Hoe omgaan met geld?

Hoe omgaan met geld?
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieBuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe omgaan met geld?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maandelijks inkomen
Rekeningen betalen
Kleine dagelijkse uitgaven

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef verschillende
voorbeelden van inkomsten

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Minimumloon 2023 België

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Minimum leefloon 2023

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inkomensvervangende tegemoetkoming
= Tegemoetkoming waar je recht op hebt als

--> Tussen 18 jaar en 65 jaar
--> Niet (voltijds) werken door beperking
--> Wonen (en ingeschreven) in België

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Berekening tegemoetkoming, hangt af van verschillende factoren
--> Gezinssamenstelling
-->  Impact beperking op het dagelijks leven

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van rekeningen die regelmatig betaald moeten worden

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden van
kleine dagelijkse uitgaven

Slide 9 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Tip: overzicht maken 
Administratie op orde brengen
- Bonnetjes bijhouden
- Inkomsten en uitgaven opschrijven
- Overzicht creëren van inkomsten & uitgaven

= Duidelijkheid!

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waar geef jij zoal je geld aan uit?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Inkomsten
= Geld dat je ontvangt
Uitgaven
= Geld dat je uitgeeft 
- Vaste kosten 
= kosten die maandelijks of om de paar maanden terugkomen
- Variabele kosten
= Kosten zijn afhankelijk van het verbruik/hoeveelheid

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef verschillende
voorbeelden van vaste kosten

Slide 13 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Geef verschillende
voorbeelden van variabele kosten

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Uitgaven

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel schat je dat een bezoekje aan de frituur kost wanneer je:
1 pakje gewone friet met mayonaise en frikandel!

Slide 16 - Open vraag

(E) 6,70
Hoeveel kost een gewone jeansbroek gemiddeld in de winkel?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel bedraagt het standaardtarief om een film te gaan kijken in de cinema van Lommel?

Slide 18 - Open vraag

12,80
Hoeveel schat je dat het huren van een appartement kost met 2 slaapkamers in Lommel?

Slide 19 - Open vraag

Gemiddeld tussen de 850 en 900 euro
Wonen

Slide 20 - Tekstslide

Klassikale bespreking :
 Wil je een huis, appartement, boerderij, loft?
 In de stad of op het platteland?
 Hoe ziet jouw huis eruit van binnen? Hoeveel kamers, welke inrichting (modern, klassiek,
kleurrijk ... )
 Wil je een tuin? Zwembad? Dieren?
Welke soorten woningen ken je allemaal?

Slide 21 - Woordweb

- Appartement
- Sociale woning
- Rijhuis
- Villa
- Huis (open bebouwing)
- Bungalow
- Kasteel
- Tweewoonst
- Woonwagen (camper)
- ...
- Studio
Welke voor- en nadelen zijn verbonden aan een eigen huis?

Slide 22 - Open vraag

Voordelen:
- Veel ruimte
- Keuzevrijheid inrichting

Nadelen:
- Kostprijs huur/lening
- Kostprijs inrichting
Welke voor- en nadelen zijn verbonden aan een appartement?

Slide 23 - Open vraag

voordelen
- Privacy
- Eigen ruimte

Nadelen
- Kostprij huur/lening
- Gemeenschappelijke stukken en kosten
Welke voor- en nadelen zijn er verbonden aan een sociale woning

Slide 24 - Open vraag

Sociale woning = voor mensen die niet zoveel geld verdienen, hoe minder loon, hoe minder huur (voor personen met handicap, vanaf 18 jaar), is met wachtlijsten

Voordelen:
- Huur afhankelijk van loon
- Privacy

Nadelen
- Wachtlijsten
Welke woonvormen ken jij allemaal?

Slide 25 - Woordweb

In een woonvorm kunt u wonen met begeleiding en zorg in de buurt. Bijvoorbeeld met andere mensen in één huis. Of in een grote instelling, waar veel meer mensen wonen.

