 2

Slide 16 - Tekstslide



Vandaag ga je aan de slag met het illustreren van het eerste deel van het verhaal. Je vind het verhaal terug in het "start document"

Benodigdheden: Ipad, stylus/vinger, painter (vorige les gedownload)
Duur: 100 minuten
Doel: Aan het einde van deze  2 lessen heb je een illustratie gemaakt bij het eerste deel van het verhaal


Les 1
18 mei
Illustreren inleidend verhaal

Slide 17 - Tekstslide

De derde dimensie
Het is handig om je karakter vanuit verschillende hoeken te tekenen. Een karakter wat er van voren  plat uitziet kan van opzij er heel anders uitzien als je er een flinke bierbuik tegenaan plakt.
Door je karakter steeds van een andere kant te tekenen hou je het spannend.

Slide 18 - Tekstslide

Toon expressie
Expressies laten alle emoties van een karakter zien.. Dit blaast je karakter nog meer leven in. 

Probeer in kleine schetsjes verschillende emoties uit. Zo kun je uitproberen wat het beste bij je karakter past.

Slide 19 - Tekstslide

Achtergrond
Achtergrond of omgeving kan net zo goed een verhaal vertellen als je karakter zelf. De omgeving vult je verhaal aan. Speelt het verhaal zich in de jungle af laat dit dan zien

Achtergrond hoeft niet in zoveel detail uitgewerkt te zijn als je karakter.

Slide 20 - Tekstslide



- Werk in lagen (denk aan achtergrond & voorgrond)
- Overleg met de programmeur of er bewegende onderdelen moet komen. Dus of er misschien losse onderdelen als armpjes, beentjes mond, ogen of probs getekend moeten worden.
- Lever je illustratie in een vrijstaand PNG document aan bij de programmeur.

Aan de slag

Slide 21 - Tekstslide

Les 3
25 mei

Slide 22 - Tekstslide