Les 3

Was machen wir heute? 
1. 📖 10 minuten woordjes overhoren. 😊
2. 🎤 Mondelinge toetsen:
Tijdens de toets maak je de volgende opdrachten uit het Arbeitsbuch:

Übung 1 op Seite 108
Übung 2, 3, 4, 5 en 6 op Seite 109–110
Übung 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 op Seite 111–112
Übung 3 en 4 op Seite 113
Alle opdrachten moeten uitgebreid worden gemaakt. Antwoord in volledige zinnen.
Wat je niet af hebt, is huiswerk voor de volgende les.
timer
10:00
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Was machen wir heute? 
1. 📖 10 minuten woordjes overhoren. 😊
2. 🎤 Mondelinge toetsen:
Tijdens de toets maak je de volgende opdrachten uit het Arbeitsbuch:

Übung 1 op Seite 108
Übung 2, 3, 4, 5 en 6 op Seite 109–110
Übung 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 op Seite 111–112
Übung 3 en 4 op Seite 113
Alle opdrachten moeten uitgebreid worden gemaakt. Antwoord in volledige zinnen.
Wat je niet af hebt, is huiswerk voor de volgende les.
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute? 
1. Maak: stencil blz. 7 – mail aan een vriendin over het eten – uitgebreid.
Leer: woordjes H5.
Je kunt over je lievelingseten spreken en hiernaar vragen stellen.
Leer de voorzetsels met de 4de naamval blz. 81;
Leer het vervoegen van de werkwoorden : Essen; nehmen; möchten
bedenk met wie je je mondelinge toets wilt doen?: 
2. Arbeit mit der mündlichen Prüfung

Slide 2 - Tekstslide

Übersetze
1. het ontbijt
2. het avondeten
3. einig
4. mogen (toestemming)
5. het levensmiddel
6. de kaas
7. het melkproduct
8. het broodje
9. het vlees
10. het fruit 
11. de wortel
12. de groenten
13. de mosterd
14. het blik
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Übersetze
1. Hij eet gezond. (hij is gezond) 
2.  Ik eet veel taart.
3. Ik neem een berlijnse bol
4.  Wij nemen een kopje koffie.
5. Wat mag het zijn?
6. Jullie nemen een glas sinaasappelsap.
7. Zij neemt een nagerecht. 
8. Jullie vinden  groentesoep lekker. 
9. Hij neemt ham 
10 . Jullie eten boter  
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Übersetze
1. Hij eet gezond. Er isst gesund. (er isst gesund) 
2.  Ik eet veel taart. Ich esse viel Kuchen. 
3. Ik neem een berlijnse bol. Ich nehme Berliner. 
4.  Wij nemen een kopje koffie. Wir nehmen eine Tasse Kaffee. 
5. Wat mag het zijn?  Was darf's sein? 
6. Jullie nemen een glas sinaasappelsap. Ihr nehmt ein Glas Orangensaft. 
7. Zij neemt een nagerecht. Sie nimmt einen Nachtisch / ein Dessert. 
8. Jullie vinden  groentesoep lekker. Ihr findet Gemüsesuppe lekker. 
9. Hij neemt ham. Er nimmt Schinken. 
10 . Jullie eten boter. Ihr esst Butter. 

Slide 5 - Tekstslide

Was isst du gern? Mache ein Gespräch mit deinem Nachbar. 
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Macht ein Gespräch im Restaurant und lernt es? 
timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Arbeitsbuch Seite 108 -110
Übung 1 und 2 Auf Seite 108
Übung 1 - Hören Seite 109 Übung 3,4,5,6  Seite 109 - 110;  Wir wiederholen den 1.  und 4. Fall der ein- und der der- Gruppe. Und wir lernen die Präpositionen mit dem 4. Fall.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord 
Persoonlijkvoornaamwoord in 1e en 4e naamval: 
Ik - Mij
Ich- Mich
.......

Slide 12 - Tekstslide

Verandering van persoonlijkvoornaamwoord.
In het Nederlands en Duits kan het persoonlijk voornaamwoord veranderen wanneer het in een ander zinsdeel staat.
Voorbeeld:
Ik heb hem gezien.
Hij werd door mij gezien

Slide 13 - Tekstslide

Onderwerp
Voorbeeld:
Er ist nicht da.
Stap 1: Hij is er niet.       
Stap 2: Wie is er niet?    
Stap 3: Onderwerp = Hij

Slide 14 - Tekstslide

Lijdendvoorwerp
Hoe vind je een lijdendvoorwerp in een Duitse zin?
1: Vertaal de zin naar het Nederlands.
2: Vind het onderwerp.
3: Stel de vraag "Wie" of "wat" + gezegde+ onderwerp.
4: Antwoord op de vraag is het lijdendvoorwerp

Slide 15 - Tekstslide

Lijdendvoorwerp
Ich hole ihn.
Stap 1: Ik haal hem.
Stap 2: Wie haalt? Onderwerp = Ik.
Stap 3: Wie haal ik? = Lijdendvoorwerp = hem.

