4.2 Versnellen en vertragen (opg.1-9)

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

4.2 Versnellen en vertragen

Herhalen theorie

Opgaven 1-9

4.2 Versnellen (herhalen)

Het (snelheid,tijd)-diagram:

• De steilheid van de grafiek toont de versnelling: a = Δv / Δt
• De oppervlakte onder de grafiek is de afgelegde weg
• (Oppervlakte van rechthoeken en driehoeken bepalen.)

Hoe groot is de versnelling van t=0s tot t=4s?

1. 0 m/s2
2. 2 m/s2
3. 4 m/s2
4. 8 m/s2

Hoe groot is de afgelegde afstand van t =4s tot t = 6s?

1. 0 m
2. 8 m
3. 16 m
4. 48 m

Hoe groot is de afgelegde afstand van t =0s tot t = 6s?

1. 16 m
2. 32 m
3. 48 m
4. 64 m

2. Als een auto in 2 seconden versnelt van 3 m/s naar 7 m/s, dan is

1. v = 2 m/s
2. v = 4 m/s
3. a = 2 m/s2
4. a = 4 m/s2

Versnelt

Constante snelheid

Vertraagt

Sleep naar de goede beweging:

4. Oliespoor van A naar B naar C naar D.

A-B

B-C

C-D

Einde quiz

Telefoons en laptops opbergen

3. Grootheden en eenheden

In de formule (whiteboard)

In de tabel (pagina 25)

5. Schets (v,t)-diagrammen

5a. Schaatser

5b. Skispringer

5c. Automobilist

Opgave 6.

a. Versnelling AB is 4,0 m/s²

^{b. Afgelegde weg = 8 + 48 = 56 m}

Opgave 7.

a. Versnelling AB is (25 - 17,5) / 5,0 =

= 1,5 m/s²

^{b. Afgelegde weg = 87,5 + 18,75}

 ^{= 106 m}

Opgave 8.

a. Versnelling vliegtuig is 86,1 / 50 = 1,7 m/s²

b. Versnelling auto is 27,8 / 15 = 1,9 m/s2

dus de auto heeft de grootste versnelling!

Opgave 9

• a. 97 km/h
• b. 9 stappen
• c. a = 3 / 0,45 = 6,7 m/s2

Test Jezelf

als je de huiswerk- boekopgaven gemaakt hebt

Volgende week SO

Over paragrafen 4.1 en 4.2

De huiswerk-/boekopgaven zijn het belangrijkst,

daarna kan je verder oefenen met de Test Jezelf.