Aanleunwoning. ...
Co-housing of centraal wonen. ...
Co- living. ...
Gestippeld wonen.
Gemeenschappelijk wonen.
Groepswonen. ...
Harmonicawonen. ...
Kangoeroewoningen.
Begeleid zelfstandig wonen
- Voor jongeren die het moeilijk vinden om alleen te gaan wonen
--> Vanaf 17 jaar (tot 21  jaar) via dienst BZW
--> Hulp bij volgende zaken
  • Omgaan met geld en papieren
  • Vrijetijdsinvulling
  • Structuren huishoudelijke taken
  • Sociale contacten (familie & vrienden) helpen onderhouden

Slide 26 - Tekstslide

Wanneer je begeleid wil wonen moet je er natuurlijk voor zorgen dat je geld hebt; een loon, een werkloosheidsuitkering, een bestaansminimum,… Zoek je een dienst BZW, dan kan je steeds bij het JAC terecht. Zij zullen je naar een dienst in de buurt sturen.
Begeleid zelfstandig wonen kan ook voor personen met een beperking, die graag extra ondersteuning willen. Ze moeten 18 jaar of ouder zijn en een erkenning hebben van het Vlaams Agentschap. Ook zij moeten geld hebben om hun woning te betalen. Je begeleiding of ouders kunnen samen met jou zoeken naar een dienst voor begeleid zelfstandig wonen in de buurt.

Wat zijn de voor- en nadelen van begeleid zelfstandig wonen?

Slide 27 - Open vraag

Voordelen:
- Je staat er niet alleen voor
- Privacy

Nadelen
- Moet soms thuis zijn voor begeleiding
Beschermd wonen
- Je woont samen met enkele anderen.
--> Veel begeleiding aanwezig (soms altijd, soms ook in dagdelen)
--> Vanaf 18 jaar
--> Leren om meer zelfstandig te zijn, hulp bij
  • Huishoudelijke taken
  • Vrije tijd
  • Geldzaken
  • ...

Slide 28 - Tekstslide

Je moet zelf zorgen dat je alles kan betalen (je huishuur, elektriciteit, de inrichting, je eten en drinken, …). Als je wil, kan je hierin begeleid worden.

Verschil begeleid en beschermd wonen:
In het geval dat begeleid wonen niet voldoende ondersteuning kan bieden, kan er gekozen worden voor beschermd wonen. De zorgverlener is altijd aanwezig of oproepbaar en kan ook buiten de geregelde tijden bij de cliënt langskomen. Het kenmerk van beschermd wonen is dat de cliënt 24/7 ondersteuning in de nabijheid heeft
Wat zijn de voor- en nadelen van beschermd wonen?

Slide 29 - Open vraag

Voordelen
- Apart en toch samen
- Begeleiding
- Kosten delen (stroom, water, internet...)

Nadelen
- Rekening houden met anderen
- Wachtlijsten
Welke vaste uitgaven heb je per maand als je alleen/ samen gaat wonen?

Slide 30 - Woordweb

Nutsvoorzieningen
Elektriciteit
Water
Internet
(gas)
Telefoon

Andere kosten
Huur/lening
Verzekering

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boodschappen doen
= Vaak, naast prijst woning, duurste uitgaven van een gezin.
= Bevat:
     - Eten
     - Drinken
     - (af)wasmiddel
     -... 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke tips wil je meegeven aan je klasgenoten om zo goedkoop mogelijk boodschappen te doen?

Slide 34 - Open vraag

Aanbiedingen in de gaten houden
Huismerk ipv grote merken
Kiloprijs
Groenten volgens seizoen
Koop in bulk (grote verpakkingen)
Maak een week menu
Boodschappenlijstje maken voor te winkelen
Welk product is het goedkoopste?
A
Product 1
B
Product 2
C
Product 3
D
Product 4

Slide 35 - Quizvraag

Waarom dat product gekozen, naar wat heb je gekeken?
Welk product zou jij kopen als je het goedkoopste dient te kopen??

A
Product 1
B
Product 2
C
Product 3
D
Product 4

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies