Hoofdstuk 4 grammatica zinsdelen (les 2 do)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je leerwerkboek;
  • je laptop (log alvast in bij LessonUp).
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je leerwerkboek;
  • je laptop (log alvast in bij LessonUp).

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Wat weet je al van 4.7 zinsdelen?
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Tweede les uitleg 4.8 woordsoorten

Slide 2 - Tekstslide

4.7 Grammatica zinsdelen
  • Je weet wat enkelvoudige en samengestelde zinnen zijn.
  • Je kunt een zin ontleden met de volgende zinsdelen:
  1. Gezegde: wg of ng
  2. Onderwerp
  3. Lijdend voorwerp
  4. Meewerkend voorwerp

Slide 3 - Tekstslide

Terwijl de zon buiten schijnt, zit ik binnen huiswerk te maken.
A
Twee hoofdzinnen
B
Een bijzin en een hoofdzin

Slide 4 - Quizvraag

Ik ben heel erg moe, dus ik ga zo slapen.
A
Twee hoofdzinnen
B
Een hoofdzin en een bijzin

Slide 5 - Quizvraag

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Zoek pv en zet zinsdeelstrepen
Zoek het gezegde
Zoek het onderwerp
Zoek het lijdend voorwerp
Zoek het meewerkend voorwerp

Slide 6 - Sleepvraag

De artiest had zijn fans vele hits gegeven.
LV in deze zin is:
A
de artiest
B
zijn fans
C
vele hits
D
had gegeven

Slide 7 - Quizvraag

Dit lied is een enorme hit.
Wat is het gezegde?
A
wg
B
ng

Slide 8 - Quizvraag

Zijn moeder had Kees een nieuwe
fiets gegeven.
MV in deze zin is:
A
zijn moeder
B
Kees
C
een nieuwe fiets
D
had gegeven

Slide 9 - Quizvraag

Werkmoment
  • Maak van 4.7 de opdrachten: 1 tot en met 11. (opdracht 2 en 9 doen we niet). De opdrachten zijn af donderdag einde les 2.
  • Maak het in je leerwerkboek.
  • Kijk per opdracht na in Teams.
  • Je mag zachtjes overleggen, je mag muziek luisteren.  
  • Ik loop rond voor vragen, maar lees eerst de theorie.


Slide 10 - Tekstslide

Hoe ver ben je met 4.7?
1 tot en met 11 (opdracht 2 en 9 niet)
A
Alles af en nagekeken
B
Alles af nog NIET nagekeken
C
Nog bezig en stukje nagekeken
D
Nog bezig en nog NIETS nagekeken

Slide 11 - Quizvraag

Tot straks!

Slide 12 - Tekstslide

Stappenplan ontleden p. 152
  1. Onderstreep de pv => zet zin andere tijd
  2. Zet zinsdeelstrepen => deel zo groot mogelijk voor pv
  3. Benoem wg of ng => wg: onderwerp doet iets => zww                                                    => ng: onderwerp is iets => kww+aanvulling
  4. Benoem o => wie/wat + gezegde?
  5. Benoem lv => wie/wat + wg + o? (dus niet bij ng)
  6. Benoem mv => aan/voor wie/wat + gezegde + o + lv?
o en lv starten nooit met vz

Slide 13 - Tekstslide

Enkelvoudige zin

  • Zin waarin 1 persoonsvorm staat.
  • Een enkelvoudige zin is altijd een hoofdzin.
  • Persoonsvorm en onderwerp staan naast elkaar.
Samengestelde zin
  • Bestaat uit 2 of meer zinnen (en dus pv's).
  • Combinatie hoofdzin - hoofdzin. Of hoofdzin - bijzin, bijzin - hoofdzin.
  • Bijzin: ww staan achteraan.
  • Bijzin: o en pv kan iets of staat iets tussen.

Slide 14 - Tekstslide