Leertaak vis: les 2 woordenschat

Leertaak: vis woordenschat les 2
1 / 57
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 57 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leertaak: vis woordenschat les 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een vis is een weekdier
A
correct
B
niet correct

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

biologische eigenschappen
gewervelde dieren:
  • kop, romp, vinnen
  • graten, kraakbeen
  • kieuwen voor ademen
  • duidelijke vorm
leven overal op aarde:
  • zoetwatervissen
  • zoutwatervissen
  • trekvissen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een platvis leeft op de bodem van de zee
A
correct
B
niet correct

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

biologische eigenschappen
  • zoetwatervissen zijn altijd rondvissen
  • zoutwatervissen kunnen zijn:
    platvissen, rondvissen, kraakbeenachtigen
  • rondvissen zijn dus trekvissen, zoetwater of zoutwatervissen
  • platvissen zijn altijd zoutwatervissen (of brak)
  • kraakbeenachtigen zijn zoutwatervissen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent "duurzame" vis
A
Vis die lang meegaat
B
Vis die niet bederft
C
Vis die op een verantwoorde manier gekweekt is

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent "visquota"
A
hengelspel
B
maximale hoeveelheid vis die gevangen mag worden
C
Aantal vissen dat een gast mag eten.
D
Speciaal vismenu

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het enkelvoud van "quota"?
A
Quotum
B
Quo
C
Quasimodo

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

duurzame vis
  • gevangen op verantwoorde wijze
  • voorkomen dat de soort overbevist wordt
    -mazen van de netten aanpassen
    -visquota
    -zorgen dat eitjes de kans krijgen om te groeien
    -bodem met rust laten (pulsvissen?)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

duurzame vis
Strenge regels:
  • quota (hoeveelheid die gevangen mag worden)
  • hoeveelheid van een bepaalde vis moet op orde zijn
  • herkomst, schip moet herleidbaar zijn
  • vangstmethode milieuvriendelijk
  • zo min mogelijk bijvangst

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met een "dichte vis"
A
een volgevreten vis
B
verse vis met gesloten ogen
C
Verse vis met kop en ingewanden

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met een "gestripte vis"
A
Een vis zonder ingewanden
B
Een vis zonder velletje
C
Een vis zonder graat

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

vis in de keuken
Levende vis
kwalitatief het 
hoogst haalbare
Dichte vis
zeer verse vis
met kop en 
ingewanden
Gestripte vis
geen ingewanden
snel in bederf
op ijs bewaren
gevroren vis
invriezen aan boord
import/export over
de gehele wereld

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoetwatervis
  • paling (trekvis)
  • steur
  • forel
  • nijlbaars
  • snoekbaars
  • meerval

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoutwater platvis
schar
schol
tarbot
tong
bot
griet

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kraakbeenvissen
Rog
Zeewolf
Zeeduivel

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Visconserven
  • ansjovis
  • rolmops
  • tonijn in blik
  • zalm in blik
  • gerookte forel, paling, zalm

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

zoetwatervissen zijn altijd:
A
platvissen
B
rondvissen
C
kraakbeenachtigen
D
trekvissen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

met duurzame visvangst houden vissers geen rekening met:
A
het milieu
B
de soort kan zichzelf in stand houden
C
hoogst haalbare winst
D
bijvangst

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

magere vis bevat tussen..........% vet
A
3 en 6
B
6 en 8
C
0.5 en 3
D
10 en 16

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke vis hoort niet in het rijtje vette vissoorten thuis?
A
paling
B
haring
C
zalm
D
kabeljauw

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke vis is een kraakbeenachtige?
A
tong
B
zeeduivel
C
makreel
D
tarbot

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

verse vis herken je aan,...?
A
helder slijm op de huid en bolle ogen
B
donkerbruine kieuwen en witte ogen
C
melkachtig slijm op de huid en verkleefde kieuwen
D
frisse geur en platte ogen

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke van onderstaande vis is geen zoetwatervis?
A
snoek
B
zalmforel
C
baars
D
tonijn

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

tot welke soort behoort een griet?
A
rondvis
B
platvis
C
kraakbeenvis
D
zoetwatervis

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je maakt twee folders in  Canva over schaal- en schelpdieren met als titel Schaal- en schelpdieren voor Dummies.  De ene folder heeft 5 schelpdieren, de andere folder 5 schaaldieren
Vóór je de folder gaat maken verzamel je eerst de informatie. Van ieder schaal- en schelpdier geef je de volgende informatie:
• Naam van het dier
• Foto (duidelijke en professionele foto)
• Hoe schoon te maken of te openen.
• De kritieke punten waar je op moet letten bij het openen of schoonmaken.
• Een gerecht (in totaal tien verschillende gerechten met verschillende bereidingswijzen, zie bijlage)wat je met dit dier maakt.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vis Algemeen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen


  • Lesdoel algemeen: Je weet welke vis je in je handen hebt en weet je de herkenning van verse vis.
  • Lesdoel deze les:
  • Je kent de indeling van vis en je kunt 2 voorbeelden noemen
  • Je hebt over enkele vissen meer specifieke kennis
  • Je hebt basale kennis over "wilde" vis en kweekvis

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nu al van vis?