Slide 16 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
Onderwerp / 1e naamval
ik / ich
jij / du 
hij / er  
zij / sie
het/es
wij / wir
jullie / ihr
zij / sie
u / Sie
Persoonlijk voornaamwoord
Lijdend v.w./ 4e naamval
mij /mich
jou/ dich
hem/ ihn
haar/ sie
het/es
ons/uns
jullie/ euch
hun/ sie
u/Sie

Slide 17 - Tekstslide

Wat is in volgende zin het onderwerp?
Kennt er dich?
A
Kennt
B
er
C
dich
D
er + dich

Slide 18 - Quizvraag

Wat is in volgende zin het onderwerp?
Sie kennen uns noch nicht.
A
Sie
B
kennen
C
uns
D
noch

Slide 19 - Quizvraag

Wat is in volgende zin het onderwerp?
Nimmst du mich mit?
A
Nimmst
B
du
C
mich
D
mit

Slide 20 - Quizvraag

Wat is in volgende zin het lijdend v.w.?
Ich habe sie gehört.
A
Ich
B
habe
C
sie
D
gehört

Slide 21 - Quizvraag

Wat is in volgende zin het lijdend v.w.?
Ich lass dich hier nicht rein.
A
Ich
B
lass
C
dich
D
rein

Slide 22 - Quizvraag

Vertaal naar het Duits:
Ken(=Kennst) jij hem?

Slide 23 - Open vraag

Vertaal naar het Duits:
Vind jij mij aardig(=nett)?

Slide 24 - Open vraag

Vertaal naar het Duits:
Zij kent hem.

Slide 25 - Open vraag

🎭 Rollenspiel: Im Restaurant Rollen: 👩 Kellnerin / 👨 Kellner 🧒 Gast
SITUATION:
Du gehst mit Hunger in ein Restaurant. Du bekommst die Speisekarte, bestellst Essen und Trinken, fragst nach Zutaten, gibst Feedback und bezahlst am Ende.
Voor je eigen mondeling maak je zelf een mooie Speisekarte:🧾 Speisekarte – Zum goldenen Löffel
🍽️ Hauptgerichte Spaghetti mit Tomatensauce – 7,50 €
Vegetarisches Schnitzel mit Salat – 8,00 €
Bratwurst mit Kartoffelpüree – 8,50 €
Pizza Margherita – 7,00 €
Hähnchen mit Reis – 9,00 €
🥤 Getränke
Wasser (still oder mit Kohlensäure) – 2,00 €
Apfelsaft – 2,50 €
Cola / Fanta / Sprite – 2,50 €
Tee / Kaffee – 2,00 €
🍰 Nachspeisen
Apfelstrudel mit Sahne – 3,00 €
Schokoladenkuchen – 3,50 €;  Vanilleeis – 2,50 €

Obstsalat – 2,50 €
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

🎭 Rollenspiel: Im Restaurant Rollen: 👩 Kellnerin / 👨 Kellner 🧒 Gast
SITUATION:
Du gehst mit Hunger in ein Restaurant. Du bekommst die Speisekarte, bestellst Essen und Trinken, fragst nach Zutaten, gibst Feedback und bezahlst am Ende.
timer
10:00
Kellnerin: Guten Abend! Willkommen im Restaurant „Zum goldenen Löffel“. Möchten Sie draußen oder drinnen sitzen? Gast: Guten Abend! Ich möchte bitte draußen sitzen.
Kellnerin: Sehr gern. Hier ist die Speisekarte. Möchten Sie zuerst etwas trinken? Gast: Ja, ich nehme ein Glas Apfelsaft, bitte. Kellnerin: Kommt sofort. (nach kurzer Zeit) Hier ist der Apfelsaft. Sind Sie bereit zu bestellen?
Gast: Noch nicht ganz… Was empfehlen Sie? Kellnerin: Unsere Spezialität ist heute Spaghetti mit Tomatensauce und frischem Basilikum. Oder das vegetarische Schnitzel mit Salat. Gast: Hm… Ich nehme die Spaghetti. Ist da Knoblauch drin? Kellnerin: Ja, ein bisschen. Möchten Sie ohne Knoblauch? Gast: Ja, bitte ohne Knoblauch.
Kellnerin: In Ordnung. Möchten Sie auch eine Vorspeise oder eine Suppe?
Gast: Nein, danke. Nur das Hauptgericht. Kellnerin: Alles klar. Kommt sofort. (10 Minuten später)
Kellnerin: Hier sind die Spaghetti ohne Knoblauch. Guten Appetit!
Gast: Danke! Das sieht lecker aus! (nach dem Essen)
Kellnerin: Hat es Ihnen geschmeckt? Gast: Ja, sehr! Die Sauce war super.
Kellnerin: Das freut mich. Möchten Sie noch ein Dessert? Gast: Ja, was gibt es?
Kellnerin: Wir haben Schokoladenkuchen, Apfelstrudel und Vanilleeis.
Gast: Ich nehme den Apfelstrudel mit Sahne, bitte.
Kellnerin: Kommt sofort. (später) Kellnerin: Möchten Sie jetzt bezahlen?
Gast: Ja, bitte. Was kostet es? Kellnerin: Das macht 16 Euro, bitte.
Gast: Hier sind 20 Euro. Stimmt so.
Kellnerin: Vielen Dank! Einen schönen Abend noch!
Gast: Danke, ebenfalls!

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Link

Slide 29 - Link

Klasse, kochen!
Arbeitsbuch Seite 109 Übung 1; 2; 3; 4
Seite 110 Übung 5;6
1e naamval                              4de naamval
ich                                                mich
du                                                 dich
er                                                  ihn
sie                                                ihr
es                                                 es
wir                                                uns
ihr                                                 euch
sie                                                sie
Sie                                                Sie

timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

So frühstücke ich
Seite 111 Übung 1;2
Seite 112 Übung 3;4;5;6;7
Seite 113 Übung 1;2;3;4
timer
10:00

Slide 31 - Tekstslide