Conserveren - Konfijten en Pekelen

Conserveren - Konfijten en pekelen
In deze les wordt conserveren door middel van Konfijten of pekelen nader bekeken.

Konfijten en Pekelen hebben te maken met de levensvoorwaarde: osmotische waarde
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Conserveren - Konfijten en pekelen
In deze les wordt conserveren door middel van Konfijten of pekelen nader bekeken.

Konfijten en Pekelen hebben te maken met de levensvoorwaarde: osmotische waarde

Slide 1 - Tekstslide

Konfijten en pekelen
Konfijten is het toevoegen van heel veel suiker.

Pekelen is het toevoegen van heel veel zout.

Slide 2 - Tekstslide

Voorbeelden van gekonfijte producten

Slide 3 - Open vraag

Voorbeelden van gepekelde producten

Slide 4 - Open vraag

Osmotische waarde
De osmotische waarde heeft te maken met de hoeveelheid opgeloste stoffen.
De opgeloste stoffen zijn suiker of zout.


Slide 5 - Tekstslide

Osmotische waarde
Osmose is diffusie (verdelen) van moleculen van het oplosmiddel door een semi-permeabel (halfdoorlatend) membraan, dat oplossingen van verschillende concentratie scheidt. 
In de natuur willen stoffen zich altijd gelijk verdelen over een vloeistof (diffusie). Dit streven blijft ook bestaan bij een celmembraan als scheidingswand. Als er een concentratieverschil is over een biologisch membraan, zal de natuur trachten dit verschil teniet te doen.

Slide 6 - Tekstslide

Osmotische waarde
Omdat opgeloste stoffen niet door het membraan kunnen
naar de laagste concentratie, zal de hoogste concentratie zich gaan verdunnen. 
Vocht gaat dus altijd naar de hoogste concentratie opgeloste stoffen.

Slide 7 - Tekstslide

Osmotische waarde
Bij de meeste bacteriën, planten, dieren en menselijke cellen komt de concentratie van opgeloste stoffen overeen met een oplossing van 0,9% keukenzout. 
Als een bacterie in een oplossing komt, zijn er drie mogelijkheden:
1 De oplossing is sterker geconcentreerd dan die van het protoplasma in de
bacteriecel. 
2 De oplossing is zwakker dan de oplossing in de cel. 
3 De oplossing is even sterk als die van het protoplasma in de bacteriecel.

Slide 8 - Tekstslide

Osmotische waarde
1. De oplossing is sterker geconcentreerd dan die van het protoplasma in de bacteriecel. Dit noemen we een hypertone oplossing
Het water gaat naar de omgeving met de hoogste concentratie. Dat betekent dat vocht uit de bacterie naar de omringende oplossing gaat. De bacterie droogt uit en sterft.

Slide 9 - Tekstslide

Osmotische waarde
2. De oplossing is zwakker dan de oplossing in de cel. Dit noemen we een hypotone oplossing. Opnieuw gaat het vocht naar de omgeving met de hoogste concentratie. 
De hoogste concentratie is ditmaal in de bacteriecel. In een hypotoon milieu gaat de bacterie zwellen en zal uiteindelijk knappen.

Slide 10 - Tekstslide

Osmotische waarde
3. De oplossing is even sterk als die van het protoplasma in de bacteriecel. Dit noemen we een isotone oplossing. 
De bacteriecellen lijden geen osmotisch waterverlies of nemen geen water op.


Slide 11 - Tekstslide

Osmotische waarde
In het microbiologisch practicum is rekening houden met de osmotische waarde van belang. 
We mogen bacteriën nooit in puur water verdunnen omdat dit een hypotone oplossing is, bacteriemateriaal zal dood gaan.
Een zeer veel gebruikte isotone verdunningsvloeistof in de microbiologie heet peptonfysiologische-zoutoplossing, afgekort PFZ-oplossing.

Slide 12 - Tekstslide

Osmotische waarde

Slide 13 - Tekstslide

Osmotische waarde
Zoek van de volgende 'producten' uit wat het suiker- of zoutgehalte is.

- jam
- limonadesiroop
- gekonfijte vruchtjes
- pekelwater voor kaas
- stokvis
- parmaham

Slide 14 - Tekstslide