Lezen h1 en h2

Wat moet je kunnen en kennen voor de toets?
Hoofdstuk 1
Blz 7. Functies van de inleiding
Blz 8. Functies van het slot
Je moet ze kunnen noemen en toepassen
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Wat moet je kunnen en kennen voor de toets?
Hoofdstuk 1
Blz 7. Functies van de inleiding
Blz 8. Functies van het slot
Je moet ze kunnen noemen en toepassen

Slide 1 - Tekstslide

Lezen h1
- Opdracht 5 blz 12 is een voorbeeldopdracht, kijk zelf na. Het antwoordboek staat in de classroom.
- Kernzin? De belangrijkste zin van een alinea. Vaak is het de eerste of de laatste. In de kernzin staat de belangrijkste informatie van de alinea.
Als het de eerste zin is, volgt in de alinea een uitleg.
Is het de laatste zin, dan is dit de samenvatting van de alinea.

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdgedachte van een tekst
Wat is het belangrijkste dat de schrijver over het onderwerp zegt.

Slide 3 - Tekstslide

Lezen h2
- Uit de tekst kun jij feiten, meningen en argumenten halen.

Feit: kun je controleren
Mening: iets wat iemand zelf vindt
Argument; uitleg over de mening/ onderbouwing

Opdracht 5 blz 50 is een voorbeeldopdracht. Kijk zelf na, het antwoordboek staat in de classroom.

Slide 4 - Tekstslide

Extra oefenstof voor de herkansing
Boekje Tony's Chocolony
De theorie staat op blz 8; indeling van een tekst
Het is belangrijk dat je weet dat een tekst meestal in drie stukken wordt geknipt. 
Ook is het van belang dat je weet wat de functie van de drie onderdelen is.

Slide 5 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
We maken samen opdracht 2 en 3.
Daarna ga je zelfstandig opdracht 4 en 5 maken.
Ben je klaar? Dan maak je ook opdracht 6.

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden
Opdracht 2
1
Veiligheid van kermisattracties
2
A
3
De week van het Zieke Kind
4
B
Opdracht 3
1
A een advies
2
B een conclusie

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 4
1
D Nationale Open Dag DJI
2
A artikel
3
inleiding:  1     middenstuk: 2 , 3,  4    slot: 5
4
A De aanleiding voor het schrijven van de tekst wordt genoemd
5
Tijdens de open dag openen gevangenissen, tbs-klinieken en detentiecentra hun poorten voor het Nederlands publiek.
6
PI Vught
7
C een toekomstverwachting
8
D Veel Nederlanders bezochten dit jaar een inrichting tijdens de Nationale Open dag DJI
9
Veel Nederlanders bezochten dit jaar een inrichting tijdens de Nationale Open dag DJI. Tijdens de open dag openen gevangenissen, tbs-klinieken en detentiecentra hun poorten voor het Nederlands publiek. Een heel bijzondere locatie van de open dag was de PI in Vught. De Nationale Open dag DJI vond voor het eerst plaats in 2004. Wegens groot succes zal ook volgend jaar weer een Nationale Open dag DJI plaatsvinden.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 5
1
C onderzoek naar dood-door-sporten
2
A Er wordt een belangrijke vraag gesteld.
3
A opsomming
4
Er sterven maar weinig mensen tijdens of vlak na het sporten. 
5
- mannen sporten meer                  - vrouwen lopen minder risico dat hun hart het begeeft
6
Mensen die overlijden door een aanrijding, overlijden niet door het sporten zelf, maar aan de gevolgen van het ongeluk.
7
leeftijd
8
B een antwoord op de vraag van de inleiding
9
A vooral feiten
10
C. uit onderzoek blijkt dat mannen veel meer kans hebben om te overlijden tijdens of vlak na het sporten, dan vrouwen
11
A. informeren
12
a erbij neervalt        4 sterfte
b plotseling              2 opeens
c is zeldzaam           3 komt niet zo vaak voor
d risico                       1 gevaar