Slide 29 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Waar halen vissen hun zuurstof uit en met behulp van wat?
A
Door toegevoegd zuurstof.
B
Water en door de bek van de vis.
C
Uit een luchtbel door de neus.
D
Water met behulp van hun kieuwen.

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vers kenmerken verse vis

Slide 31 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Je kunt vis onderverdelen in categorieën, welke is juist?
A
Zoutwater-platvissen en kweekvissen
B
Ongewervelden en zoetwatervissen
C
Kraakbeenachtigen en wilde vissen.
D
Zoutwater-rondvissen en slootwatervis

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke vissoorten kun je kweken?
A
Rode poon, baars en tong.
B
Zalm, dorade en tilapia.
C
Makreel, haring en krab
D
Zeebaars, kibbeling en garnalen.

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke visvangsttechniek zijn goed voor het milieu en diervriendelijk?
A
Haken en lijnen
B
Kieuwnetten en sleepnetten
C
Pulswing en flyshoot
D
Kooien en een hengel

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem een visgerecht

Slide 35 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt het kweken van vis ook wel genoemd?
A
Aquacultuur
B
Quaestuur
C
Netcultuur
D
Bassinscultuur

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe worden platvissen ook wel genoemd?
A
Vloervissen
B
Eigenwijze vissen
C
Bodemvissen
D
Onderop vissen

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een herkenning van platvissen?
A
Ogen aan de bovenkant
B
Ogen aan de zijkant
C
Ogen in het midden
D
Ogen aan de onderkant

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Platvis:

Schol, tarbot, griet, tong, slibtong, tongschar, schar, heilbot

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de meest gebruikte platvissen in de keuken?
A
Wijting en Haring
B
Kabeljauw en Tilapia
C
Zeewolf en Makreel
D
Tong en Tarbot

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Rondvissen herken je aan?
A
Vorm en ogen aan de zijkant.
B
Kleur en vorm van de kop.
C
Grote van de vis.
D
Vorm van de vis en de ogen aan de bovenkant.

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoetwater rond:

Paling, steur, forel, nijlbaars, snoekbaars, meerval.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk van onderstaande vissen zijn zoetwatervissen?
A
Zalm, haring en makreel
B
Guppie, nimo en papegaaivis
C
Forel, paling en snoek
D
Zeewolf, zalm en baars

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 44 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Canadese kreeft

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de verschillen tussen de Oosterschelde- en Canadese kreeft

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een bisque de Homard?
A
Kreeftensoep
B
Een hele grote kreeft
C
Een jonge kreeft
D
Een hoofdgerecht van verschillende schaaldieren

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Belangrijke aandachtspunten
Bij het bereiden van schaal- en schelpdieren is het belangrijk om ze goed schoon te maken en te controleren op versheid. Daarnaast moeten ze niet te lang worden gekookt, anders worden ze taai.

Slide 48 - Tekstslide

Benadruk de belangrijkste aandachtspunten bij het bereiden van schaal- en schelpdieren.
Recept: Mosselen in witte wijn
Ingrediënten: 2 kg mosselen, 1 ui, 2 teentjes knoflook, 1 glas witte wijn, 1 takje peterselie. Bereiding: Snijd de ui en knoflook fijn en fruit ze in wat olie. Voeg de mosselen toe en blus af met de wijn. Laat de mosselen in circa 5 minuten gaar koken. Garneer met peterselie.

Slide 49 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een recept met schaal- of schelpdieren en vertel kort hoe je dit gerecht maakt.
Quizvraag
Welke schaal- of schelpdieren worden het meest gegeten in Nederland?

Slide 50 - Tekstslide

Stel een quizvraag om te kijken of de leerlingen goed hebben opgelet.
Antwoord quizvraag
Garnalen zijn de schaal- of schelpdieren die het meest worden gegeten in Nederland.

Slide 51 - Tekstslide

Geef het antwoord op de quizvraag.

A
Rondvis
B
Platvis
C
Kraakbeenvis

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Rondvis
B
Platvis
C
Kraakbeenvis

Slide 53 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gekweekte zalm uit Noorwegen kan een MSC-keurmerk hebben.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 54 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van het MSC-keurmerk?
A
Het verhogen van de visvangst
B
Het bevorderen van duurzame visserij
C
Het verhogen van visserijwinsten
D
Het promoten van visproducten

Slide 55 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het ASC-keurmerk is bedoeld voor kweekvis dat minder schadelijk is voor het milieu. Welk logo is het ASC-keurmerk?
A
B
C
D

Slide 56 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slakken
Mosselen
Sint Jacobschelpen
Tapijtschelp
Oesters

Slide 57 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies