D2BTh4 B5 Bloedvatenstelsel

D2BTh4 
 B5: Bloedvatenstelsel
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

D2BTh4 
 B5: Bloedvatenstelsel
Info gebruikt van:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel


1.  Je leert van het bloedvatenstelsel een aantal slagaders en aders

2. Je leert van bloedvaten het zuurstofstofgehalte

3. Je leert van bloedvaten wat de stroomrichting is



Slide 2 - Tekstslide

Opdrachten (huiswerk)
Handboek:   Lezen blz. 19 en 20
                          Noteer de gekleurde woorden in je schrift.

Werkboek blz.  16 t/m 18

Maak opdracht: 14 en15

Slide 3 - Tekstslide

Bloedvatenstelsel

Slide 4 - Woordweb

bloedvatenstelsel
rood = zuurstofrijk
blauw = zuurstofarm

Slide 5 - Tekstslide

Je bloedvatenstelsel
Al je bloedvaten samen vormen je bloedvatenstelsel. In de afbeelding zijn de haarvaten niet te zien. 

Meestal hebben de slagaders en de aders de naam van het orgaan waarnaar ze toegaan of waar ze vandaan komen.

Door je armslagaders stroomt bloed naar je handen toe en door je beenaders stroomt bloed uit je benen terug naar het hart.

Slide 6 - Tekstslide

De poortader
Een uitzondering:

Door de poortader stroomt bloed van de dunne darm naar de lever. Het bloed is zuurstofarm omdat er al zuurstof verbruikt is door de dunne darm. Het bloed is wel rijk aan voedingsstoffen. 

De lever kan voedingsstoffen tijdelijk opslaan. De lever heeft zelf ook zuurstof nodig. Dit krijgt de lever van de leverslagader. 

De leverader vervoert de afvalstoffen en koolstofdioxide terug richting het hart.

Slide 7 - Tekstslide

Uitzondering:
De longslagader loopt van het hart weg maar vervoert zuurstofarm bloed.
De longader gaat naar het hart toe en vervoert zuurstofrijk bloed. 

aorta
1
maagslagader
2
leverslagader
3
maag
4
dikke darm
5
dikke darmslagader
6
dunne darmslagader
7
dunne darm
8
poortader
9
lever
10
leverader
11
onderste holle ader
11
oefenen

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

welk bloedvat bestaat niet?
A
De leverader
B
De leverslagader
C
De darmslagader
D
De maagader

Slide 10 - Quizvraag


nr 1 en nr 3
A
1. holle ader 3: maagslagader
B
1. aorta 3: leverslagader
C
1. aorta 3: maagader
D
1. holle ader 3: leverader

Slide 11 - Quizvraag


nr 6 en nr 7
A
6. dikke darmslagader 7: dunne darmslagader
B
6. dikke darmslagader 7: dunne darmader
C
6. dikke darmader 7: dunne darmslagader
D
6. darmslagader 7: darmader

Slide 12 - Quizvraag


nr 9 en nr 11
A
9. dunne darmader 11: holle ader
B
9. poortader 11: holle ader
C
1. poortader 2: leverader
D
1. leverslagader 2: poortader

Slide 13 - Quizvraag

Welke ader vervoert zuurstofrijk bloed?
A
Lichaamsaders
B
Longader
C
Leverader
D
Poortader

Slide 14 - Quizvraag

Welk bloedvat is een uitzondering
op de naamgeving?
A
Armslagader
B
Nierslagader
C
Poortader
D
Beenader

Slide 15 - Quizvraag

Drie bloedvaten zijn de leverader, de leverslagader en de poortader.
In welk bloedvat of in welke bloedvaten is het bloed zuurstofrijk?
A
Alleen in de leverslagader
B
In de leverader en in de poortader
C
In de leverslagader en de poortader
D
In geen van allen

Slide 16 - Quizvraag

Hoe krijgen de nieren
zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten

Slide 17 - Quizvraag

De voedingsstoffen die in de dunne darm worden opgenomen, komen eerst terecht in de:
A
leverader
B
poortader
C
leverslagader
D
onderste holle ader

Slide 18 - Quizvraag

In welk bloedvat wisselt het glucosegehalte van het bloed het sterkst in de loop van een etmaal.
A
Leverader
B
Leverslagader
C
Poortader
D
darmslagader

Slide 19 - Quizvraag

Door micro-organismen afgebroken koolhydraten worden in het bloed opgenomen en naar de lever gevoerd.
Hoe heet het bloedvat waardoor deze stoffen vanuit het verteringsstelsel naar de lever worden gevoerd?
A
darmslagader
B
leverslagader
C
poortader
D
dunne darmader

Slide 20 - Quizvraag

Welke slagader vervoert
zuurstofarm bloed?
A
Aorta
B
Longslagader
C
Hoofdslagader
D
Kransslagader

Slide 21 - Quizvraag

Het hart pompt zuurstofrijk bloed in de:
A
Longslagader
B
Longader
C
Aorta
D
Holle ader

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noemen we de grootste lichaamsslagader?
A
longslagader
B
aorta
C
holle ader
D
longader

Slide 23 - Quizvraag


Welk bloedvat moet op nummer 1 staan?
A
Longslagader
B
Holle aders
C
Aorta
D
Longaders

Slide 24 - Quizvraag

Bij inspanning verdeelt het bloed zich anders over het lichaam.
Wat is NIET waar als je aan het sporten bent?
A
1. Het hart krijgt veel meer bloed 2. Het verteringsstelsel krijgt 25 % minder bloed
B
1. Het hart krijgt evenveel bloed 2. Het verteringsstelsel krijgt 5 % bloed
C
1: De nieren krijgen 20 % minder bloed 2. De spieren krijgen het meeste bloed
D
1. Je hersenen krijgen 9 % minder bloed 2. De botten krijgen 1 % bloed

Slide 25 - Quizvraag

Hoe vaak komt een witte bloedcel
door het hart?
A
1 x
B
2 x
C
die gaat niet door het hart
D
7000 x

Slide 26 - Quizvraag

Poortader

Slide 27 - Open vraag

Bloedvatenstelsel

Slide 28 - Open vraag

Leerdoel


1.  Je weet en kunt uitleggen:  de naam van een aantal slagaders en aders  
    van het bloedvatenstelsel

2. Je weet en kunt uitleggen wat het zuurstofgehalte van bloedvaten is

3. Je weet en kunt uitleggen wat de stroomrichting van bloed in de bloedvaten is


Slide 29 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 30 - Woordweb

Wat vind je nog lastig?
Hoe ga je dat aanpakken?

Slide 31 - Woordweb