Triviant Nederlandse Taal

Spelling
Grammatica
Vocabulaire en taalkennis
1 / 5
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 5 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Spelling
Grammatica
Vocabulaire en taalkennis

Slide 1 - Tekstslide

Triaviant 
Nederlandse taal
Hoe goed ben jij in Nederlands?
Ben jij klaar voor deze periode?
Weet jij met jouw team het meest?
Maken jullie het best de vragen?
Let's Play!!

Slide 2 - Tekstslide

Spelregels
Je speelt in teams van 2 of 3 personen. (Of grotere teams als het niet anders kan)
Ieder team heeft 1 teamkist, die gevuld moet worden met sterren van iedere kleur . Ieder team heeft een eigen pion, die je kunt verplaatsten.. 

Je kunt alleen een sterretje verdienen, als je op een triviantvraag (het driehoekje in de juiste kleur) gaat staan met je pion, én je de vraag goed beantwoordt.
Je balk vol?? Jouw team heeft GEWONNEN!!!

Slide 3 - Tekstslide

Spelregels
Kom je op een gewoon vakje, dan moet je wel een vraag beantwoorden, maar kan je geen triviant vraag beantwoorden en krijg je dus geen sterretje!!
Je mag doorgaan met de dobbelsteen en vragen, tot je een fout antwoord geeft.
Daarna is het volgende team aan de beurt

Let's Play!!

Slide 4 - Tekstslide

Spelling
Grammatica/formuleren
Vocabulaire en taalkennis
Triviant vraag goed? Sleep het sterretje van die kleur naar jouw teambalk

Slide 5 - Tekstslide