3.7/3.8 I of ie?

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vak: Nederlands
Hoofdstuk: 3
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

1. Lesopening
Pak je boek en schrift van Nederlands, laat het nog even dicht. 



Slide 2 - Tekstslide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld. 

Voorbeeld: als er staat schrijf de zin over, doe je dat. 




Slide 3 - Tekstslide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Namen lln

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Namen lln

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Namen lln

Slide 4 - Tekstslide

3. Lesdoel
Aan het eind van deze les; 
- kun je woorden met verschillende korte en lange klanken goed spellen. 
- kun je woorden met i/ie goed spellen. 

Slide 5 - Tekstslide

Verdiept arrangement:
Namen lln. 

Huiswerk noteren + maken:
Les: 3.7/3.8
blz.: 106 t/m 108
opdr.: 16 t/m 18

Slide 6 - Tekstslide

Minicheck:
Quiz mee!

Laat zien wat je al weet van het lesdoel. 

Slide 7 - Tekstslide

Noteer een woord met i (die klinkt als ie)

Slide 8 - Open vraag

Noteer een woord met ie (die klinkt als ie)

Slide 9 - Open vraag

Kies de juiste spelling:
zou jij wel eens in een film willen sp...len?
A
e
B
ee

Slide 10 - Quizvraag

Wie maakt wat:
3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:
les 3.7/3.8, opdr. 16 t/m 18 op blz. 106 t/m 108

De rest doet mee met de instructie.

Slide 11 - Tekstslide

4. Instructie

Slide 12 - Tekstslide

i of ie?
De meeste lange klanken schrijf je met twee klinkers.
voorbeeld:  bot – boot, man – maan, tut – tuut, bek – beek

Dit kan niet bij de i.
De lange klank ie schrijf je soms met ie en soms met i. De spelling van deze woorden moet je uit je hoofd leren.
voorbeeld: liter, gieter, gitaar, vakantie, politie

Slide 13 - Tekstslide

i of ie
A
artiest
B
artist

Slide 14 - Quizvraag

i of ie
A
februari
B
februarie

Slide 15 - Quizvraag

i of ie
A
giechelen
B
gichelen

Slide 16 - Quizvraag

i of ie
A
kielo
B
kilo

Slide 17 - Quizvraag

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 3.7/3.8 opdr. 16 t/m 18, blz. 106 t/m 108

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
Namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 
Dan gaan we samen aan de slag. 

Slide 18 - Tekstslide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt : les 3.7/3.8
V: opdr. 16 t/m 18 op blz. 106 t/m 108 --> namen lln
B: opdr. 16 t/m 18 op blz. 106 t/m 108 --> namen lln
I: opdr. 16 t/m 18 op blz. 106 t/m 108 --> namen lln

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets/lezen/woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 19 - Tekstslide

7. Evaluatie
- Zelfstandig leren; werkt volgens de gestelde eisen, die aan de opdrachten worden gesteld.
 
Evaluatie lesdoelen --> Quiz mee! 




Slide 20 - Tekstslide

Noteer een woord met i (klinkt als ie)

Slide 21 - Open vraag

Noteer een woord met ie

Slide 22 - Open vraag

Ik kan woorden met i en ie goed spellen
0100

Slide 23 - Poll

Afsluiting
- Ruim je boek en schrift van NE op.

Volgende lesuur: .........................

Slide 24 - Tekstslide