A2 Woordenlijst

A2 Woordenlijst
In deze LessonUp ga je oefenen met de woordjes op verschillende manieren


Maak deze oefeningen zo serieus mogelijk. Deze lijken op de toets die je over twee weken hebt
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

A2 Woordenlijst
In deze LessonUp ga je oefenen met de woordjes op verschillende manieren


Maak deze oefeningen zo serieus mogelijk. Deze lijken op de toets die je over twee weken hebt

Slide 1 - Tekstslide

Toetsvragen
Je kan de volgende vragen op de toets verwachten:
* Vertaal de woordjes naar het Engels
* Vertaal de woordjes naar het Nederlands
* Welk woord hoort bij deze omschrijving
* Zet de woorden in de juiste categorie
* Welk woord hoort niet in dit rijtje en waarom

Slide 2 - Tekstslide

Uitleg
We gaan in deze LessonUp een paar van die toetsvragen maken.

* Vertaal naar het Nederlands
* Vertaal naar het Engels
* Welke hoort er niet bij en waarom

Slide 3 - Tekstslide

Voordat we starten:
Hoe goed denk je de woorden te kennen?

Slide 4 - Open vraag

Hoe groot is je vertrouwen nu?
Geef een cijfer tussen de 1 en de 10

Slide 5 - Open vraag

Wat betekent 'opportunity' in het Nederlands?
A
Kans
B
Populist
C
Mogendheid
D
Opportunist

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent 'luck' in het Nederlands?
A
Gelukkig
B
Geluk
C
Zalig
D
Kansrijk

Slide 7 - Quizvraag

Wat betekent 'valley' in het Nederlands?
A
heuvel
B
Berg
C
Put
D
dal

Slide 8 - Quizvraag

Wat betekent 'purpose' in het Nederlands?
A
Doel
B
Parkeren
C
Voetbaldoel
D
Toekomstbeeld

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent 'beschermen' in het Engels?
A
defend
B
broker
C
protect
D
attack

Slide 10 - Quizvraag

Wat betekent 'lenen' in het Engels?
A
glue
B
borrow
C
draw
D
take

Slide 11 - Quizvraag

wat betekent 'buitenland' in het Engels?
A
abroad
B
Away
C
Over there
D
inland

Slide 12 - Quizvraag

wat betekent 'verheugd' in het Engels?
A
please
B
pleasing
C
pleased
D
as you please

Slide 13 - Quizvraag

Welke hoort er niet bij en waarom?
skiiing - teaching - attack - drawing

Slide 14 - Open vraag

Welke hoort er niet bij en waarom?
chemistry - comedy - mathematics - biology

Slide 15 - Open vraag

Welk woord hoort er niet bij?
suits - sock - pants - button

Slide 16 - Open vraag

Welk woord hoort er niet bij?
heat - storm - cloud - wind

Slide 17 - Open vraag

Hoe zit het nu met je vertrouwen? Gestegen of gedaald? Geef weer een cijfer van 1 tot 10

Slide 18 - Open vraag

Wat ging goed en wat ging minder goed?

Slide 19 - Open vraag