8.1 Conservatisme en politiek liberalisme B

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

De Tijd van Burgers en Stoommachines

8.1 Conservatisme en politiek liberalisme

Terugblik

Periode van Restauratie

Napoleon had privileges van de adel afgenomen en nieuwe vormen van bestuur opgezet. 

Na de val van Napoleon kwam de Restauratie:

Periode (1814–1830) waarin geprobeerd werd de ‘oude orde’ terug te brengen: herstel van monarchieën, oude grenzen, en privileges.

Terugblik

Twee visies op de Franse Revolutie

Conservatieven: het volk kan zichzelf niet regeren; revoluties leidden volgens hen tot chaos en geweld. >  koningen en oude privileges als garantie voor stabiliteit.

Liberalen: revolutie als een belangrijke stap richting vrijheid en burgerrechten. Ze wilden dat (rijke) burgers mee konden beslissen in het bestuur en eisten grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting en persvrijheid.

Terugblik

Twee visies op de Franse Revolutie

Hoewel de Restauratie eerst succesvol leek, brak in 1830 al een nieuwe revolutie uit in Frankrijk, gevolgd door een grotere golf in 1848. 

Deze revoluties dwongen veel vorsten in Europa om alsnog meer macht af te staan aan het volk.

Lesdoelen

Na het bestuderen van de paragraaf kun je: 

• beoordelen of het Koninkrijk der Nederlanden een voorbeeld is van de Restauratie;
• uitleggen hoe het Koninkrijk der Nederlanden tussen 1815 en 1848 werd bestuurd;
• uitleggen hoe de democratie in Nederland zich na 1848 ontwikkelde.

Koninkrijk der Nederlanden

Voorbeeld van Restauratie want:

- Terugkeer naar monarchie (Willem I)

- Toevoeging van Oostenrijkse Nederlanden, zodat Frankrijk omringd werd door sterke staten

- Regeren met Koninklijke Besluiten

Koninkrijk der Nederlanden

Geen voorbeeld van Restauratie want:

- Constitutionele monarchie: > koning die gebonden was aan een grondwet. Met enkele vrijheden, zoals de vrijheid van drukpers. 

- Parlement (Maar wel zwak, kon weggestuurd worden door Willem I)

Koninkrijk der Nederlanden

Bestuur 1815 - 1848

• Centraal bestuurde eenheidsstaat (geen federatie zoals de oude Republiek)
• Constitutionele monarchie met grondwet
• Veel macht: benoemt ministers, ontbindt parlement, neemt ‘Koninklijke Besluiten’ zonder overleg
• Twee Kamers:
  • Eerste Kamer: door koning benoemd
  • Tweede Kamer: indirect gekozen via Provinciale Staten

Koninkrijk der Nederlanden

Bestuur vanaf 1848

Revoluties in Europa. > Willem II was bang en ging akkoord met liberale herzieningen van de Grondwet:

- Ministeriële verantwoordelijkheid

- Vrijheid van onderwijs

- Vrijheid van vereniging en vergadering

- Census kiesrecht

De macht verschoof van koning naar parlement

Huiswerk

Je maakt paragraaf 8.1 helemaal.