8.1 Bloed 2.0 7-10-2020

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Terugkijken vorige les
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg tweede helft 8.1
  4. Opdrachten 8.1 maken
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen vandaag?
  1. Terugkijken vorige les
  2. Leerdoelen
  3. Uitleg tweede helft 8.1
  4. Opdrachten 8.1 maken

Slide 1 - Tekstslide

Welke stof vervoeren de rode bloedcellen, met behulp van de stof hemoglobine?
A
Glucose
B
Zuurstof
C
Koolstofdioxide
D
Water

Slide 2 - Quizvraag

Welke type witte bloedcellen maakt antistoffen aan tegen bacteriën en ziekteverwekkers?
A
Type 1
B
Type 2

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de taak van de bloedplaatjes?
A
Bloedstolling
B
Bloed vloeibaar houden
C
Verstoppingen voorkomen
D
Voedingsstoffen vervoeren

Slide 4 - Quizvraag

Wat gaan we leren vandaag?
  • We leren hoe het bloed stoffen vervoert
  • We leren wat er verandert in ons lichaam tijdens inspanning

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vervoert het bloed stoffen?
Het bloed:
- neemt stoffen op
- vervoert stoffen
- geeft stoffen af

Slide 6 - Tekstslide

Hoe vervoert het bloed stoffen?
Het vervoeren van bloed gaat op 2 manieren:
1. via bloedplasma

Slide 7 - Tekstslide

Hoe vervoert het bloed stoffen?
Het vervoeren van bloed gaat op 2 manieren:
1. via bloedplasma
2. via rode bloedcellen

Slide 8 - Tekstslide

Hoe vervoert het bloed stoffen?
Te weinig hemoglobine in je rode bloedcellen = bloedarmoede
Vaak komt dit door een tekort aan ijzer

Slide 9 - Tekstslide

Wat verandert er in je lichaam bij inspanning?

Slide 10 - Tekstslide

Wat verandert er in je lichaam bij inspanning?
1. Er wordt meer glycogeen omgezet in glucose.

Slide 11 - Tekstslide

Wat verandert er in je lichaam bij inspanning?
1. Er wordt meer glycogeen omgezet in glucose.
2. Er wordt meer zuurstof uit het bloed gehaald.

Slide 12 - Tekstslide

Wat verandert er in je lichaam bij inspanning?
1. Er wordt meer glycogeen omgezet in glucose.
2. Er wordt meer zuurstof uit het bloed gehaald.
3. Er worden meer afvalstoffen vervoerd.
    - Er komt meer koolstofdioxide vrij
    - Je hart klopt sneller
    - Je ademt sneller en meer koolstofdioxide uit

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Maak de opdrachten van 8.1

Slide 16 - Tekstslide