22-23 Tekstsoorten: ingezonden brief

Tekstsoorten
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Tekstsoorten

Slide 1 - Tekstslide

Kennis opfrissen... 

Recensie                                             
Beschouwing                                      
                                

Slide 2 - Tekstslide

Welke onderwerpen plaats je in het middenstuk van de recensie?

Slide 3 - Open vraag

Met een beschouwing wil je als schrijver...
A
activeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
informeren

Slide 4 - Quizvraag

Een beschouwing heeft NOOIT een ...
A
stelling-argumentenstructuur
B
verklaringsstructuur
C
vraag-antwoordstructuur
D
probleem-oplossingenstructuur

Slide 5 - Quizvraag

Welke tekstsoorten behandelen we?


Recensie                                                opiniëren (en activeren?)
Beschouwing                                       opiniëren 
Ingezonden brief                                overtuigen
Betoog                                                     overtuigen

Slide 6 - Tekstslide

Deze week
- Ingezonden brief: toelichting 
- Opdracht 

Slide 7 - Tekstslide

Lees je wel eens de krant?
A
Ja, dagelijks zelfs
B
Ja, regelmatig
C
Af en toe
D
(Vrijwel) nooit

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Welke krantenrubrieken ken je?

Slide 10 - Open vraag

Krantenrubrieken
Nieuwsartikel (lang)
Nieuwsbericht (kort)
Achtergrondartikel
Column (commentaar bij de actualiteit)
Opiniestuk (ingezonden)
Ingezonden brief
Recensie (boeken, muziek, voorstelling, ...)

(Advertentie)
Advertorial (gesponsord)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Dus... 
Een ingezonden brief is een soort betoog. 
Een betogende tekst kan meerdere verschijningsvormen hebben en één daarvan is een ingezonden brief. 




= soort hond 

Slide 14 - Tekstslide

Ingezonden brief
  • Je vindt het belangrijk dat de lezers van de krant jouw mening lezen. 
  • Je bent het bijvoorbeeld niet eens met een opiniestuk dat eerder in de krant verscheen.
  • Je wilt iets zeggen over iemand die is geïnterviewd
  • Je wilt iets zeggen over een bericht of nieuwsfeit dat eerder in de krant heeft gestaan.
  • Je bent juist erg enthousiast over iets wat je hebt gelezen.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Publiek
Je publiek bestaat uit twee groepen:
- de redactie van de krant; zij beslist of je brief wordt geplaatst.
- de lezers van de krant; je wilt hen overtuigen van jouw kijk op de zaken.  








Slide 17 - Tekstslide

Reageren op een nieuwsfeit
Wat doe je als je reageert op een nieuwsfeit?
  • Noem het nieuwsfeit waarop je reageert.
  • Geef aan waarom je je daarover opwindt.
  • Geef zo concreet mogelijk aan wat er volgens jou moet gebeuren of veranderen.

Slide 18 - Tekstslide

Reageren op een opiniestuk
Wat doe je als je reageert op een opiniestuk?
  • Herhaal het standpunt waarmee je het niet eens bent.
  • Noem de argumenten die volgens jou niet kloppen.
  • Weerleg die argumenten:
       Toon bij feitelijke argumenten aan dat de feiten onjuist zijn.
       Val bij niet-feitelijke argumenten de ondersteuning aan die           de auteur in zijn artikel geeft.
  • Sluit de ingezonden brief af met je eigen standpunt.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Opdracht

Kies het onderwerp/artikel (hierna) waarop je wilt reageren en schrijf een ingezonden brief van ca. 200 woorden.

Slide 21 - Tekstslide

Aanpak (1)
  • Bepaal het schrijfdoel = overtuigen 
  • Bepaal het onderwerp => uit één van de artikelen
  • Hoofdgedachte: wat is het belangrijkste wat je met de brief wilt zeggen over het onderwerp?
  • Je eigen standpunt + argumenten 

Zie verder schrijfplan ingezonden brief 

Slide 22 - Tekstslide

Aanpak (2)
  • Inleiding: benoem op welk artikel/nieuwsfeit je reageert en vermeld je standpunt.
  • Kern:  argument 1 + uitwerking, argument 2 + uitwerking (evt. argument 3 + uitwerking) 
  • Slot: conclusie = pakkende, aansprekende herhaling van je standpunt.   

Slide 23 - Tekstslide

Aandachtspunten
  • Je begint een ingezonden brief niet met een aanhef, maar met een titel.
  • Noem van het artikel waarop je reageert: datum, titel en indien bekend naam auteur. 
  • Zorg ervoor dat de lezer je brief graag leest: eenvoudig en gevarieerd taalgebruik, geen ellenlange zinnen. 
  • Toon van je brief: zakelijk, verontwaardigd of met humor/ironie?
  • Sluit pakkend af: je standpunt in één aansprekende slotzin. 
  • Schrijf onder de brief je naam en je woonplaats.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Reageer op één van deze onderwerpen
- Black Friday
- favoriete snack en karakter
- regenboog Qatar Fifa

Slide 26 - Tekstslide

Inleveren 
  • Je levert een foto van je schrijfplan en de ingezonden brief in bij opdrachten in magister 
  • Uiterlijk zondag 4 december a.s. om 21.00 uur
  • Doe je best of doe niets 
  • Wie is je publiek? Juist ja, de redactie en de lezer van de krant, niet ik! 
  • Volgende week: peerfeedback 

Slide 27 - Tekstslide