§ 6.3 Kunst en wetenschap deel 1

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

§ 6.3 Kunst en wetenschap deel 1

Kenmerkend aspect: de wetenschappelijke revolutie

De tijd van regenten en vorsten, 1600 - 1700

Leerdoelen

1. je kunt uitleggen wat de wetenschappelijke revolutie is.

2. Je kunt voorbeelden geven van ontdekkingen uit de tijd van de wetenschappelijke revolutie. 

Begrippen deze les

• wetenschappelijke revolutie
  

Jaartallen deze les

-

Wat versta jij onder
wetenschap?

Mensen die actief onderzoeken hoe de wereld in elkaar steekt en daarmee betrouwbare kennis willen verkrijgen.

De vraag is: wanneer is kennis betrouwbaar? Oftewel: wanneer is iets wetenschappelijk onderbouwd?

Wetenschap is een houding

• Je bekijkt verschijnselen aandachtig (observeren, waarnemen). 
• Daarbij probeer je sceptisch te zijn (geneigd tot twijfel): klopt het wel wat ik waarneem?
  

• Je vormt na zorgvuldig nadenken een voorlopige conclusie (hypothese).
  

• Je toetst of je hypothese klopt door experimenten uit te voeren. Bijvoorbeeld: geldt mijn conclusie altijd en overal? Wanneer wel en wanneer niet?
  

• Je deelt je conclusie met anderen en je bent bereid om je oordeel aan te passen als er nieuwe bewijzen / betere argumenten op tafel komen. 
  

Newton

Plato is mijn vriend.

Aristoteles is mijn vriend.

Maar mijn beste vriend is de waarheid.

(1661)

aantekening wetenschappelijke revolutie 17e eeuw

• Ook vóór de 17e eeuw werden er belangrijke zaken bedacht en uitgevonden.
  
• In de 17e eeuw ontstonden twee nieuwe theorieën over wat wetenschap is:
  

• rationalisme
  
• Volgens de filosoof Descartes was het verstand de meest zuivere bron van kennis. De zintuigen (ogen, oren, reuk, smaak en tastzin) leveren volgens hem geen betrouwbare kennis op omdat ze je geest kunnen bedriegen.
  

• empirisme
  
• Volgens de filosoof Bacon was waarneming door zintuigen juist het beginpunt van onze kennis. Mensen beschikken bij hun geboorte namelijk niet over kennis. 
  

Tijdens de wetenschappelijke revolutie vonden er belangrijke uitvindingen plaats. De microscoop van Antoni van Leeuwenhoek past bij het welke stroming?

1. Empirisme
2. Rationalisme

Pythagoras ging ervanuit dat getallen en de harmonie tussen getallen, het beste de werkelijkheid kunnen beschrijven. Dit past bij:

1. Empirisme
2. Rationalisme

opdrachten

• maak de twee uitgedeelde examenvragen
  

10 minuten, overleg op fluisterniveau

• als je klaar bent, dan kom je je werk laten zien en kun je een antwoordmodel ophalen.
  

• Daarna begin je aan het huiswerk:
  

-lees op blz. 115 'de wetenschappelijke revolutie' en 'natuurwetenschappers' en onderstreep de zinnen die belangrijk zijn.

- Maak opdracht 1 op blz 117

antwoord vraag 1

• Ik lees in de bron dat Harvey sectie verricht op lichamen 

• Dat betekent dat dit past bij de wetenschappelijke revolutie omdat die zich baseert op empirisch onderzoek / onderzoek door middel van waarneming.
  

Antwoord vraag 2

• • Ik lees in de bron dat bron blijkt dat de kooplieden zoeken naar andere handelsroutes / een route via de Noordelijke IJszee 1 
  

Dat betekent dat de bron past bij ontstaan van wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie', 

• •Ik lees in de bron dat de koopman in zijn zoektocht naar andere routes redeneert vanuit de Bijbel / godsdienstige argumenten gebruikt. 1 
  

 Dat betekent dat deze bron minder past bij 'de wetenschappelijke revolutie'