Klas 5 herhaling hst 4 kwesties
1 / 13
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De ARP (Anti-Revolutionaire partij), de eerste politieke partij van Nederland, hoorde bij de
A
protestanten
B
katholieken
C
liberalen
D
socialisten
Slide 2 - Quizvraag
Tegen welke "revolutie" keerde de ARP zich?
A
De communistische revolutie
B
De Franse revolutie
C
Het revolutiejaar 1848
D
De Bataafse Revolutie
Slide 3 - Quizvraag
Het subsidiariteitsbeginsel hoort bij:
A
protestanten
B
katholieken
C
liberalen
D
socialisten
Slide 4 - Quizvraag
Het begrip "soevereiniteit in eigen kring" hoort bij:
A
protestanten
B
katholieken
C
liberalen
D
socialisten
Slide 5 - Quizvraag
Welke drie (of weet je er vier? :)) politieke kwes ties waren er eind negentiende eeuw?
Slide 6 - Open vraag
Hoe staan de liberalen tegenover de schoolstrijd? En waarom?
Slide 7 - Open vraag
Hoe staan de socialisten tegenover de kiesrechtkwestie? En waarom?
Slide 8 - Open vraag
Wie vinden er dat de sociale kwestie aangepakt moet worden? En wie juist niet? Maak twee rijtjes.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Over welk onderwerp gaat deze spotprent?
Slide 11 - Open vraag
Is de tekenaar een voorstander of een tegenstander van de schoolstrijd?
Slide 12 - Open vraag
De tekenaar van deze spotprent is waarschijnlijk
A
Protestant
B
Katholiek
C
Liberaal
D
Socialist
