NGT les 4 herhaling theorie

Een van de onderdelen van een gebaar is....
A
richting van je vingers en plaats waar je het gebaar maakt
B
Het geluid dat je erbij moet maken en je handvorm
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
Culturele en kunstzinnige vormingMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Een van de onderdelen van een gebaar is....
A
richting van je vingers en plaats waar je het gebaar maakt
B
Het geluid dat je erbij moet maken en je handvorm

Slide 1 - Quizvraag

Met gebaren kun je schreeuwen en fluisteren.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 2 - Quizvraag

NGT betekent Nederlandse Gebarentaal
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 3 - Quizvraag

Het vraagwoord komt in de gebarentaal altijd...
A
voorin de zin
B
na het werkwoord achterin de zin
C
voor het werkwoord achterin de zin
D
in het midden van de zin

Slide 4 - Quizvraag

Alle dove mensen waren al doof toen ze geboren werden.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 5 - Quizvraag

Alle mensen die een gehoorapparaat dragen kunnen weer goed horen.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 6 - Quizvraag

Een gebaar bestaat uit ... onderdelen
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 7 - Quizvraag

Als ik wil gebaren dat ik iets niet leuk vind, dan gebruik ik het gebaar voor 'niet'.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 8 - Quizvraag

Als je doof bent kun je niet dansen op muziek
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 9 - Quizvraag

Gebarentaal is een echte taal.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 10 - Quizvraag

Tekst
Onderdelen van een gebaar
geluid
richting vingers
richting handpalm
mondbeeld
handvorm
vinger alfabet
plaats gebaar
beweging gebaar
staan of zitten
linker of rechterhand

Slide 11 - Sleepvraag

Het werkwoord komt in de gebarentaal altijd...
A
Voorin de zin
B
In het midden van de zin
C
Achterin de zin

Slide 12 - Quizvraag

Gebarentaal is in alle landen over de hele wereld hetzelfde.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 13 - Quizvraag

In de Nederlandse Gebarentaal gebruik je geen mimiek, want dat is erg verwarrend
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 14 - Quizvraag