Module 2.1: Routing en Lay-out - Hoofdstuk 2

1 / 22
volgende
Slide 1: Link
LogistiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Link





Na het inloggen kom je op deze pagina. 

Kies module zoals links weergeven.

Slide 2 - Tekstslide

Module 2.1 Routing en lay-out

Hoofdstuk 2 Wat is Routing? 


     Na dit hoofdstuk:
     • Kan je het begrip routing uitleggen.
     • Kan je uitleggen een WMS is en welke voordelen dit heeft.
     • Weet je welke scanmethoden in de meeste magazijnen gebruikt worden.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is Routing?
"Routing is de weg die goederen afleggen"

1. Dit kan zijn van producent tot consument (klant)
2. Dit kan ook de interne route in een magazijn zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Routing van producent tot consument.
Bedenk de weg die een Iphone aflegt voordat deze bij jou wordt afgeleverd. Waar is deze Iphone dan als langs geweest? Noem er minimaal twee.


Slide 5 - Woordweb

Kijk deze video: Routing in een magazijn.

Slide 6 - Tekstslide

Routing afhankelijk van doel en soort bedrijf
1. Bijvoorbeeld een fietsfabriek heeft de routing bij inkomende goederen gescheiden van de 
    uitgaande goederen. Dit is omdat de inkomende goederen de onderdelen zijn om de fietsen 
    te maken, en de uitgaande goederen zijn compleet geassembleerde fietsen. Een ander of
    bewerkt product dus.

2. Een DC (Distributie Centrum) van een supermarktketen zoals Jumbo heeft de routing van 
     inkomende en uitgaande goederen veel meer verweven in elkaar. Zo worden hier grote 
     partijen aangeleverd en gelijk uit elkaar getrokken om in kleinere deelpartijen te worden 
     klaargezet en bij de supermarkten geleverd te worden.

Slide 7 - Tekstslide

Bij de kleine fabriek Phoney maken ze telefoonhoesjes. Daar gebruiken ze de grondstoffen leer, verf en garen voor. Tijdens vakantie van magazijnbeheerder Niels is het magazijn een chaos geworden. Iedereen heeft maar wat gepakt en er is niks geregistreerd. Spullen zijn ook neergelegd op plaatsen waar ze niet horen te liggen. Niels baalt flink en is boos. De directeur begrijpt hem wel, maar vindt het minder erg. Hoe verklaar je dat?

Slide 8 - Open vraag

Hoe zou Niels kunnen voorkomen dat het de volgende keer weer een chaos wordt als hij op vakantie is?

Slide 9 - Open vraag

Lees eerst pagina 6, sleep daarna de juiste bij elkaar.
GROOTHANDEL
DEDICATED WAREHOUSE
EUROPEES DISTRIBUTIECENTRUM
LOGISTIEK SERVICECENTRUM
Dit is een bedrijf dat goederen verhandelt. Die goederen zijn door andere bedrijven gemaakt, dit bedrijf koopt ze en verkoopt ze weer door aan andere bedrijven.
De logistiek dienstverlener heeft zijn eigen logistiek centrum, warehouse of
 distributiecentrum (DC) en werkt slechts voor één opdrachtgever.
Dit is een centrale plaats waar van
waaruit goederen (onderdelen) over heel Europa worden uitgeleverd.
Dit is een bedrijf regelt bijna
 alles voor de opdrachtgever(s). Ze doen alles wat een DC doet, maar
regelen daarnaast nog veel meer, bijvoorbeeld: service/reparatie, telefonische helpdesk, etc. 

Slide 10 - Sleepvraag

Soorten magazijnen

Lees op pagina 7 en 8 het hoofdstuk "Soorten Magazijnen" door.

Slide 11 - Tekstslide

Soorten magazijnen
Compartimenten magazijn: 
Compartimentering is het onderverdelen van een opslaggebouw in verschillende ruimtes die geschikt zijn voor de goederen die er worden opgeslagen en activiteiten die worden uitgevoerd.
Grondstoffenmagazijn: 
Grondstoffen zijn de onbewerkte basiselementen waaruit een product is samengesteld. 
Halffabricatenmagazijn:
Halffabricaten zijn producten die al een bewerking hebben ondergaan en
die benodigd zijn om een eindproduct te kunnen maken.
Buitenopslag:
Voor sommige goederen is buitenopslag beter dan binnen. Dit is vaak het geval bij bulk goederen die wachten op verpakking/bewerking of bulk overslag.

Slide 12 - Tekstslide

Routing en Warehouse Management Systeem

Routing in een magazijn gaat over inslag, opslag en uitslag van goederen, en de manier waarop dat zo goed mogelijk gedaan kan worden. Daarbij wordt bijna altijd een Warehouse Management Systeem (WMS)
gebruikt. Dat is een computersysteem dat helpt om overzicht te bewaren en efficiënt te werken.

(Meer info pag. 9)

Slide 13 - Tekstslide

Tegenwoordig word er in magazijnen vooral met twee verschillende scanmethoden gewerkt. Sleep de juiste afbeelding bij de juiste scanmethode.
Klik hier!
Een QR-code kan een veel meer informatie bevatten vergeleken met een barcode. Ook is een QR-code praktischer in gebruik, omdat deze kleiner kan zijn dan een barcode. Daarnaast kan een QR-code vanuit meerdere posities worden gescand.
BARCODE
QR CODE

Slide 14 - Sleepvraag

RFID oplossingen
Radio Frequency Identification (RFID) is de technologie om van een afstand
de RFID-tags die op goederen zitten te kunnen lezen en opslaan. De tags kunnen actief of passief zijn.

Actieve tags hebben een eigen batterij en kunnen worden gelezen en beschreven met apparatuur.
Passieve tags reageren op bijv. een poort bij uitgang winkel. Alleen met speciale apparatuur kan de passieve tag uitgeschakeld worden.

Slide 15 - Tekstslide

Hoe heet een computersysteem dat helpt bij efficiënt werken en
voorraadbeheer?
A
WMM
B
RFID
C
WMS
D
Warehouse PC

Slide 16 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting WMS?

Slide 17 - Open vraag

Beschrijf in je eigen woorden wat ‘routing’ in de logistiek inhoudt.

Slide 18 - Open vraag

In een bedrijf zijn goederen opgeslagen. Die goederen zijn eigendom van het bedrijf. Is dit een......
A
Veemopslag
B
Groothandel
C
DC
D
Logistiek servicecentrum

Slide 19 - Quizvraag

Wat is het voordeel van het werken met bar- en QR-codes?

Slide 20 - Open vraag

Welke 2 soorten RFID-tags zijn er? 
Sleep de twee juiste antwoorden naar het midden.
ANTWOORDEN HIER
Passieve tags
Negatieve tags
Formele tags
Solide tags
Positieve tags
Informele tags
Actieve tags

Slide 21 - Sleepvraag

Leg uit wanneer je een actieve en wanneer een passieve RFID zou gebruiken?

Slide 22 - Open vraag