LB-WW Basis Deel 1 - H5 - Over wat wel en niet deugt - Les 5

[Aandachtsrichter]
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

[Aandachtsrichter]

Slide 1 - Tekstslide

Wijs Worden Deel 1
H5 Over wat wel en niet deugt
Les 5, p.

Slide 2 - Tekstslide

Iets uit de actualiteit: 

Slide 3 - Tekstslide

LVB INLEVEREN
  • voornaam + achternaam duidelijk op de kaft?
  • beoordelingsformulier ingevuld? 
  • beoordelingsformulier ingeplakt na de laatste opdracht? 
  • noteer je naam op inleverblad bij de docent! 



Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk bespreking 
Lezen:
H5, paragraaf 4, p.94 t/m 97

Maken:
Opdracht 19 t/m 21, 22b, 24, 25 en 27, p.94 t/m 97

Slide 5 - Tekstslide

Opdr. 19 en 20
Opdr. 19 en 20 zijn vorige les al besproken..

Slide 6 - Tekstslide

Opdr. 21, p.95
Teamsport
a. Aanleren van sportieve vaardigheden
b. Een ervaren trainer
c. Luisteren naar de trainer
d. Veel trainen
Deugd
1. Aanleren van deugden.
2. Een verstandige opvoeder.
3. Openstaan voor wat ouders zeggen.
4. Oefenen in de deugd. 

Slide 7 - Tekstslide

Opdr. 22b, p.95
zie POLL volgende SLIDE










Slide 8 - Tekstslide

Welke waarden worden hoog gewaardeerd? (waarden uit opdr.20)
eerlijk
vrijgevig
rechtvaardig
sociaal
vriendelijk
matig
naastenliefde
gastvrij
behulpzaam
dapper

Slide 9 - Poll

Opdr.24a, p.96
1. laf










2. dapper
3. overmoedig 

Slide 10 - Tekstslide

Opdr.24b, p.96
Gezien zijn postuur, jeugdige leeftijd en zwemkunsten, moet hij geacht worden de drenkeling te redden. Hij is laf en laat het slachtoffer liever verdrinken dan actie te ondernemen.  

Slide 11 - Tekstslide

Opdr.24c, p.96
Hij kan niets uitrichten en brengt alleen zichzelf in gevaar. Sterker nog: eenmaal in het water moet ook hij gered worden waardoor hij anderen aan een tweede niet ongevaarlijke klus zet.

Slide 12 - Tekstslide

Opdr.24d, p.96
 Nee. Of men laf is hangt af van het antwoord op de inschattingsvraag: kan men wel/niet goed genoeg zwemmen? Als je de kracht niet bezit om het snelstromende water te trotseren en je besluit niet te springen, ben je dus niet laf.


Zo maar blijven kijken echter, kan minstens worden opgevat als nalatigheid. De situatie van de omstanders kan dus heel verschillend worden ingeschat al naar gelang hun vermogens en inzet, de praktische mogelijkheden etc. 

Slide 13 - Tekstslide

Opdr.25, p.97
Dapperheid
Matigheid
Vrijgevigheid
Vriendelijkheid 

Slide 14 - Tekstslide

Opdr.27ab, p.97
Dichter bij overmoed. Vergelijk iemand die in zee springt om een drenkeling te redden. Dapperheid grenst hier aan waaghalzerij. Een dappere daad is immers ook gevaarlijk. Je loopt altijd enig risico.


Iemand die laf is en aan de kant blijft staan ofschoon hij of zij goed kan zwemmen, staat wel heel ver van de deugd af. 

Slide 15 - Tekstslide

Opdr.27cd, p.97
Ligt 'vrijgevigheid' dichter bij 'verkwisting' (met geld smijten) of dichter bij 'gierigheid' (geld oppotten)? Plaats het woord 'vrijgevigheid' ergens op de lijn tussen gierigheid en verkwisting.
Vrijgevigheid ligt dichter bij verkwisting: een gierigaard geeft immers niks weg en een vrijgevig mens heel veel. Een vrijgevig mens loopt eerder het gevaar verkwistend te worden dan gierig. 

Slide 16 - Tekstslide

Nieuw onderwerp!

Slide 17 - Tekstslide

Deze les werken we aan:
Lezen:
H5 paragraaf 5, p.98 t/m 99

Maken:
Opdr. 28 t/m 32, p. 98 t/m 99

Werken aan het PO
LB-PO-WW-Deel 1-H3-Gij deugt

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk: 
Lezen:
H5 paragraaf 5, p.98 t/m 99

Maken:
Opdr. 28 t/m 32, p. 98 t/m 99

Werken aan het PO
LB-PO-WW-Deel 1-H3-Gij deugt








Slide 19 - Tekstslide