Chapitre 5 les 5

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Plan du cours

mercredi le 8 avril

Corrigez vos devoirs

Écouter (luisteren)

Réviser(herhalen) la grammaire

Les buts

Aan het eind van de les 

-weet je hoe je de passé composé maakt

-welke werkwoorden er met être vervoegd worden

- weet je welk voorzetsels er voor landen en steden staan

Corrigez ex 32b

Je m’appelle Louise. Je suis Française. J’habite à Caen. C’est en France. Mais en fait, je suis née à Montréal. C’est au Canada.  

Mon père travaille pour une grande banque. C’est pourquoi on déménage souvent. J’ai aussi habité à Paris et à Zurich. 

Mais maintenant, je suis contente d’être à Caen. C’est beaucoup plus calme. Mon père voyage toujours beaucoup. En ce moment, il habite au Japon. Ma mère, mon frère et moi, nous préférons rester en France. 

 

Corrigez 32 c

Exercice 32c  

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 

E G B F C J D I H A 

Corrigez 32 d

A (New York/ Londres/ Amsterdam/ Paris

En ( Angleterre/ Allemagne/ France / Suède

Au (Maroc/ Danemark/ Japon/ Sénégal

Aux (États-Unis/ Pays-Bas)

Corrigez 33a 

1 à 

2 en 

3 au 

4 à 

5 aux 

6 à 

Corrigez 33b

1 Ils ont été à Rabat. 

2 Ma tante a été à Montréal. 

3 C’est au Canada. 

4 Mon frère veut aller aux États-Unis.  

5 Il veut aller à New-York.  

écouter

p67 TB

p 22, 23 WB

(ga via Magister ELO/leermiddelen naar grandes lignes 2h/vwo 5e editie Hoofdstuk 5 en zoek luisterfragment op)

La francophonie

Passé composé

In het volgend fragment zie en hoor je Matt Pokora. In zijn liedje komen veel vormen voor van de passé composé. Luister en kijk en probeer de vormen te herkennen.

Passé Composé

Le passé composé = v.t.t.

Être

Deze werkwoorden (huis van être) worden vervoegd met het werkwoord être in de passé composé:

Je suis tombé(e)

Elle est montée

Nous sommes arrivé(e)s

Lees en leer

p 64 TB

Om te nog meer te oefenen kun je online opdrachten doen (slim stampen)

voorzetsels bij steden/landen

-Marc habite à Bruxelles.

-J'ai été en France.

-Tu vas aux Etats-Unis?

-Non, je vais au Portugal.

Les prépositions

Steden/dorpen: ''à''  -->  à Bemmel

Vrouwelijke landen: ''en'' --> en France (La France)

Mannelijke landen: ''au'' --> au Maroc (Le Maroc)

Meervouw: ''aux'' --> aux Pays-Bas (Les Pays-Bas)

Wat moet je dus leren om dit toe te kunnen passen?

voorzetsels bij landen- en stedennamen

                                     |  mannelijk  |   vrouwelijk   |   meervoud  |

----------------------------------------------------------------

landen                      |          au         |           en            |           aux        |            

----------------------------------------------------------------

steden                      |           à           |             à             |           -             |            

----------------------------------------------------------------          werelddelen          |            -           |            en           |              -          |

Wat neem je mee van deze les?

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

LET OP:

Formatieve toets gaat woensdag 15 april niet door. Dat doen we een week later op donderdag 23 april het 3e uur.

Op 20 april is de leestoets om 9 uur.

ATTENTION:

de formatieve toets over H 5 gaat volgende week woensdag NIET door. Deze wordt verplaatst naar 23 april (donderdag) het 3e uur.

Wel gaat op 20 april de leestoets door. Dit zal zijn om 9 uur.

Verder verwacht ik dat jullie deze week de opdracht over LES VACANCES (zie LessonUp van woensdag) naar mij opsturen.

C'est la fin🏁

Les devoirs pour

 mercredi 15 Avril

Apprendre (leren) p 64 TB et 

p 43 WB