H1 Grammatica - Nieuw Nederlands 2V2

Grammatica H1 
Uitleg over wederkerende (en wederkerige) voornaamwoorden.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica H1 
Uitleg over wederkerende (en wederkerige) voornaamwoorden.

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wederkerend vnw

Wederkerig vnw
zich
Je
elkander
mezelf
mekaar
ons

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

                 Benoem de genummerde voornaamwoorden:     

               Schaam (1) je (2)je niet als (3) je  broertje zoiets zegt?
  
Wederkerend voornaamwoord
Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
1. je
2. je
3. je

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Waarbij hoort het wederkerend voornaamwoord?

Verplicht wederkerend werkwoord:


Toevallig wederkerend werkwoord:
Werkwoordelijk gezegde
Lijdend voorwerp

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Bepaal of de werkwoorden verplicht of toevallig zijn.
Aankleden
Verwonden
Vermaken
Bezeren
Uitsloven
Verslikken
Verslapen
Bemoeien
Verplicht
wederkerende
werkwoorden
Toevallig
wederkerende
werkwoorden

Slide 11 - Sleepvraag