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 6
1
slaaponderzoek bij topsporters
2
C het belangrijkste van de tekst vertellen
3
Volgens bewegingswetenschapper Arne Nieuwenhuys, de projectleider van een groot slaaponderzoek bij topsporters, slapen sporters over het algemeen minder goed en minder lang dan gewone mensen.
4
- spanning vlak voor de wedstrijd              - zware lichamelijke inspanning
5
- Er komen dan groeihormonen vrij die zorgen voor herstel en opbouw van spieren. 
- Het brein krijgt de tijd alles op te slaan en te verwerken van wat je hebt meegemaakt.
6
Volgorde van tijd
7
Drie van de volgende slaapgegevens:
- hoe snel vallen de sporters in slaap
- hoelang slapen de sporters
- hoe effectief slapen de sporters
- hoe diep slapen de sporters
8
5 a   =   A een conclusie trekken
5 b  =   C een toekomstverwachting van de tekst geven
5 c  =   B een korte samenvatting van de tekst geven

Slide 10 - Tekstslide

Maandag 8 maart
- doel: je weet wat feiten, meningen en argumenten zijn
- doel: je kunt ze herkennen in een tekst
Wat gaan we doen?
- Een aantal vragen via LessonUp beantwoorden
- Het boekje over feiten en meningen bespreken (boekje druppel)
- Aan de slag met de opdrachten 1,2,3,4

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

FEIT

- Uitspraak over iets wat waar of niet waar is

- Een feit kan je controleren



Voorbeeld van een feit:

De helft van de veertienjarigen in Nederland krijgt €50,00 kleedgeld per maand.

Je kunt controleren of dit waar is door in de krant te kijken of het op internet op te zoeken.

Slide 13 - Tekstslide

MENING (STANDPUNT)

- Wat iemand ergens van vindt

Het is niet controleerbaar

-Je kunt het eens of oneens zijn

Voorbeeld van een mening:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen.

Slide 14 - Tekstslide

ARGUMENT

- Een argument is een uitleg waarmee je een mening verdedigt.

- Je herkent een agument aan signaalwoorden als:

want, namelijk, omdat



Voorbeeld van een argument:

Ik vind het goed dat jongeren kleedgeld krijgen (mening), want dan leren zij met geld omgaan (argument).

Slide 15 - Tekstslide

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 16 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind 'The Cell' een spannende film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 17 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 18 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 19 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 20 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 21 - Quizvraag

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 22 - Quizvraag

Antwoorden 
Opdracht 1
1
alinea 1
2
alinea 2
3
eigen antw
Opdracht 2
1
A. 
2
A. 
3
volgens mij
4
Het is volgens mij heel logisch dat mensen goedkope kleding van Primark blijven kopen.
5
mensen gaan niet meer betalen dan nodig is
6
namelijk
7
Mensen in kledingfabrieken worden er niet direct beter van als we de kleding van Primark niet meer kopen
8
Tegenstanders vinden dat je kleding moet kopen van goedkope merken, omdat de werknemers die deze kleding maken verschrikkelijk worden uitgebuit.

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 2
9
Alle goedkope merken moeten de kleiding iets duurer maken, zodat ze met dat extra geld de werkstomstidhedden in fabrieken kunnen verbeteren.
10
B feiten en meningen van de schrijver
Opdracht 3
1
A gebruik moderne communicatiemiddelen
2
We moeten niet bang zijn voor het gebruik van moderne communicatiemiddelen door jongeren, maar moeten juist de voordelen zien.
3
Alinea 2: jongeren zijn juist meer dan ooit op de hoogte van het laatst nieuws.
Alinea 3: een ander voordeel is het gemakkelijk delen van informatie.
Alinea 4: verder is sociale media een uitkomst voor jongeren met ondernemingsdrift.
4
2 voorbeelden
5
een eigen bedrijf (willen) opzetten, dingen verkopen
6
Zij vinden het niet sociaal dat jongeren de "hele" dag op hun mobiel kijken.
7
Laten we dus vooral minder bang zijn voor de gevaren en kijken naar de kansen van moderne communicatiemiddelen.

