De Brug 3 Ruimtegebruik

Brug 3 ruimtegebruik 

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Brug 3 ruimtegebruik 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Vorige les
Doelen brug 3
Informatie Ruimtegebruik

Slide 2 - Tekstslide

Waar hebben we het over gehad?

Par 1: grenzen
Par 2: identiteit  

QUIZ met vragen over De Brug 1, 2 en... 3.
Wie weet/gokt het meeste goed? 
Er zijn 18 vragen 

Slide 3 - Tekstslide

01 Wat voor soort grenzen hebben we in de EU
A
zachte
B
harde
C
open
D
dicht

Slide 4 - Quizvraag

02 De grens die Trump aan het bouwen was tussen Mexico en de VS is een ..... grens
A
zachte
B
harde
C
open
D
kunstmatig

Slide 5 - Quizvraag

03 Deze grens is het voorbeeld
van een:

Slide 6 - Open vraag

04 Max Verstappen pakt de wereldtitel F1 en het hele land staat op stelten!
A
Persoonlijke identiteit
B
Regionale identiteit
C
Nationale identiteit
D
Lokale identiteit

Slide 7 - Quizvraag

05 Landsgrens die zonder controle
te passeren is
A
Landsgrens
B
Open grens
C
Taalgrens
D
Gesloten grens

Slide 8 - Quizvraag

06 Tussen Engeland en Nederland ligt de Noordzee. Dat is een

A
Harde grens
B
Natuurlijke grens
C
Kunstmatige grens

Slide 9 - Quizvraag

07 Welk begrip past het best:
De strook van twaalf zeemijl langs de Nederlandse kust
noemen we de
A
Harde grens
B
Territoriale wateren
C
Natuurlijke grens
D
Landgrens

Slide 10 - Quizvraag

08 De inwoners van een provincie/een gebied, houden vast aan hun eigen geschiedenis en cultuur.

A
Lokalisme
B
Identiteit
C
Regionalisme
D
Mentaliteit

Slide 11 - Quizvraag

09 Gericht zijn op eigen dorp en gemeente
A
Lokalisme
B
Regionalisme
C
Mentaliteit
D
Identiteit

Slide 12 - Quizvraag

10 Bij welk cultuurgebied hoort Nederland
A
Orthodox
B
Islamitisch
C
Hindoeïsme
D
Westers

Slide 13 - Quizvraag

11 WAT KAN DE GEMEENTE MET EEN OMGEVINGSPLAN?
A
WEGEN AANLEGGEN
B
VERHUIZINGEN REGELEN
C
BUITENRING AANLEGGEN IN PARKSTAD
D
PRECIES AANGEVEN WAT ER MET DE RUIMTE GEBEURD

Slide 14 - Quizvraag

12 Door wie wordt een omgevingsplan gemaakt?
A
Gemeente
B
Provincie
C
Rijksoverheid
D
John de Mol

Slide 15 - Quizvraag

13 VOOR WIE IS EEN OMGEVINGSPLAN BEDOELD?
A
VOOR IEDEREEN IN DE GEMEENTE
B
VOOR DE POLITIEK
C
VOOR MENSEN DIE IN KERKRADE KOMEN WONEN
D
VOOR DE GROTE GROEP OUDEREN

Slide 16 - Quizvraag

14 Wat staat er NIET in een omgevingsplan?
A
plannen voor wonen
B
plannen voor wegen
C
plannen voor reizen naar het buitenland
D
plannen voor natuurgebieden

Slide 17 - Quizvraag

15 Op welk schaalniveau maakt de gemeente Land van Cuijk een omgevingsplan?
A
lokaal
B
regionaal
C
nationaal
D
continentaal

Slide 18 - Quizvraag

16 Wat kun je doen als je het niet eens bent met het omgevingsplan?
A
Naar een inspraakavond gaan.
B
Bezwaar maken.
C
Een aanklacht sturen naar de gemeente.
D
Zelf het bestemmingsplan aanpassen.

Slide 19 - Quizvraag

17 Als de gemeente plannen maakt voor de inrichting van een straat, hebben de bewoners ..........
A
Ruimtelijke ordening
B
Omgevingsplannen
C
Inspraak
D
Niks te zeggen

Slide 20 - Quizvraag

18 Welke overheid heeft het meeste "macht" als het gaat om ruimtelijke ordening
A
Rijksoverheid
B
Provincie
C
Gemeente

Slide 21 - Quizvraag

Doelen:

Je begrijpt dat bij de inrichting van de ruimte met verschillende belangen rekening gehouden moet worden.
Je weet hoe in Nederland bepaald wordt hoe de ruimte wordt ingericht.
Je begrijpt dat ook jij een zekere mate van invloed hebt op het gebruik van de ruimte.

Slide 22 - Tekstslide

Samen lezen 
H5 Brug 3

Slide 23 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid 
= aantal mensen dat gemiddeld op een km2 woont 


Slide 24 - Tekstslide

Den Haag 
6344 per km2 
Groningen 
250 per km2 

Slide 25 - Tekstslide

bevolkingsdichtheid Europa

Slide 26 - Tekstslide

Hoe gaan we om met de beschikbare ruimte?


Nederland is dichtbevolkt, de ruimte moet goed gebruikt worden.
Dit noem je:


Ruimtelijke ordening



Slide 27 - Tekstslide

Ruimtelijke ordening
De wetten en regels van de overheid waarmee bepaald wordt op
welke manier de ruimte gebruikt mag worden.

Regels voor de ruimte worden op drie niveaus gemaakt.
1. het Rijk, 2. provincies
3. gemeenten

Slide 28 - Tekstslide

Het Rijk (centrale overheid)
1 Infrastructuur
2 Milieu 
3 Beschermen tegen wateroverlast
4 Behoud culturele plekken/gebieden

Slide 29 - Tekstslide

De provincie
1 Wel/niet uitbreiden dorp/stad
2 Voldoende natuur
3 Locatie bepalen van: industrie, landbouw en recreactie

Slide 30 - Tekstslide

De gemeente
1 Maakt omgevingsplan 

vb: nieuwbouw, verbouwen, bedrijf starten, groenvoorziening, prullenbakken, lokale wegen, bomen, hondenuitlaatstroken enz enz. 

Slide 31 - Tekstslide

Omgevingsplan

Een gedetailleerd plan waarin staat wat er met de ruimte in een bepaalde gemeente gaat gebeuren en waarop je van elk stukje ruimte de vastgestelde functie ziet.

Opdracht:

Kijk op de volgende website. Wat gaat er gebeuren bij jou in de buurt?

https://www.ruimtelijkeplannen.nl

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Link

Wat nou als je het niet eens bent met de plannen 
-

Slide 34 - Tekstslide

Bewoners hebben dus inspraak en kunnen bezwaar indienen 

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Aan de slag
Maak de opgaven op het werkblad van Brug 3.
Blz. 142 en 143
Werk stil
Werk zelfstandig
timer
20:00

Slide 37 - Tekstslide

Doelen:

Je begrijpt dat bij de inrichting van de ruimte met verschillende belangen rekening gehouden moet worden.
Je weet hoe in Nederland bepaald wordt hoe de ruimte wordt ingericht.
Je begrijpt dat ook jij een zekere mate van invloed hebt op het gebruik van de ruimte.

Slide 38 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opgaven op het werkblad van Brug 3.
Blz. 142 en 143
Werk stil
Werk zelfstandig
timer
20:00

Slide 39 - Tekstslide

Tot slot:
Maak de brug quiz!

Slide 40 - Tekstslide