H4 - Woche 4 - Stunde 2 & 3

H4 - Woche 4 - Stunde 2 & 3
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3-5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H4 - Woche 4 - Stunde 2 & 3

Slide 1 - Tekstslide

Planung

Kapitel 3 - Lektion 4
  • Video - das Lied Jerusalema
  • Bijvoeglijk naamwoord +  Aufgabe 44, 46, 47, 48, 49 
    
Kapitel 3 - Lektion 5 
  • Lernbox + Aufgabe 51
  • Lesen + Aufgabe 52
  • Hören + Aufgabe 53
Ziele

  • Je kunt de bijvoeglijk naamwoorden in het Duits herkennen en correct toepassen.

  • Je kunt over het algemeen veranderingen van onderwerp volgen in formele discussies die betrekking hebben op zijn of haar vakgebied.

  • Je kunt in lijsten, overzichten en formulieren specifieke informatie vinden en begrijpen


Slide 2 - Tekstslide

5

Slide 3 - Video

00:31
. „Jerusalema“ wurde zum Hit, nachdem ...
A
Der Choreograf die Choreographie veröffentlichte.
B
Tänzer aus Angola ein Video online stellten.
C
eine Flughafenangestellte aus Riga dazu tanzte.

Slide 4 - Quizvraag

01:08
Kelechi Onyele sagt, dass „Jerusalema“ ...
A
Menschen wieder auf die Straße tanzen lässt.
B
für 1,5 Meter Abstand beim Tanzen sorgt.
C
den Menschen während der Corona-Pandemie Mut macht.
D
die Kraft hat, Menschen zusammenzubringen

Slide 5 - Quizvraag

01:44
Der Sprecher sagt, dass „Jerusalema“ 2020 …
A
die einzige Dance-Challenge war, die im Internet Erfolg hatte.
B
eigentlich ein altes Lied ist, dass erst 2020 bekannt wurde
C
einer von vielen Songs war, die zu einer Dance-Challenge wurden.

Slide 6 - Quizvraag

02:21
Kelechi Onyeles Choreographie zu „Jerusalema“ besteht aus ...
A
sechs mal vier Schritten und einem Wechselschritt
B
vier Schritten und einem Wechselschritt.
C
vier Schritten.

Slide 7 - Quizvraag

02:48
Kelechi Onyele sagt, dass…
A
Gefühle Bewegung verursachen können
B
Bewegung und Gefühle eins sind.
C
Bewegung Gefühle verursachen kann.

Slide 8 - Quizvraag

Het bijvoeglijk naamwoord 
M
V
O
MV
1e
der / ein
+e / +er
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
3e
dem / einem
+en
der / einer
+en
dem / einem
+en
den / keinen
+en
4e
den / einen
+en
die / eine
+e
das / ein
+e / +es
die / keine
+en
Bijvoeglijke naamwoorden geven een eigenschap of toestand aan van zelfstandig naamwoorden aan. 
  • Let goed op het verschil in de der-groep & ein-groep bij de 1e en 4e naamval
  • De vorm in de sleutel krijgen de uitgang '-en' achter het bijvoeglijk naamwoord. 
Help!
Om dit te begrijpen, moet je eerst de les over de 3e naamval & ein-Gruppe gevolgd hebben!
Kom daarna hier weer terug.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Lektion 4 - Grammatik
Machen: 
  • Lektion 4: Aufgabe 45, 46, 47, 48, 49  Zeit: 30 Minuten
  • Alle Aufgaben auf   
  • Wer braucht Hilfe? --> Teams Breakout - Room 

Fertig = wiederholen Lernbox D-N
  • Kapitel 2: Lektion 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7
  • Kapitel 3: Lektion 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7

Slide 11 - Tekstslide

Lektion 5 - Lernbox D-N

Slide 12 - Tekstslide

Lektion 5 -lesen & hören
Gemeinsam: 
  • Aufgabe 52: Text und Aufgaben besprechen
  • Aufgabe 53: gemeinsam hören oder Fragen besprechen

Selbstständig machen
  • Lektion 5: Aufgabe 51, 53
  • Lektion 4: Aufgabe 45, 46, 47, 48, 49 verbessern / abschließen 

Fertig = Lernen Lernboxen K2 & K3  

Slide 13 - Tekstslide

Nächste Stunde
  • Wiederholung Imperativ
  • Lektion 5: Lesen Aufgabe 54
  • Abschließen Wochenaufgaben

Slide 14 - Tekstslide