Eindejaarsquiz
1 / 18
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Reken uit.
1/5 deel van 100
1/5 deel van 100
A
50
B
25
C
5
D
20
Slide 2 - Quizvraag
Wat betekent deze zin in het Engels?
A
Slide 3 - Quizvraag
Reken uit.
6548 : 9 =
6548 : 9 =
A
727 rest 5
B
717 rest 5
C
707 rest 6
D
517 rest 8
Slide 4 - Quizvraag
Wat is het onderwerp in de hoofdzin?
''Het duurt vandaag wel er lang'', zegt Bob slaperig.
''Het duurt vandaag wel er lang'', zegt Bob slaperig.
A
Bob
B
duurt
C
Het
D
vindt
Slide 5 - Quizvraag
Reken uit.
78 x 87
78 x 87
Slide 6 - Open vraag
Wat betekent dit in het Nederlands?
A
Slide 7 - Quizvraag
Reken uit.
A
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Wat is de oppervlakte?
Antwoord alleen met 2 cijfers!
Antwoord alleen met 2 cijfers!
Slide 10 - Open vraag
Wat betekent dit in het Nederlands?
A
Slide 11 - Quizvraag
tijd van regenten en vorsten
A
Slide 12 - Quizvraag
de Gouden Eeuw
A
Slide 13 - Quizvraag
tijd van pruiken en revoluties
A
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent dit woord? (Engels)
A
Slide 15 - Quizvraag
tijd van burgers en stoommachines
Hoe snel ging de eerste stoomtrein?
Hoe snel ging de eerste stoomtrein?
A
28 km/u
B
7 km/u
C
56 km/u
D
38 km/u
Slide 16 - Quizvraag
Hoe noem je dit figuur?
A
vlegel
B
cilinder
C
kegel
D
piramide
Slide 17 - Quizvraag
Reken uit.
Ik had 7 taarten. Van elk taart is 3/8 over.
Ik eet vervolgens nog 1 taart op.
Hoeveel heb ik nog over?
Ik had 7 taarten. Van elk taart is 3/8 over.
Ik eet vervolgens nog 1 taart op.
Hoeveel heb ik nog over?
A
1 4/8
B
2 5/8
C
1 5/8
D
5 5/8
