Les 3.6 Gewervelden

GEWERVELDEN
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

GEWERVELDEN

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Korte herhaling basisstof 3.2
Uitleg basisstof 3.6
Verwerking basisstof 3.6
Quiz
Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Hebben gewervelden een inwendig skelet of een uitwendig skelet?
A
Uitwendig skelet.
B
Inwendig skelet.

Slide 3 - Quizvraag

Heeft dit dier een skelet? Zo ja; wat voor soort skelet?
A
Nee, geen skelet
B
Ja, een inwendig skelet
C
Ja, een uitwendig skelet
D
Ja, zowel inwendig als uitwendig skelet.

Slide 4 - Quizvraag

De symmetrie van dit dier is?
A
tweezijdig
B
veelzijdig
C
eenzijdig
D
a-symmetrisch

Slide 5 - Quizvraag

Het skelet is...
A
Inwendig
B
Uitwendig

Slide 6 - Quizvraag

Wat voor symmetrie heeft een kwal?
A
Tweezijdig symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 7 - Quizvraag

Leerdoelen







Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van vijf groepen gewervelden.

Slide 8 - Tekstslide

Gewervelden






Inwendig skelet met een
wervelkolom 

Slide 9 - Tekstslide

5 Klassen
  1. Vissen
  2. Amfibieën
  3. Reptielen
  4. Vogels
  5. Zoogdieren 

Slide 10 - Tekstslide

Kenmerken van gewervelden
Huid: schubben, slijm, veren, haren
Lichaamstemperatuur: warm- of koudbloedig
Ademhaling: kieuwen of longen
Voortplanting: soort eieren of levendbarende kinderen
Milieu: land, water, lucht

Slide 11 - Tekstslide

Warmbloedig of koudbloedig?
  • Warmbloedig: lichaamstemperatuur is altijd even hoog
  • Koudbloedig: lichaamstemperatuur is gelijk aan de temperatuur van de omgeving

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

   Uitzonderingen

Bijna alle zoogdieren leven op het land. Er zijn zoogdieren die in het water leven.

Bijna alle vogels kunnen vliegen.
Vogels die niet vliegen, leven op het land en niet in de lucht.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Aan het werk
Maak van basisstof 3.6
Opdracht 1 t/m 4

Slide 21 - Tekstslide

Welke dieren leggen eieren met een taaie, leerachtige schaal?
A
vogels
B
reptielen
C
vogels en reptielen
D
reptielen en amfibieën

Slide 22 - Quizvraag

Welke zijn de warmbloedige dieren?
A
vissen en zoogdieren
B
reptielen en zoogdieren
C
vogels en reptielen
D
zoogdieren en vogels

Slide 23 - Quizvraag


Bij welke klasse hoort het dier met dit skelet?
A
vissen
B
amfibieën
C
reptielen
D
zoogdieren

Slide 24 - Quizvraag



De vleermuis is
A
warmbloedig
B
koudbloedig
C
afhankelijk van de omgeving warm- of koudbloedig

Slide 25 - Quizvraag



De leguaan heeft droge schubben.
Hoe haalt de leguaan adem?
A
longen
B
kiewen
C
uitwendige kieuwen, longen en door de huid
D
eerst met kieuwen, daarna door de huid

Slide 26 - Quizvraag

Ademen door de huid
Welke groep kan dat?
A
Vissen
B
Amfibieën
C
Reptielen
D
Zoogdieren

Slide 27 - Quizvraag

Een jonge zeehond heeft een witte vacht. Een volwassen dier heeft een bruine of grijze.

Hoe plant de zeehond zich voort?
Is hij warm- of koudbloedig?
A
levendbarend warmbloedig
B
eieren met een leerachtige schaal koudbloedig
C
eieren zonder schaal koudbloedig
D
eieren met een kalkschaal warmbloedig

Slide 28 - Quizvraag

Slide 29 - Video