Slide 24 - Tekstslide

Opdracht 3
8
B feiten en meningen van de schrijver
9
C overtuigen
Opdracht 4
1
D yoga
2
B er wordt een belangrijke vraag gesteld
3
Yoga maakt het lijft, net als sporten, sterk. Daarnaast heeft yoga een extra voordeel boven sporten: het is goed voor "de geest 
4
B onderzoek naar het nut van alternatieve geneeswijzen
5
D yoga vermindert stress
6
A conclusie
7
B een antwoord op de vraag uit de inleiding
8
Yoga "belooft" heel veel dingen, maar er zijn weinig bewijzen dat dit ook klopt.
9
D feiten, de mening van de schrijfster en die van een ander
10
B informeren en overtuigen

Slide 25 - Tekstslide

Opdracht 4
11
D yoga heeft niet meer voordelen dan andere sporten
12
a gunstige - 3 positieve
b beweren - 5 zeggen dat het zo is
c het effect - 1 de uitwerking
Opdracht 5
1
A schulden bij jongeren
2
B een mening geven
3
boven alinea 4
4
Voordeel: je krijgt je smartphone voor weinig geld of helemaal gratis
Nadee: je krijgt een fikse rekening als je meer belt dan is afgesproken.
5
Een abonnement moet verboden worden voor jongeren. Laat ze maar prepaid bellen
6
C jongeren zijn nog te jong om een abonnement af te sluiten
7
jongeren bellen buiten hun bundel -> ouders moeten de schuld betalen -> het hele gezin zit in de problemen.
8
- Jongeren kopen vaak een telefoon met abonnement (omdat ze alleen zo de telefoon kunnen betalen.
- Jongeren maken zich niet zo druk om schulden

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 5
9
Neem eerder contact op met het incassobureau.
10
Annemarie Koop vindt een verbod op abonnementen te ver gaan.
11
Nee
12
- Informeer van tevoren goed wat de kosten zijn
- Zorg dat je dat bedrag klaar hebt staan als het afgeschreven wordt
- Als je merkt dat je niet binnen je abonnement blijft, probeer dan je bundel te veranderen.
- Maak goede afspraken met je ouders, bijvoorbeeld over wat er gebeurt als je buiten je bundel belt.
13
Henk Keizer
14
Annemarie Koop
15
Een abonnement doet denken alsof je je telefoon gratis krijgt, maar je betaalt er gewoon maandelijks voor.
16
- Maak goede afspraken met je ouders, bijvoorbeeld over wat er gebeurt als je buiten je bundel belt.
17
Eigen antwoord. Bijvoorbeeld: Ik moet mijn telefoon inleveren als ik over mijn bundel ga.

Slide 27 - Tekstslide

Maandag 8 maart
De leerlingen, online, gaan aan de slag met de tekst
"Een paar slokken uit het glas bier, en de terraspret is alweer voorbij". 
Onderstreep feiten, meningen en argumenten. 
Ben je klaar? Ga dan aan de slag met jouw filmverslag, inleveren 19 maart, mag ook eerder (via SOM)

Slide 28 - Tekstslide

De lln in de klas
- uitdelen tekstboekje "druppel"

Doel van de les:
- aan het eind van de les weet je wat een feit is
- je weet wat een mening is
- je weet wat een argument is
- je kunt een feit, mening en argument vinden in de tekst

Slide 29 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
- We gaan de theorie bespreken, de theorie staat ook in je lesboek op blz 45.
- Zelfstandig werken met opdracht 2, 3, 4 en 5
- Ben je klaar? Kijk dan zelf in LessonUp voor de antwoorden Lezen h1 en h2 pagina 23

Slide 30 - Tekstslide

Lees (en beluister) de tekst

Slide 31 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 32 - Open vraag

Wie is volgens het Guinness Book of Reccords de oudste vrouw ter wereld?

Slide 33 - Open vraag

Waarmee controleert het Guinness Book of Records hoe oud je bent?

Slide 34 - Open vraag

Waarom staat Antisa niet in het Guinness Book of Records?

Slide 35 - Open vraag

Is de familie van Antisa het ermee eens of oneens dat Antisa niet in het wereldrecordboek staat?
A
eens
B
oneens

Slide 36 - Quizvraag