2. Crisis, ellende en vernedering

Sociale zekerheid en de verzorgingsstaat


2. Crisis, ellende en vernedering
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Introductie

Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de crisis van de jaren 30 had voor de armenzorg

Onderdelen in deze les

Sociale zekerheid en de verzorgingsstaat


2. Crisis, ellende en vernedering

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen welke gevolgen de crisis van de jaren 30 had voor de armenzorg

Slide 3 - Tekstslide


Eerste sociale wetten

  • Ongevallenwet (1901)
  • Woningwet (1901)
  • Leerplichtwet (1901)
  • Invaliditeitswet, Ouderdomswet, Ziektewet (1913)
  • Werkloosheidsbesluit (1917)

Doordat woningen onbewoonbaar werden verklaard, moesten er nieuwe woningen worden gebouwd. Deze nieuwe woningen werden gebouwd volgens een aantal nieuwe regels. Klik op de hotspots (en de afbeeldingen) hieronder om de veranderingen te bekijken.
1
2

Slide 4 - Tekstslide


Crisis in de Verenigde Staten
1929



  • Overproductie van fabrieken
  • Kopen op afbetaling
  • Teveel vertrouwen in aandelenhandel





Slide 5 - Tekstslide


Crisis in Nederland


  • Nederland wordt zwaar door de crisis geraakt: de handel met de VS en Duitsland komt vrijwel stil te staan.
  • Bedrijven en fabrieken moeten de deuren sluiten.
  • Tussen 1929 en 1935 stijgt de werkloosheid van 22.000 naar 500.000
Een werkloze bakker uit het Gelderse Twello 'verkoopt' zichzelf op een marktplein in Deventer (Overijssel).

Slide 6 - Tekstslide


Stempelen voor 'de Steun'

  • Sommige arbeiders hebben een werkloosheidsverzekering: 60 dagen een uitkering, waarna ze alsnog moeten aankloppen bij de overheid
  • Vanuit de overheid is er nauwelijks steun: alleen werklozen tussen 21 en 60 jaar krijgen de steunuitkering.
  • Hiervoor moeten ze 2 keer per dag in de rij staan om te stempelen. 
  • Dit is vooral bedoeld om zwartwerken en fraude te voorkomen.

Slide 7 - Tekstslide


Werkverschaffingsprojecten


  • Net als in andere landen probeert de overheid werklozen aan werk te helpen met werkverschaffingsprojecten.
  • Grote projecten zoals het Amsterdams Bos en de Afsluitdijk helpen mannen aan werk en een beetje inkomen.

Slide 8 - Tekstslide


Vernedering


  • De steun is vaak te laag, daarom moeten mensen ook andere hulp krijgen.
  • Zo krijg je bijvoorbeeld kleding, maar daar staat wél een stempel in: iedereen kan dat zien.
  • Je hoeft geen rijwielbelasting te betalen, maar ook dát kan iedereen zien: er is een gat geboord in het belastingplaatje.
Een belastingplaatje van iemand die geen belasting kon betalen: er is een gat in geboord.

Slide 9 - Tekstslide


Aanpassingspolitiek
1934


  • De Nederlandse regering van minister-president Colijn besluit dat er minder uitgaven moeten zijn, omdat er minder inkomsten zijn: Nederland moet zich aanpassen
  • Lonen van ambtenaren en bij de werkverschaffing gaan omlaag, net als de steunuitkering. Het maakt de problemen alleen maar groter...

Slide 10 - Tekstslide


Doel van de aanpassingspolitiek



  • Door lagere lonen worden producten goedkoper: de export neemt toe
  • Als de inkomsten en uitgaven gelijk zijn, dan heeft regering geen schulden
  • Uitzieken van de crisis’, aldus de regering
  • De aanpassingspolitiek mislukt: Nederland blijft een duur land

Minister-president Colijn houdt een toespraak in de Tweede Kamer in 1935. (Colijn links op foto, staand met zijn handen steunend op de tafel.)

Slide 11 - Tekstslide




Zo ziet Colijn zich graag: de leider die Nederland door de storm (crisis) heen stuurt...

Slide 12 - Tekstslide



...en zo zien sommige Nederlanders hem: als iemand die helemaal niet helpt, maar mensen laat verzuipen!

'Colijn is een zwijn!', zeggen sommige mensen.

Toch is er berusting bij de meeste Nederlanders. Hoewel niet altijd...

Slide 13 - Tekstslide


Jordaanoproer
1934



  • De verlaging van de steun én de verhoging van de huur zorgen voor rellen in de Amsterdamse wijk De Jordaan. Vijf mensen komen om het leven. 
  • De verlaging blijft. Er verandert maar één ding: de straten krijgen asfalt, zodat er niet meer met stenen kan worden gegooid. 

Slide 14 - Tekstslide


Plan van de Arbeid 
1935


  • De SDAP vond dat de overheid niet moest bezuinigen, maar juist geld uitgeven om de werkloosheid en de crisis op te lossen. 
  • Meer werkverschaffingsprojecten en hogere lonen zouden de arbeiders meer geld te besteden hebben.
  • Omdat de SDAP niet in de regering zat, kwam er weinig van terecht.

Slide 15 - Tekstslide


Andere oplossingen?


  • Ook in Nederland zijn er anti-democratische groepen die vinden dat de oplossing voor de crisis buiten de democratie moet worden gevonden.
  • De Nationaal-Socialistische Beweging van Anton Mussert is een partij die geïnspireerd is door de NSDAP van Hitler.

Slide 16 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

  • steunuitkering (stempelen)
  • werkverschaffingsprojecten
  • aanpassingspolitiek
  • Jordaanoproer
  • Plan van de Arbeid
  • Nationaal-Socialistische Beweging




Slide 17 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Hendrik Colijn (ARP)
  • Anton Mussert (NSB)

Slide 18 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1901: Ongevallenwet, Woningwet, Leerplichtwet
  • 1913: Invaliditeitswet, Ouderdomswet, Ziektewet
  • 1917: Werkloosheidsbesluit
  • 1929: begin van de crisis
  • 1934: het Jordaanoproer
  • 1935: Plan van de Arbeid

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 20 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 21 - Open vraag