Leesvaardigheid

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Uit onderzoek blijkt ...
Naar mijn idee ...
Het is aangetoond dat ...
Het is bewezen dat ...
Mijns inziens 
Ik ben het daar niet mee eens
FEIT
MENING

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Video

Feit of mening?
Elke M&M wordt bedrukt met een kleine letter 'm'
A
Feit
B
Mening

Slide 5 - Quizvraag

Feit of mening?
M&M's zijn, volgens mijn moeder, veel te duur
A
Mening
B
Feit

Slide 6 - Quizvraag

Feit of mening?


Een normaal zakje M&M's bevat een vaste verdeling van bruine, rode, gele, groene en oranje en blauwe M&M's
Een normaal zakje M&M's bevat een vaste verdeling van groene, rode, blauwe, gele, bruine en oranje M&M's
A
Mening
B
Feit

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Moeilijke woorden wijzer

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Samenwerking
B
Wat wil je later worden?
C
Werken bij de brandweer
D
Wat je allemaal moet kunnen

Slide 13 - Quizvraag

Wat betekent 'stevig in zijn schoenen staan'?
A
goed om kunnen gaan met nare situaties
B
moedig zijn in gevaarlijke situaties
C
goede en sterke schoenen aandoen
D
je niet omver laten blazen als het waait

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van tekst 2?

Slide 16 - Open vraag

Over welke tegenstelling gaat het in alinea 2 van tekst 2?
A
over gespannen zijn en ontspannen zijn
B
over gezonde stress en ongezonde stress
C
over goed presteren en minder goed presteren

Slide 17 - Quizvraag

Over welke tegenstelling gaat het in alinea 2 van tekst 2?
A
over gespannen zijn en ontspannen zijn
B
over gezonde stress en ongezonde stress
C
over goed presteren en minder goed presteren

Slide 18 - Quizvraag

In regel 13 van tekst 2 staat 'zin in eten'. Welk woord in alinea 4 van tekst 2 betekent hetzelfde als 'zin in eten'?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Hoofdgedachte
Hoofdzaak
Bijzaak
Een korte samenvatting van de tekst in één zin.
uitleg of voorbeelden
De belangrijkste informatie van de tekst.

Slide 21 - Sleepvraag

Hoofdzaken
Bijzaken
Conclusie
Hoofdgedachte
Onderwerp
Extra uitleg
Voorbeelden
herhaling

Slide 22 - Sleepvraag

Schildertalent
 Pigcasso: de perfecte naam voor een varken met schildertalent. Het grote Zuid-Afrikaanse varken Pigcasso kan net zo goed schilderen als de befaamde Spaanse kunstschilder Picasso! Ze werd een paar jaar geleden gered van de slacht en woont nu op een opvangboerderij in de buurt van Kaapstad. In plaats van een ham in de winkel is ze een beroemd schilder geworden. Vorige week had ze tussen het schilderen even tijd voor een fotoshoot.

Haar talent werd ontdekt toen ze een keer de kwast van een schilder ‘leende’. Volgens haar baasjes doet ze niets liever dan met een penseel in haar bek al knorrend kunstwerken maken. Haar handtekening is een rondje met twee gaatjes: een stempel van haar neus. De opbrengst van haar schilderijen gaat naar het opvangen van afgedankte dieren.

Slide 23 - Tekstslide

Waar staat de hoofdgedachte van de tekst?
A
r 1 Het grote ... r2 Picasso
B
r3 Ze werd ... r4 Kaapstad
C
r6 Haar talent ... r6 'leende'.

Slide 24 - Quizvraag

Slide 25 - Tekstslide

hebben 
een ticket
voor
verdiend.
gaan
dus
naar
de Olympische spelen.
te stellen
hopen
hoge eisen
aan het team.
Sleep alle verwijswoorden naar een vak onder de zin.
timer
1:00
verwijswoord
verwijswoord
verwijswoord
Zij
Daar
ze
De Nederlandse voetballers
Rio de Janerio

Slide 26 - Sleepvraag

Welke verwijswoorden horen in deze zin? 
Sleep de verwijswoorden naar de goede plaats.
Onno krijgt een vreemd mailtje binnen.

_________ denkt dat  ________ spam is.
deze
die
dit
dat
hij
zij
het
ze

Slide 27 - Sleepvraag

Slide 28 - Tekstslide

Opsomming, tegenstelling, voorbeeld
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 29 - Quizvraag

Opsomming, tegenstelling, voorbeeld
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld

Slide 30 - Quizvraag

Tekstverband = reden
Tekstverband = tegenstelling
Signaalwoord:         want
Signaalwoord
    omdat
Signaalwoord:
      echter
Signaalwoord:
    maar

Slide 31 - Sleepvraag

Fraudeurs hebben de website van Dixons nagemaakt en hebben tienduizenden advertenties voor grote kortingen op Markplaats gezet, meldt de technologiewebsite Tweakers.
Marktplaats heeft de verkoper inmiddels geblokkeerd, maar de nepsite is nog in de lucht.
De fraudeurs adverteren met flinke kortingen op telefoons. Te mooi om waar te zijn, want op het moment dat mensen bestellen, kunnen zij alleen betalen via een bankoverschrijving naar een Nederlandse ING-rekening. 
Op Marktplaats verschenen vanmorgen in korte tijd tienduizenden advertenties van de nepsite. Zo werd een iPhone 6 aangeboden voor 400 euro, in plaats van de gebruikelijke 600 tot 700 euro.
opsomming
Tegenstelling
Reden
Tegenstelling

Slide 32 - Sleepvraag

maar
A
opsomming
B
vergelijking
C
tegenstelling
D
conclusie

Slide 33 - Quizvraag

enerzijds...anderzijds
A
toelichting
B
tegenstelling
C
opsomming
D
samenvatting

Slide 34 - Quizvraag

Krantenkop: "larven, als borrelnootjes in het schap" Wat is vermoedelijk het onderwerp van dit artikel"?

Slide 35 - Open vraag

Slide 36 - Tekstslide